Aanslag leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een eerder verleende omgevingsvergunning, waar nog geen gebruik van is gemaakt.
De Rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een geringe wijziging van het bouwplan. Het Hof onderschrijft het oordeel van de rechtbank en heeft hierbij mede in zijn oordeel betrokken dat, naar de omstandigheden beoordeeld, redelijkerwijs niet meer kan worden gesproken van hetzelfde bouwplan, maar dat het gewijzigde bouwplan als een nieuw bouwplan moet worden aangemerkt.
Het beroep op het vertrouwensbeginsel wordt verworpen.
Er is geen sprake van een onredelijke en willekeurige belastingheffing.