Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Geschil betreft weigering tot verlenen van een bouwvergunning. Hof overweegt dat indien na een eerdere beschikking een beschikking van gelijke strekking wordt gegeven, door het instellen van een beroep tegen die laatste beschikking niet kan worden bereikt dat de bestuursrechter die toetst als ware het de eerste. Slechts indien en voor zover nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ten grondslag zijn gelegd of indien zich een relevante wijziging van het recht heeft voorgedaan kan dit anders zijn. Het beroep is ongegrond.

Uitspraak



HLAR 041/10

Datum uitspraak: 20 mei 2011

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

VAN ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN

EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Uitspraak op het hoger beroep van:

[Appellante], wonend in Curaçao,

appellante,

tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 28 september 2010 in zaak nr. Lar 2009/236 in het geding tussen:

appellante

en

het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao, thans de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (hierna: verweerder).

1. Procesverloop

Bij beschikking van 8 oktober 2009 heeft het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao geweigerd appellante (hierna: [appellante]) bouwvergunning te verlenen voor het oprichten van een woonhuis op het perceel, kadastraal bekend Domeinkaart IV, kaveling 41a-12a, plaatselijk bekend Phlip 5, te Curaçao (hierna: het perceel).

Bij brief van 29 oktober 2009 heeft [appellante] het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, (hierna: het Gerecht) verzocht de beschikking van 8 oktober 2009 bij wijze van voorlopige voorziening te schorsen, voor zover daarbij is bepaald dat het op het perceel opgerichte woonhuis zal worden gesloopt.

Bij uitspraak van 28 september 2010 heeft het Gerecht het door

[appellante] tegen de beschikking van 8 oktober 2009 ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen die uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij het Hof ingekomen op

1 november 2011, hoger beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 april 2011, waar verweerder, vertegenwoordigd door mr. Z.V.I. Isenia, advocaat, is verschenen. Voorts is daar [belanghebbende], bijgestaan door mr. J.B. van Schendel, gehoord.

2. Overwegingen

2.1. Het Hof heeft de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke ontwikkeling als opvolgend verweerder aangemerkt. Het Hof verwijst daartoe naar zijn uitspraak van heden in zaak nr. HLAR 039/10 (www.rechtspraak.nl).

2.2. Het Gerecht heeft het verzoekschrift, door het door [appellante] ingestelde beroep ongegrond te verklaren, kennelijk mede als beroepschrift aangemerkt.

2.3. [Appellante] betoogt dat het Gerecht heeft miskend dat zij beroepsgronden tegen de beschikking van 8 oktober 2009 heeft aangevoerd.

2.3.1. In het geschrift van 29 oktober 2009 heeft [appellante] vermeld dat "de litigieuze beslissing en het voornemen van verweerder in deze onrechtmatig zijn jegens verzoekster nu deze beslissing in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en voorts ook nog op een feitelijk onjuiste grondslag berust."

Aldus heeft zij beroepsgronden tegen de beschikking van 8 oktober 2009 aangevoerd. Het betoog slaagt.

2.4. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen het Gerecht had behoren te doen, overweegt het Hof als volgt.

2.5. Zoals het Hof eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 30 mei 2005 in zaak nr. 74 HLAR 44/04; www.rechtspraak.nl), kan, indien na een eerdere beschikking een beschikking van gelijke strekking wordt gegeven, door het instellen van beroep tegen die laatste beschikking niet worden bereikt dat de bestuursrechter die toetst, als ware het de eerste. Slechts indien en voor zover aan het verzoek dat tot het geven van die beschikking aanleiding heeft gegeven nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ten grondslag zijn gelegd, dan wel zich een relevante wijziging van het recht heeft voorgedaan, kunnen die beschikking, de motivering ervan en de wijze waarop zij tot stand is gekomen door de bestuursrechter worden getoetst, als betrof het een eerste beschikking. Een andere benadering zou te zeer afdoen aan de rechtszekerheid die beoogd is met de bepalingen die het kunnen aanwenden van rechtsmiddelen tegen een beschikking aan een termijn binden.

Nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden in evenbedoelde zin zijn feiten of omstandigheden die na de eerdere beschikking zijn opgekomen of niet vóór deze beschikking konden worden aangevoerd, alsmede bewijsstukken van eerder gestelde feiten of omstandigheden die niet vóór het geven van de eerdere beschikking konden worden geproduceerd.

2.5.1. De aanvraag die tot de beschikking van 8 oktober 2009 heeft geleid, heeft dezelfde strekking als een eerder door […] ingediende aanvraag. Die aanvraag heeft het bestuurscollege afgewezen. Tegen die afwijzing zijn geen rechtsmiddelen aangewend, zodat zij in rechte onaantastbaar is.

[Appellante] heeft geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden aan haar aanvraag ten grondslag gelegd. Onder deze omstandigheden heeft het bestuurscollege geen aanleiding hoeven zien van de eerdere weigering om bouwvergunning te verlenen terug te komen.

2.6. Voor zover [appellante] aanvoert dat handhavend optreden in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel, het verbod op willekeur en het verbod op détournement de pouvoir is, wordt overwogen dat de beschikking van

8 oktober 2009 niet strekt tot handhavend optreden, zodat dit betoog reeds om die reden niet kan leiden tot het ermee beoogde doel.

2.7. Het beroep is ongegrond.

2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 28 september 2010 in zaak nr. Lar 2009/236;

III. verklaart het bij het Gerecht in die zaak ingestelde beroep tegen de beschikking van het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao van 8 oktober 2009 ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Isenia, griffier.

w.g. Drop

Voorzitter

w.g. Isenia

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2011

Verzonden:

Voor eensluidend afschrift,

de griffier,

voor deze,


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature