Spoedappel.
Het hof is voorshands van oordeel - ambtshalve de rechtsgronden aanvullend - dat de overeenkomst tussen partijen de kenmerken heeft van een agentuurovereenkomst en dat die agentuurovereenkomst onregelmatig, zonder inachtneming van de wettelijke opzegtermijn, is opgezegd. De omstandigheid dat een agentuurovereenkomst op de voet van artikel 6:265 e.v. BW ook buitengerechtelijk kan worden ontbonden wegens een tekortkoming in de nakoming van verbintenissen, kan geen afbreuk doen aan de bescherming van de agent die is beoogd met de dwingendrechtelijke wettelijke regeling inzake de agentuurovereenkomst in boek 7 BW.