Het Hof is van oordeel dat de belastingrechter voor de toepassing van het eigenwoningwaarde gebonden is aan de vastgestelde WOZ-waarde, zoals vastgelegd in artikel 3.112 Wet IB.
De rechter die beslist over de WOZ-beschikking heeft de vrijheid rekening te houden met alle door belanghebbende genoemde omstandigheden. Indien de rechter aan die omstandigheden niet het gewicht of de betekenis toekent die belanghebbende verdedigt, maakt dat de rechterlijke uitspraak niet onrechtmatig.