Uitspraak
25 september 2015
Eerste Kamer
14/02908
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [eiseres 1],wonende te [woonplaats],
2. de gezamenlijke erfgenamen van [betrokkene 1], erflater,I. [eiseres 1],II. [eiser 2],III. [eiseres 3],allen wonende te [woonplaats]
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J. den Hoed,
t e g e n
VARDE INVESTMENTS (IRELAND) LIMITED,gevestigd te Dublin,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en Varde.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 278785 CV EXPL 3130-08 en 276810 CV EXPL 2719-08 van de kantonrechter te Almelo van 16 december 2008, 19 mei 2009 en 14 september 2010;
b. de arresten in de zaak 200.081.376 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 november 2011 en 14 januari 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Varde is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van eisers tot cassatie in het cassatieberoep tegen het tussenarrest van het hof en tot verwerping van het cassatieberoep tegen het eindarrest van het hof.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 19 juni 2015 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Varde begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, G. de Groot, V. van den Brink en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 25 september 2015.