Uitspraak
28 juni 2013
nr. 13/02152
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 18 maart 2013, nr. AWB 12/4837, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Haarlem van 29 november 2012, betreffende huurtoeslag.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Tegen een op verzet gedane uitspraak van de Rechtbank betreffende een besluit ingevolge de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR), stelt de wet beroep in cassatie niet open. Aangezien het onderhavige cassatieberoep zich tegen zulk een uitspraak richt, is dat beroep niet-ontvankelijk. Daaraan doet niet af dat in de door de griffier van de Rechtbank aan belanghebbende gezonden brief van 18 maart 2013 staat vermeld dat belanghebbende tegen voormelde uitspraak in cassatie kan gaan.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2013.