E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2010:BK4472
LJN BK4472, Hoge Raad, 09/03517

Inhoudsindicatie:

Arbeidsrecht. Kennelijk onredelijk ontslag. Gevolgencriterium (van art. 7:681 lid 2, aanhef en onder b, BW). Schadevergoeding. Ter beantwoording van de vraag of het ontslag op de voet van art. 7:681 lid 2, aanhef en onder b, BW kennelijk onredelijk is, dienen alle omstandigheden ten tijde van het ontslag in aanmerking te worden genomen. Art. 7:681 lid 1 BW verleent niet reeds een recht op schadevergoeding als een werknemer bij zijn ontslag geen vergoeding heeft gekregen. Dit is niet anders als de werknemer twee jaar onafgebroken arbeidsongeschikt is geweest. De schadevergoeding, bedoeld in art. 7:681 lid 1 BW dient ertoe de benadeelde een zekere mate van genoegdoening te verschaffen, in overeenstemming met aard en ernst van de tekortkoming van de wederpartij. De hoogte van deze vergoeding houdt nauw verband met de omstandigheden die de rechter tot zijn oordeel over de kennelijke onredelijkheid van het ontslag hebben gebracht. De rechter, aan wie bij de begroting van de schade een grote mate van vrijheid toekomt, dient zich steeds nauwkeurig rekenschap te geven van de factoren en omstandigheden die de hoogte van de vergoeding bepalen en dient hiervan op dusdanige wijze verantwoording af te leggen dat inzicht wordt gegeven in de afweging die tot zijn beslissing heeft geleid. De rechter mag de schade niet begroten aan de hand van een algemene (XYZ)formule. Uitgangspunt dat hoogte schadevergoeding wordt gemaximeerd op te verwachten inkomstenderving tot aan pensioen, onjuist. Aantal dienstjaren en leeftijd factoren waarmee de rechter bij de begroting van de schade rekening mag houden.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie