Kinderrechter. Art. 495.3 Sv. Leeftijd verdachte niet exact vast te stellen. Blijkens de p-v’s van de tz. in e.a. is aldaar noch door verdachte noch door diens raadsman aangevoerd dat ex art. 495.3 Sv de kinderrechter diende deel te nemen aan het ottz. Gelet hierop en in aanmerking genomen hetgeen het Hof heeft vastgesteld kan het middel niet slagen.