07/00191
Belanghebbende en zijn partner bezitten (middellijk) alle aandelen in D B.V. De activiteiten van D B.V. bestaan het uit het drijven van een groothandel in luchtbehandelingsapparatuur. Op 1 mei 2000 werd door belanghebbende, zijn partner en D B.V. een overeenkomst van stille maatschap aangegaan. Er zijn ter zake echter geen formulieren startende ondernemingen ingediend bij de Belastingdienst. Ook is de maatschap niet aangemeld als ondernemer voor de omzetbelasting. Per 1 januari 2001 heeft belanghebbende een overeenkomst ondertekend waarbij hij zijn onderneming verkoopt aan D B.V.
Volgens het hof is belanghebbende in 2000 niet aan te merken als ondernemer voor de inkomstenbelasting omdat de stille maatschap in materiële zin geen onderneming dreef. Het hof leidt uit de feiten en omstandigheden af dat D B.V. voor 1 mei 2000 al ondernemingshandelingen heeft verricht waardoor vóór 1 mei 2000 in fiscale zin reeds sprake was van een onderneming welke voor rekening en risico van D werd gedreven. Nu blijkens de maatschapsovereenkomst door D B.V. uitsluitend arbeid en kennis is ingebracht en de administratie van de onderneming op naam van D wordt gevoerd, drijft de maatschap volgens het hof geen onderneming en kan belanghebbende niet als ondernemer worden aangemerkt.