U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

kort geding met betrekking tot voormalige echtelijke woning in het kader van een echtscheidingsprocedure. In hoeverre kan vooruit gelopen worden op de te nemen beslissing in het kader van verdeling en verrekening vermogen?

Uitspraak



GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.162.429/01

arrest van 12 januari 2016

in de zaak van

[appellante],

wonende te [woonplaats] ,

appellante in principaal hoger beroep,

geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als de vrouw,

advocaat: mr. C.A.M.J. de Wit te Veghel,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde in principaal hoger beroep,

appellant in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als de man,

advocaat: mr. N. Vinke te Eindhoven,

op het bij exploot van dagvaarding van 10 december 2014 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 12 november 2014, door de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch gewezen tussen de vrouw als gedaagde en de man als eiser.

1 Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/01/283990/KG ZA 14-593)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding in hoger beroep;

de memorie van grieven met producties;

de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met producties;

de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep met producties;

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling

in principaal en incidenteel hoger beroep

3.1.

Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.

3.1.1.

Partijen zijn gehuwd geweest van 8 juli 1995 tot 26 maart 2014. Zij waren gehuwd na het maken van huwelijkse voorwaarden, inhoudende – kort gezegd – uitsluiting van iedere vermogensrechtelijke gemeenschap met een periodiek verrekenbeding.

Partijen hebben drie minderjarige kinderen in de leeftijd van respectievelijk 16, 15 en 12 jaar.

De echtscheidingsbeschikking d.d. 11 december 2013 bevat in het dictum (naast de uitgesproken echtscheiding ) een aantal eindbeslissingen op nevenverzoeken. Voor zover thans relevant is in het dictum van de beschikking bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de man zal zijn; verder is bepaald dat de vrouw tegenover de man het recht heeft om in de woning aan het adres [adres] in [woonplaats] te blijven wonen tot zes maanden na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. Deze termijn is op 26 september 2014 geëindigd.

In de overwegingen van de echtscheidingsbeschikking heeft de rechtbank omtrent de woning in [woonplaats] verder geoordeeld dat deze gemeenschappelijk eigendom is in die zin dat de man voor 70% eigenaar is en de vrouw voor 30%. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat de woning zal worden toegedeeld aan de man, mits hij aannemelijk maakt dat hij in staat is om hetgeen hij in dit verband uit hoofde van overbedeling aan de vrouw verschuldigd wordt, aan de vrouw te voldoen. De rechtbank heeft een taxateur benoemd om de waarde van de woning te taxeren. De taxateur heeft de woning gewaardeerd op een bedrag van € 575.000,-.

In verband met de verrekenvordering van de vrouw heeft de rechtbank eveneens een deskundige benoemd, dit teneinde haar te adviseren omtrent de omvang van de niet-uitgekeerde winsten in de B.V. waarvan de man DGA is, alsmede omtrent de hoogte van de lijfrente-aanspraak in de onderneming van de man en omtrent de mogelijkheden om gelden aan de onderneming van de man te onttrekken zonder de continuïteit van de onderneming in gevaar te brengen.

Omtrent de verdeling en verrekening heeft de rechtbank nog geen eindbeschikking gegeven.

3.1.2.

In het onderhavige kort geding vorderde de man in eerste aanleg, samengevat, om de vrouw te veroordelen:

- tot ontruiming van de voormalige echtelijke woning in [woonplaats] ;

- tot afgifte van kopieën van bankafschriften per peildatum 4 oktober 2012, dit op verbeurte

van een dwangsom;

- tot medewerking aan het passeren van de notariële akte tot overdracht van het aandeel van

de vrouw in de woning in [woonplaats] , dit op verbeurte van een dwangsom;

- tot betaling van de proceskosten.

3.1.3.

De voorzieningenrechter heeft bij vonnis waarvan beroep de vrouw veroordeeld om de voormalige echtelijke woning uiterlijk 1 maart 2015 te ontruimen met machtiging van de man om de tenuitvoerlegging van het vonnis zo nodig met behulp van de sterke arm van justitie en politie te bewerkstelligen. Verder heeft de voorzieningenrechter de vrouw veroordeeld tot het verschaffen van kopieën van bankafschriften op verbeurte van een dwangsom, een en ander zoals in het vonnis nader is omschreven. De vordering van de man om de vrouw te veroordelen tot medewerking aan het passeren van de notariële akte tot overdracht van het aandeel van de vrouw in de woning in [woonplaats] is door de voorzieningenrechter afgewezen. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten gecompenseerd.

3.1.4.

Beide partijen hebben in hoger beroep grieven aangevoerd tegen het vonnis van de voorzieningenrechter.

3.2.

De grieven 1 tot en met 3 van de vrouw richten zich tegen de toewijzing van de vordering van de man tot ontruiming van de voormalige echtelijke woning door de vrouw. Uit de memorie van antwoord in incidenteel appel maakt het hof op dat de vrouw uitvoering heeft gegeven aan de veroordeling tot ontruiming van de voorzieningenrechter. De vrouw concludeert in hoger beroep dat de vordering tot ontruiming alsnog dient te worden afgewezen.

Naar het oordeel van het hof falen de grieven 1 tot en met 3 van de vrouw. Het hof acht van doorslaggevend belang dat de rechtbank in de echtscheidingsbeschikking heeft bepaald dat de man de dagelijkse zorg voor de drie kinderen zal hebben en dat de voormalige echtelijke woning (die voor 70% eigendom van de man is) aan hem zal worden toegedeeld. De vrouw heeft weliswaar aangevoerd dat lang niet zeker is dat de man de overname van haar aandeel in de woning zal kunnen financieren, met name gelet op de verrekenvordering die zij op de man stelt te hebben, maar hieromtrent is het hof van oordeel dat zowel uit de inhoud van de echtscheidingsbeschikking als uit de processtukken van het onderhavige kort geding blijkt dat partijen ingrijpend van mening verschillen over de afwikkeling van de verdeling en verrekening; naar het oordeel van het hof zou het onjuist zijn om vooruit te lopen op de door de rechtbank nog te nemen beslissingen op dit punt. Anders dan de vrouw meent is er, in het kader van de in dit kort geding te treffen voorlopige voorzieningen, geen reden om thans reeds aan te nemen dat de man de overname van het aandeel van de vrouw in de woning niet zal kunnen financieren.

Het hof acht, in het kader van de afweging van belangen, ook nog van belang (net als de voorzieningenrechter) dat de vrouw kennelijk niet in staat was om de woning gedurende de periode waarin zij deze met uitsluiting van de man bewoonde, in behoorlijke staat te houden en tevens dat aan de vrouw ruim de tijd is geboden om vervangende woonruimte te zoeken.

De omstandigheid dat de man, gedurende het verblijf van de vrouw in de voormalige echtelijke woning, kon beschikken over een tijdelijke huurwoning elders, doet aan het voorgaande in onvoldoende mate af.

3.3.

De vierde grief van de vrouw is gericht tegen haar veroordeling om kopieën van bankafschriften over te leggen. Waarom deze beslissing van de voorzieningenrechter onjuist zou zijn wordt door de vrouw niet toegelicht. Partijen zijn het erover eens dat de vrouw inmiddels geheel aan de uitspraak van de voorzieningenrechter op dit punt heeft voldaan.

Dit betekent dat ook deze grief faalt.

3.4.

De eerste grief van de man in incidenteel appel is gericht tegen de afwijzing door de voorzieningenrechter van zijn vordering om de vrouw te veroordelen tot medewerking aan het passeren van de notariële akte tot overdracht van haar aandeel in de woning in [woonplaats] , dit op verbeurte van een dwangsom.

Deze grief faalt. Voor de hand ligt dat de overdracht van het aandeel van de vrouw in de woning plaatsvindt als onderdeel van de algehele afwikkeling van de verdeling en verrekening tussen partijen. Zoals overwogen verschillen partijen ingrijpend van mening over die financiële afwikkeling. De rechtbank is nog niet toe aan een oordeel omtrent de geschillen op dit punt. Door de man is onvoldoende onderbouwd wat zijn belang is om thans bij wijze van voorlopige voorziening vooruit te lopen op de door de rechtbank nog te nemen beslissingen met betrekking tot de verdeling en verrekening.

3.5.

De tweede incidentele grief van de man, gericht tegen de proceskostenbeslissing van de voorzieningenrechter, faalt eveneens. Gelet op de uitkomst van de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep en mede gelet op het feit dat partijen ex-echtgenoten zijn, is er voldoende reden om de proceskosten te compenseren, zowel die van de eerste aanleg als van het hoger beroep.

3.6.

Partijen hebben in algemene termen bewijs aangeboden van hun stellingen. Nog afgezien van het feit dat er in kort geding geen plaats is voor een uitgebreid feitenonderzoek, geldt zowel voor het aanbod van de vrouw als voor het aanbod van de man dat het bewijsaanbod onvoldoende specifiek is om voor honorering in aanmerking te kunnen komen.

3.7.

De conclusie is dat het vonnis waarvan beroep dient te worden bekrachtigd.

4 De uitspraak

Het hof:

op het principaal en incidenteel hoger beroep

bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;

compenseert de kosten van het hoger beroep in die zin dat iedere partij de eigen kosten moet dragen.

Dit arrest is gewezen door mrs. M.G.W.M. Stienissen, W.Th.M. Raab en M.J. van Laarhoven en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 januari 2016.

griffier rolraadsheer


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature