E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2016:2761
Hoge Raad, 16/00743

Inhoudsindicatie:

OM-cassatie. Vrijspraak poging doodslag op geboren baby’s omdat niet duidelijk is dat zij tijdens de poging leefden. Ondeugdelijke poging? Art. 45.1 Sr. Het Hof heeft tot uitgangspunt genomen dat voor het antwoord op de vraag of sprake is van een strafbare poging tot (kinder)doodslag van wezenlijk belang is of de baby's tijdens of kort na de geboorte hebben geleefd. Het Hof heeft geoordeeld dat dit niet met voldoende mate van zekerheid is vast te stellen. Voor de vraag of de tlgd. poging tot (kinder)doodslag kan worden bewezen, is van belang of is gehandeld "ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf" op de grond dat de in de tll. omschreven en mitsdien te bewijzen gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van dat misdrijf (ECLI:NL:HR:1978:AC6373, NJ 1979/52). De enkele omstandigheid dat onzekerheid bestaat omtrent het antwoord op de vraag of de baby's tijdens of kort na de geboorte leefden, doet niet af aan de mogelijkheid dat de aan verdachte tlgd. gedragingen zijn begaan "ter uitvoering van het door de verdachte voorgenomen misdrijf". Van die mogelijkheid is echter geen sprake indien de rechter aannemelijk acht dat de baby's dood ter wereld zijn gekomen. De HR casseert en verwijst de zaak naar een ander Hof.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie