E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHSHE:2012:BY1260
LJN BY1260, Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 11/00700

Inhoudsindicatie:

Belanghebbende is indirect aandeelhouder van twee vennootschappen die tezamen een commanditaire vennootschap C C.V. vormen. CV C is maat in een maatschap van belastingadviseurs en accountants, maatschap A. De CV draagt in het kader van een reorganisatie het maatschapsaandeel over aan maatschap B waarin belanghebbende en een door hem beheerste BV maten zijn. De waarde van de goodwill bedraagt € 1.500.000. Daarover zijn partijen het eens. Het maatschapsaandeel wordt overgedragen tegen een winstrecht met een looptijd van 15 jaar, rechtgevend op 60% van de winst van maatschap B. De Inspecteur stelt dat de overdracht tegen een winstrecht niet-zakelijk is, omdat CV C aanvankelijk recht had op een vol winstaandeel in maatschap A, en na de overdracht (indirect) slechts op 60% van dat winstaandeel. Hof: geen schijnhandeling, noch fraus legis. Gelet op de omstandigheid dat het gaat om een werkelijke overdracht van het maatschapsaandeel A, heeft na de overdracht maatschap B recht op het volle winstaandeel en niet CV C. CV C heeft slechts recht op betaling van een prestatie die de zakelijk bepaalde tegenwaarde vormt voor de door haar overgedragen goodwill van € 1.500.000, en die zakelijk bepaalde tegenprestatie is het winstrecht. Bij de berekening van het winstrecht is voldoende rekening gehouden met het debiteurenrisico. Hoewel de zakelijkheid van de vergoeding getoetst moet worden op het moment dat die wordt bedongen, kan naar het oordeel van het Hof acht worden geslagen op de werkelijke ontwikkelingen die zich nadien hebben voorgedaan, omdat die een licht kunnen werpen op de vraag of de prognose die aan de berekening van het winstrecht ten grondslag, juist was.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie