Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Verdachte wordt vrijgesproken van moord/doodslag/mishandeling de dood tengevolge hebbend. Verdachte is na een onsamenhangende verklaring gearresteerd. Na enkele dagen bekende hij en daarna ontkende hij weer. Gedragsdeskundige heeft randbegaafdheid en beïnvloedbaarheid van verdachte vastgesteld. Nagelaten is ook maar enig objectiverend sporenonderzoek te verrichten aan bv. kleding en pikhouweel. Er kan niet tot een bewezenverklaring worden gekomen omdat deze te zeer uitsluitend zou berusten op de eigen verklaring van de verdachte. Het tweede feit, ontucht met minderjarige wordt wel bewezen geacht.

Uitspraak



Uitspraakdatum: 10 september 2008

tegenspraak

parketnr.: 500.00015/08

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN

ZITTINGSPLAATS CURAÇAO

S T R A F V O N N I S

in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte],

geboren op [datum] 1987 te Curaçao,

wonende te Curaçao, thans alhier gedetineerd.

1. Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2008 De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.C. Vaders.

De Officier van Justitie mr. F. Dandare heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren.

De raadsvrouw heeft bewijsverweren en een strafmaatverweer gevoerd.

2. Telastlegging

Aan de verdachte is telastgelegd hetgeen vermeld staat in de dagvaarding:

Feit 1.

dat hij in de nacht van 5 op 6 januari 2008 althans in of omstreeks de maand januari 2008, op het eiland Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachte rade [naam slachtoffer] van het leven heeft beroofd, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s), toen aldaar opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer] een of meermalen opzettelijk (met kracht) met een pikhouweel althans met een hard en/of scherp voorwerp tegen het hoofd althans het lichaam geslagen althans met dat voorwerp in de richting van die [slachtoffer] gezwaaid waardoor die [slachtoffer] aan het hoofd althans lichaam werd geraakt tengevolge waarvan die [slachtoffer] verwondingen opliep en/of is overleden.

(moord in vereniging, artikel 302 jo 49 van het Wetboek van Strafrecht van de N.A. )

althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring mocht leiden.

dat hij in de nacht van 5 op 6 januari 2008 althans in of omstreeks de maand januari 2008, op het eiland Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s), toen aldaar opzettelijk die [slachtoffer] een of meermalen opzettelijk (met kracht) met een pikhouweel althans met een hard en/of scherp voorwerp tegen het hoofd althans het lichaam geslagen althans met dat voorwerp in de richting van die [slachtoffer] gezwaaid waardoor die [slachtoffer] aan het hoofd althans lichaam werd geraakt tengevolge waarvan die [slachtoffer] verwondingen opliep en/of is overleden.

(Doodslag in verenging, artikel 300 jo 49 van het Wetboek van Strafrecht van de N.A. )

althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring mocht leiden.

dat hij in de nacht van 5 op 6 januari 2008 althans in of omstreeks de maand januari 2008, op het eiland Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen opzettelijk en met voorbedachte rade opzettelijk gewelddadig met gebruikmaking van een wapen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931, [slachtoffer] een of meermalen opzettelijk (met kracht) met een pikhouweel althans met een hard en/of scherp voorwerp tegen het hoofd althans het lichaam heeft/hebben geslagen althans met dat voorwerp in de richting van die [slachtoffer] heeft/hebben gezwaaid waardoor die [slachtoffer] tegen het hoofd althans lichaam werd geraakt tengevolge waarvan die [slachtoffer] (zware) verwondingen ( te weten een schedelbasisfractuur) aan het hoofd althans het lichaam opliep tengevolge van welke verwondingen die [slachtoffer] is overleden.

(mishandeling met een wapen met voorbedachte rade de dood tengevolge hebbende, artikel 314b van het Wetboek van Strafrecht van de N.A. )

althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring mocht leiden.

dat hij in de nacht van 5 op 6 januari 2008 althans in of omstreeks de maand januari 2008, op het eiland Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen opzettelijk gewelddadig met gebruikmaking van een wapen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931, [slachtoffer] een of meermalen opzettelijk (met kracht) met een pikhouweel althans met een hard en/of scherp voorwerp tegen het hoofd althans het lichaam heeft/hebben geslagen althans met dat voorwerp in de richting van die [slachtoffer] heeft/hebben gezwaaid waardoor die [slachtoffer] tegen het hoofd althans lichaam werd geraakt tengevolge waarvan die [slachtoffer] verwondingen aan het hoofd althans het lichaam opliep tengevolge van welke verwondingen die [slachtoffer] is overleden.

(mishandeling met een wapen, de dood tengevolge hebbende, artikel 314a van het Wetboek van Strafrecht van de N.A. )

FEIT 2

dat hij in of omstreeks de maand juli 2007, in elk geval in het jaar 2007, op het eiland Curaçao, telkens met iemand die wel de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet de leeftijd van vijftien jaren heeft bereikt, te weten [naam minderjarige], geboren op [datum] 1994, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [minderjarige], hebbende hij, verdachte, (telkens) seksuele gemeenschap met die [minderjarige] gehad, waarbij hij (telkens) zijn penis in de vagina van die [minderjarige] heeft gebracht/geduwd en/of gestopt,

(ontuchtige handelingen plegen met een vrouw beneden de leeftijd van 16 jaar, art 251 van het Wetboek van Strafrecht NA)

3. Voorvragen

3.1 Geldigheid van de dagvaarding

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.

3.2 Bevoegdheid van het Gerecht

Krachtens de wettelijke bepalingen is het Gerecht bevoegd van het telastgelegde kennis te nemen.

3.3 Ontvankelijkheid van de Officier van Justitie

Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de Officier van Justitie in de weg staan.

3.4 Redenen voor schorsing van de vervolging

Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4. Bewijsbeslissingen

4A. Vrijspraak

Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het als feit 1 telastgelegde heeft begaan en zal verdachte daarvan vrijspreken.

Nadat verdachte aanvankelijk als getuige een verklaring had afgelegd werd hij gearresteerd, omdat zijn verklaring wat onsamenhangend leek. Na een aantal verhoren ging verdachte op 7 en 8 januari bekennen. De bekennende verklaringen van verdachte zijn niet consistent. Hierbij komt betekenis toe aan de door de gedragsdeskundige vastgestelde randbegaafdheid en beïnvloedbaarheid van verdachte. Vervolgens is verdachte gaan ontkennen, in ieder geval in zijn verklaring van 30 januari. Verdachte is bij deze verklaring blijven persisteren op een consistente wijze. Nagelaten is ook maar enig objectiverend sporenonderzoek te verrichten en daarvan proces-verbaal op te maken, zoals bijvoorbeeld aan kleding en schoeisel van de verdachte en aan het onderzochte pikhouweel. De bekentenis van verdachte is daardoor als het ware in de lucht komen te hangen. Er kan niet tot een bewezenverklaring worden gekomen, omdat deze te zeer uitsluitend zou berusten op de eigen verklaring van de verdachte.

4B. Bewezenverklaring

Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het telastgelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:

FEIT 2:

dat hij in of omstreeks de maand juli 2007, in elk geval in het jaar 2007, op het eiland Curaçao, telkens met iemand die wel de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet de leeftijd van vijftien jaren heeft bereikt, te weten [minderjarige], geboren op [datum] 1994, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [minderjarige], hebbende hij, verdachte, (telkens) seksuele gemeenschap met die [minderjarige] gehad, waarbij hij (telkens) zijn penis in de vagina van die [minderjarige] heeft gebracht/geduwd en/of gestopt,.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5. Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte de hiervoor omschreven feiten heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in wettige bewijsmiddelen zijn vervat.

De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6. Kwalificatie

Het bewezenverklaarde levert volgens de wettelijke regeling de volgende strafbare feiten op:

Met iemand die wel de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van vijftien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen plegen, die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd,

strafbaar gesteld bij artikel 251 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.

7. Strafbaarheid

7A. Rechtvaardigingsgronden

Feiten of omstandigheden op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat sprake is van een rechtvaardigingsgrond zijn niet aannemelijk geworden.

De feiten door deze verdachte gepleegd zijn strafbaar.

7B. Schulduitsluitingsgronden

Feiten of omstandigheden op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat sprake is van een schulduitsluitingsgrond zijn niet aannemelijk geworden.

Verdachte is strafbaar.

8. Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, wordt de na te noemen beslissing passend geacht. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft meermalen seksuele gemeenschap met een meisje van twaalf jaren jong, een zusje van de vrouw met wie verdachte reeds een vierjarig kind heeft.

Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.

De psychiater en de psycholoog, die verdachte hebben onderzocht, rapporteren dat hij een niet héél intelligente, analfabetische, randbegaafde, bijna kinderlijk redenerende en emotioneel nogal labiele en zeer beïnvloedbare man is, met een verstoorde ontwikkeling, maar die nog wel vormbaar en positief beïnvloedbaar is. De psychiater constateert enige psychopathologie en beoordeelt verdachte al bij al enigszins als verminderd toerekeningsvatbaar. De psycholoog adviseert reclasseringsbegeleiding, de psychiater acht behandeling is Brasami noodzakelijk, in verband met zijn jarenlange dagelijkse marihuanagebruik. Het Gerecht neemt deze adviezen op grond van de overwegingen die daartoe hebben geleid over zoals hierna in het dictum te melden.

Ten nadele van verdachte geldt dat hij al eens eerder wegens misdrijf werd veroordeeld.

Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur. Het Gerecht zal een deel van deze straf voorwaardelijk opleggen teneinde enerzijds verdachte in te scherpen zich gedurende de proeftijd niet weer aan misdrijf schuldig te maken en anderzijds verplichte begeleiding en behandeling van verdachte mogelijk te maken.

9. Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 17a, 17b, 17c, 17d, 31 en 59 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.

10. Beslissing

Het Gerecht:

Verklaart niet bewezen dat de verdachte het telastgelegde zoals in rubriek 4A. omschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;

Verklaart bewezen dat de verdachte het telastgelegde zoals in rubriek 4B. omschreven, heeft begaan;

Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is telastgelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;

Verklaart dat de bewezen verklaarde feiten de in rubriek 6. genoemde strafbare feiten opleveren;

Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;

Veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot

een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;

Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;

Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 3 (drie) jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel gedurende die proeftijd zich op andere wijze heeft misdragen of de hierna gestelde bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;

Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Reclassering Curaçao, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig acht, ook als dat inhoudt dat de veroordeelde zich gedurende proeftijd onder klinische dan wel ambulante behandeling zal laten stellen, gericht op verslavingsbehandeling en voorkoming van herhaling van de thans bewezen verklaarde of soortgelijke misdrijven, met opdracht aan die instelling als bedoeld in artikel 17d van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.

Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip dat de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de straf.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.C. Smid, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van voormeld Gerecht op 10 september 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature