Uitspraak
29 januari 2010
Eerste Kamer
09/04666
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. O.C. Bondam,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT 'S-GRAVENHAGE,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
De officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage heeft op 7 augustus 2009 verzocht om een voorwaardelijke machtiging tot opneming in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank 's-Gravenhage heeft, na mondelinge behandeling, bij tussenbeschikking van 1 september 2009 de officier van justitie in de gelegenheid gesteld alsnog een andere machtiging te verzoeken. De officier van justitie heeft op 1 oktober 2009, onder overlegging van een door [betrokkene 1] ondertekende geneeskundige verklaring, een nieuw verzoek ingediend bij de rechtbank tot het verlenen van primair een voorlopige machtiging en subsidiair een voorwaardelijke machtiging tot voortgezet verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis.
Nadat de rechtbank betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman, alsmede de behandelend arts [betrokkene 2], op 27 oktober 2009 had gehoord, heeft zij bij eindbeschikking van diezelfde datum de verzochte machtiging verleend voor de duur van zes maanden.
De eindbeschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de eindbeschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 29 januari 2010.