Economische zaak. Strafoplegging. Het Hof, dat uitdrukkelijk heeft overwogen dat het rekening heeft gehouden met de financiële draagkracht van verdachte v.zv. deze ttz. is gebleken, heeft kennelijk geoordeeld dat de draagkracht van verdachte toereikend is om de opgelegde – voor de helft voorwaardelijke – geldboete te voldoen. Dat is in het licht van hetgeen door en namens verdachte omtrent o.m. het bedrag van zijn uitkering is aangevoerd, ook zonder nadere motivering niet onbegrijpelijk.