Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Civiel. Toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de aanneemovereenkomst. Schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad.

Uitspraak



Vonnis van 2 november 2016

Behorend bij A.R. no. 803 van 2015

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS in de zaak van:

E*,

wonende in Aruba,

eiser in conventie, verweerder in reconventie,

hierna ook te noemen: E*,

gemachtigden: de advocaten mrs. Chris Lejuez en P.A.J. van der Biezen,

tegen:

G*,

wonende en gevestigd in Aruba,

gedaagde in conventie, eiser in reconventie,

hierna ook te noemen: G*,

gemachtigden: de advocaten mrs. I.R. Wever en A.A. Ruiz.

1 DE PROCEDURE

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-het inleidend verzoekschrift, met producties,

-de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met één productie,

-de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;

-de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;

-de op 24 augustus 2016 genomen conclusie van dupliek in reconventie.

1.2

Vonnis is nader bepaald op heden.

2 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie

2.1

E* vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis G* veroordeelt:

-om aan E* tegen bewijs van kwijting te betalen (40.790,-- minus 20.000,-- =) Afl. 20.790,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 27 maart 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;

-in de proceskosten.

2.2

G* voert verweer en concludeert dat E* niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door hem verzochte, althans tot afwijzing daarvan, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens.

in reconventie

2.3

G* vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis E* veroordeelt:

-om aan G* te betalen (45.200,-- + 20.000,-- =) Afl. 65.200,--;

-in de proceskosten.

2.4

E* voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door G* verzochte, kosten rechtens.

in conventie en in reconventie

2.5

Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3 DE BEOORDELING

in conventie en in reconventie

3.1

De aard van de geschillen in conventie en in reconventie brengt mee dat die geschillen gelijktijdig of gezamenlijk kunnen worden besproken.

3.2

Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat E* niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn conventionele vorderingen. Het ontvankelijkheidsverweer van G* wordt daarom verworpen.

3.3

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd betwist, alsmede op grond van de inhoud van de overgelegde producties voorzover uitdrukkelijk naar verwezen en voorzover niet of onvoldoende bestreden, staat tussen partijen onder meer het volgende vast.

3.3.1

Op 27 februari 2014 heeft E* een overeenkomst van aanneming gesloten met G*, krachtens welke G* in opdracht van E* een woning zou bouwen gelegen in Aruba te [adres] (hierna: de woning) voor een totaal door E* aan G* te betalen bedrag van Afl. 108.400,-- (hierna: de overeenkomst), op te leveren binnen 10 maanden.

3.3.2

Gedurende de bouw van de woning heeft G* op 19 oktober 2014 een schriftelijke verklaring opgesteld. Uit die verklaring blijkt dat E* op die datum voor de verdere bouw van de woning met extra werk nog een bedrag Afl. 52.514,47 verschuldigd is aan G*, en dat G* na ontvangst van een betaling van

Afl. 32.514,47 de bouw van de woning zou voortzetten en afronden.

3.3.3

Het hiervoor onder 3.3.2 vermelde is tevens vastgelegd in de door partijen ondertekende schriftelijke overeenkomst van 30 oktober 2014. Uit die overeenkomst (hierna: de nadere overeenkomst) volgt verder dat de nog door G* af te ronden werkzaamheden bestonden uit of betrekking hadden op de hele bovenverdieping, de plafonds van drie slaapkamers, twee badkamers en de gang, de elektra installatie, de waterleiding en het terrein voor en rond de woning. Voorts volgt uit de nadere overeenkomst dat kosten van het repareren van niet correct of niet deugdelijk door G* uitgevoerde bouwwerkzaamheden (waaronder begrepen tegel- en pleisterwerken) voor rekening komen van G*.

3.3.4

E* heeft voormeld bedrag van Afl. 32.514,47 op 20 november 2014 betaald aan G*. De resterende door E* aan G* te betalen Afl. 20.000,-- zou volgens de door partijen gemaakte afspraak worden betaald door E* nadat G* alle door hem te verrichten bouwwerkzaamheden had afgerond.

3.3.5

Bij de aan G* gerichte brief van 4 maart 2014 heeft E* de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden omdat G* volgens E* de tegelvloer niet deugdelijk heeft aangelegd en voor de tweede keer niet of niet deugdelijk heeft gerepareerd. Bij diezelfde brief verzoekt of sommeert E* G* de sleutels van woning in te leveren bij E*.

3.3.6

Alvorens de sleutels in te leveren is G* naar de woning getogen om aldaar zijn gereedschappen op te halen. Behalve dat gereedschap heeft G* ook reeds gemonteerde of aangebrachte gipsplaten losgemaakt en meegenomen. Hetzelfde heeft G* gedaan met de reeds geïnstalleerde stoppenkast van de woning, waarbij hij de elektriciteitsdraden heeft doorgeknipt. Na afloop van dit alles heeft G* de sleutels van de woning (onbeheerd) achter gelaten in het slot van de achterdeur van de woning.

3.3.7

Toen E* op enig moment de woning betrad nadat G* met achterlating van de sleutels aldaar was vertrokken constateerde E* onder meer dat de plafondplaten van de slaapkamers, de badkamers en de gang ernstig beschadigd waren, in die zin dat overal gaten waren geslagen in die plafondplaten (hierna: de beschadigde plafondplaten).

3.3.8

Het in opdracht van E* door schade-expert ing . [expert] (hierna: de expert) op 16 maart 2015 uitgebrachte rapport met betrekking tot de woning (hierna: het rapport) vermeldt - zakelijk weergegeven - onder meer:

Het plafond van de slaapkamers, badkamers en gang zijn kwaadwillig beschadigd en hebben gaten in verschillende platen. Bij een dakkapel zijn de gipsplaten zelfs afgerukt. Alle platen van de slaapkamers, badkamers en de gang moeten gedemonteerd worden. De balken moeten vervolgens worden schoongemaakt, waarna er nieuwe platen moeten worden aangebracht en moeten worden afgewerkt. De kosten van dit alles: Afl. 3.035,--.

De stoppenkast van de woning inclusief het daarbij behorende zijn losgemaakt en meegenomen. Daartoe zijn de draden doorgeknipt. Er dient een nieuwe stoppenkast en het daarbij behorende aangeschaft te worden en te worden geïnstalleerd. Ook moeten er nieuwe elektriciteitsdraden getrokken worden. De kosten van dit alles: Afl. 4.750,--.

De vloertegels in verschillende ruimten liggen los en zijn zeer slordig geplaatst en afgewerkt. De tegels zijn door onvakkundig personeel gelegd, en moeten allemaal worden verwijderd en vervolgens worden vervangen door nieuwe tegels. Kosten van dit alles: Afl. 31.050,--.

Op enkele delen van de woning klinkt het pleisterwerk los en is ook inderdaad los. Het pleisterwerk is niet gecontroleerd door de aannemer op loszittend pleisterwerk. Het niet goed gehechte pleisterwerk moet vakkundig worden verwijderd en vervangen. Kosten daarvan: Afl. 750,--.

Het perceel is vies en vuil achtergelaten door de aannemer, en is bezaaid met bouwafval. Er moet een vuilcontainer worden besteld waarin dat afval moet worden gedeponeerd. Kosten: 1.205,--.

De totale reparatiekosten, exclusief die met betrekking tot mogelijke verborgen gebreken, worden aldus begroot op Afl. 40.790,--.

3.3.9

Bij brief van 20 maart 2015 heeft (de gemachtigde van) E* G* onder termijnstelling gesommeerd tot betaling van voormeld totaalbedrag uiterlijk op 27 maart 2015, zulks onder verrekening met het nog door E* aan G* krachtens de nadere overeenkomst verschuldigde bedrag van Afl. 20.000,--. G* heeft geen gevolg gegeven aan de sommatie.

3.4

In het licht van voormelde feitelijkheden wordt het volgende overwogen, waarbij voorop wordt gesteld dat G* naar het oordeel van het Gerecht de deskundigheid en de betrouwbaarheid van de expert onvoldoende onderbouwd heeft bestreden, waarbij heeft te gelden dat G* niet nader is ingegaan op de door E* gemotiveerd bestreden stelling van G* dat die expert zijn broer is. Eén en ander brengt met zich dat het Gerecht de in het hiervoor vermelde rapport neergelegde bevindingen van de expert betrouwbaar oordeelt en daarom tot de zijne maakt.

3.5

G* heeft erkend dat hij de stoppenkast van de woning heeft weggenomen. Daar had G* naar het oordeel recht noch titel toe. G* zal de schade voor E* als gevolg van die onrechtmatige daad moeten vergoeden. Die door de expert omschreven schade en de omvang daarvan heeft G* niet of onvoldoende onderbouwd bestreden. Vast komt daarom te staan dat G* te dezen Afl. 4.750,-- verschuldigd is aan E* ten titel van schadevergoeding. Bij nog te wijzen eindvonnis zal G* worden veroordeeld om dat bedrag te betalen aan E*, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals gevorderd door E* (nu G* die nevenvordering niet heeft bestreden)

3.6.1

G* heeft verder erkend dat hij een aantal reeds gemonteerde gipsplaten heeft weggenomen uit de woning. Ook daar had G* recht noch titel toe, en hij zal de schade als gevolg daarvan moet vergoeden. De expert heeft met betrekking tot de omvang van de schade van die onrechtmatige daad van G* echter tevens de beschadigde plafondplaten in zijn berekening verwerkt, terwijl G* de stelling van E* - dat G* die platen heeft beschadigd - heeft bestreden.

3.6.2

Op grond van de omstandigheid dat G* schadeveroorzakend te werk is gegaan in de woning zoals hiervoor (in deze rechtsoverweging en onder 3.5) omschreven, komt het Gerecht echter tot het voorshandse oordeel dat G* degene is geweest die bedoelde plafondplaten heeft beschadigd of heeft laten beschadigen door daar gaten in aan te brengen. G* zal in de gelegenheid worden gesteld om door middel van tegenbewijslevering dat bewijsvermoeden te ontzenuwen. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de in het dictum vermelde terechtzitting, tijdens welke zitting maximaal drie getuigen worden gehoord. G* dient uiterlijk drie dagen voor die zitting de personalia van de door hem voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar te maken aan het Gerecht en aan E*.

3.7

E* heeft met het rapport van de expert onderbouwd gesteld dat de vloertegels in verschillende ruimten van de woning los liggen en dat de tegelvloer van de woning zeer slordig door onvakkundig personeel is gelegd en afgewerkt. Die stelling heeft G* naar het oordeel van het Gerecht onvoldoende bestreden. Met name heeft te gelden dat de expert niet heeft vastgesteld dat het losliggen van tegels is veroorzaakt door van buiten komende krachten, zoals bijvoorbeeld het verschuiven van stellages zoals gesteld door G*. Evenmin is gesteld of gebleken dat iemand anders dan G* bedoelde tegelvloer heeft gelegd of laten leggen. Eén en ander brengt met zich dat het Gerecht E* volgt in zijn stelling dat G* toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn contractuele verplichting jegens E* om de woning te voorzien van een deugdelijke tegelvloer. Uit de proceshouding van G* volgt dat hij dienaangaande zonder ingebrekestelling in verzuim is geraakt, en daarom ook op dit punt verplicht is de schade van G*, die wordt begroot op Afl. 31.050,--, te vergoeden. G* zal daartoe bij nog te wijzen eindvonnis worden veroordeeld, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals gevorderd door E* en niet bestreden door G*.

3.8

De vorderingen van E* met betrekking tot het pleisterwerk en het bouwafval zullen worden afgewezen, omdat is gesteld noch gebleken dat G* op die onderdelen van zijn contractuele verplichtingen jegens E* op enig moment in verzuim is geraakt.

3.9

De reconventionele vordering van G* ter zake van extra door hem uitgevoerde werkzaamheden met betrekking tot de woning zal worden afgewezen, omdat G* zijn tegenstrijdige stellingen op dit punt - bij gelegenheid van conclusie van eis in reconventie stelt G* immers dat hij die werkzaamheden in opdracht van E* heeft verricht, terwijl G* bij gelegenheid van repliek in reconventie stelt hij die werkzaamheden in opdracht van de dochter en de schoonzoon van E* heeft verricht - in het licht van het door E* dienaangaande gevoerde verweer niet of onvoldoende heeft onderbouwd. Met name heeft G* niet gesteld (1) welke extra werkzaamheden G* precies is overeengekomen met E* of die dochter en die schoonzoon, (2) wanneer precies die werkzaamheden zijn overeengekomen en (3) op welke wijze dat precies heeft plaatsgevonden. Dit alles klemt temeer omdat - en daar heeft E* terecht op gewezen - in het tijdens de bouw van de woning op 30 oktober 2014 door partijen ondertekende overzicht met betrekking tot de nog uit te voeren en af te ronden werkzaamheden aan de woning niets staat vermeld met betrekking tot extra-werkzaamheden anders dan die zoals vermeld in de hiervoor onder 3.3.2 vermelde eigen verklaring van G*.

3.10

De reconventionele vordering van G* uit hoofde van de nadere overeenkomst ad Afl. 20.000,-- zal worden afgewezen, omdat E* dat aan G* toekomende bedrag rechtsgeldig en nog voordat G* zijn eis in reconventie instelde heeft verrekend met zijn in conventie toe te wijzen vorderingen.

3.11

G* zal bij nog te wijzen eindvonnis, als de in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de reconventionele proceskosten van E*, tot aan de uitspraak van dat vonnis begroot op Afl. 3.000,-- aan salaris voor de gemachtigden (2 punten van het per 1 augustus 2016 herziene liquidatietarief 6, ad Afl. 1.500,-- per punt).

3.12

In afwachting van bewijslevering en de daarna door partijen te nemen conclusies na bewijslevering zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

4 DE BESLISSING

Het Gerecht:

in conventie

-stelt G* in de gelegenheid om tegenbewijs te leveren ter ontzenuwing van het voorshandse oordeel van het Gerecht dat G* degene is geweest die in de woning bedoelde plafondplaten heeft beschadigd of heeft laten beschadigen door daar gaten in aan te brengen;

-verwijst de zaak daartoe naar de terechtzitting van maandag 28 november 2016 om 09:00 uur;

-bepaalt dat G* uiterlijk drie dagen voor die terechtzitting de personalia van de door hem voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar dient te maken aan het Gerecht en aan E*;

in conventie en in reconventie

-houdt aan iedere verdere beslissing.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature