E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2015:892
Hoge Raad, 13/00801

Inhoudsindicatie:

Economische delicten. Bevoegde kamer. De vorming van economische kamers binnen de Rb. Art. 52.1 RO, 38 en 39.2 WED. 1. Aan verdachte zijn naast economische delicten ook strafbare feiten niet zijnde economische delicten tlgd. die klaarblijkelijk in samenhang zijn begaan. Ex. art. 39.2 WED is de gewone strafkamer, die bevoegd is kennis te nemen van de tlgd. niet economische delicten, ook bevoegd kennis te nemen van de economische delicten. I.c. kan niet blijken van enig in rechte te respecteren belang van verdachte bij zijn klacht over de bevoegdheid van de “economische kamer” van de Rb. Nadere opmerking: Het Hof heeft vastgesteld dat het Bestuursreglement van de Rb geen melding maakt van (enkelvoudige of meervoudige) economische kamers en dat die kamers ook niet bij bestuursbesluit zijn gevormd. ’s Hofs oordeel dat in de Rb de inzet van de rechters die economische delicten beoordelen zodanig is geregeld, dat de specifieke rechterlijke deskundigheid die de bepalingen van art. 38 WED en art. 52.1 RO beogen te waarborgen bij de behandeling en beslissing van economische delicten, is verzekerd, kan niet afdoen aan het voorschrift van art. 52.1 RO dat economische kamers moeten worden gevormd.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie