Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Wijziging voornamen. Zwaarwegend belang. BW 1:4, vierde lid.

Uitspraak



GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector civiel recht

Uitspraak : 11 mei 2011

Zaaknummer : 200.077.885.01

Rekestnr. rechtbank : FA RK 06-5003

[verzoeker] en [verzoekster],

wonende te [woonplaats],

verzoekers in hoger beroep,

in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van de na te noemen minderjarige,

hierna te noemen: de ouders,

advocaat mr. J. Bolt te Groningen.

Als belanghebbende zijn aangemerkt:

1. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente’s-Gravenhage,

zetelend te ’s-Gravenhage,

verweerder in hoger beroep,

hierna te noemen: de ambtenaar;

2. het Openbaar Ministerie, ressortsparket ’s-Gravenhage,

zetelend te ’s-Gravenhage,

verweerder in hoger beroep,

hierna te noemen: het Openbaar Ministerie.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De ouders zijn op 29 november 2010 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 30 augustus 2010 van de rechtbank ’s-Gravenhage.

De ambtenaar heeft op 13 januari 2011 een verweerschrift ingediend.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

van de zijde van de ouders:

- op 8 december 2010 een brief van 7 december 2010 met bijlagen;

- op 19 januari 2011 een brief van dezelfde datum.

Van de zijde van het OM is op 18 april 2011 een faxbericht ingekomen, met als bijlage een conclusie in de zaak, en met de mededeling dat de advocaat-generaal niet ter terechtzitting aanwezig zal zijn.

Zowel van de advocaat van de ouders als van de ambtenaar heeft het hof op 20 april 2011 per faxbrief bericht ontvangen dat zij ermee instemmen dat de zaak zonder mondelinge behandeling wordt beslist.

Gelet op het vorenstaande heeft de door het hof geplande mondelinge behandeling op 21 april 2011 geen doorgang gevonden.

PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.

Bij die beschikking is de wijziging gelast van de voornamen van de minderjarige [oorspronkelijke voornaam], geboren [in 2004] te [geboorteplaats] ([geboorteland]), hierna te noemen: de minderjarige, in dier voege dat haar voornamen zullen luiden ‘[voornamen met spelfout]’.

Bij beschikking van 22 november 2010 heeft de rechtbank ’s-Gravenhage de verbetering van de voornamen van de minderjarige in ‘[voornamen zonder spelfout]’ op de voet van artikel 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geweigerd.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.

BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

1. De ouders verzoeken de bestreden beschikking, met instandhouding van de overige beslissingen, te vernietigen en alsnog te bepalen dat de voornamen van de minderjarige zullen luiden [voornamen zonder spelfout]’. De ouders stellen dat de rechtbank als gevolg van een typefout in het inleidend verzoekschrift, ten onrechte de wijziging van de voornamen van de minderjarigen in ‘[voornamen met spelfout]’ heeft gelast.

2. De ambtenaar verzoekt de ouders niet-ontvankelijk te verklaren in hun beroep. Hoewel de ambtenaar stelt begrip te hebben voor het verzoek van de ouders, meent hij dat het beroep is gericht tegen de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 22 november 2010, tegen welke beschikking op grond van artikel 31 lid 4 Rv geen hoger beroep open staat.

3. Het Openbaar Ministerie concludeert primair dat de ouders niet-ontvankelijk zijn in hun hoger beroep op grond van artikel 31 lid 4 Rv . Subsidiair concludeert het Openbaar Ministerie tot verbetering van de bestreden beschikking, aangezien de grief van de ouders inhoudelijk juist is. Het Openbaar Ministerie is van mening dat de ouders terecht hebben gesteld dat de bestreden beschikking op een typefout berust, nu uit de bij het verzoekschrift gevoegde productie 4 en uit alle overige stukken die zien op de adoptie en de verbetering van de geboorteplaats blijkt dat de voornaam van de minderjarige ‘[oorspronkelijke voornaam]’ was.

Ontvankelijkheid

4. Hoewel de ouders in hun beroepschrift in beroep komen van de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 22 november 2010, tegen welke beschikking op grond van artikel 31 lid 4 Rv geen voorziening open staat, begrijpt het hof het beroepschrift van de ouders aldus - mede gelet op de brief van de advocaat van de ouders van 19 januari 2011 - dat zij in hoger beroep komen van de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 30 augustus 2010. De ouders kunnen derhalve worden ontvangen in hun hoger beroep.

Wijziging voornamen

5. Het hof stelt voorop dat de rechter ingevolge artikel 1:4, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) wijziging van de voornamen kan gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwegend belang te bestaan. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a, eerste lid, BW .

6. Het hof is van oordeel dat op grond van de overgelegde stukken voldoende vast is komen te staan dat de voornaam die de minderjarige bij haar geboorte heeft verkregen ‘[oorspronkelijke voornaam]’ luidt. Gelet hierop acht het hof het aannemelijk dat in het verzoekschrift in eerste aanleg een schrijffout is gemaakt, daar waar wordt verzocht om de voornamen van de minderjarige te wijzigen in ‘[voornamen met spelfout]’. Naar het oordeel van het hof bestaat er een voldoende zwaarwegend belang om de voornamen van de minderjarige te wijzigen in ‘[voornamen zonder spelfout]’. Het hof neemt daartoe in aanmerking dat ook de ambtenaar en het Openbaar Ministerie van mening zijn dat het verzoek van de ouders in beginsel voor toewijzing vatbaar is.

Het hof zal de bestreden beschikking in zoverre vernietigen en de ambtenaar gelasten de voornamen van de minderjarige te wijzigen op de wijze zoals door de ouders in hoger beroep is verzocht.

7. Nu gebleken is dat de ambtenaar op 15 december 2010 een latere vermelding betreffende de wijziging van de voornamen van de minderjarige heeft opgemaakt, zal het hof tevens de doorhaling van deze latere vermelding gelasten.

8. Mitsdien beslist het hof als volgt.

BESLISSING OP HET HOGER BEROEP

Het hof:

vernietigt de bestreden beschikking voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en, opnieuw beschikkende:

gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage tot doorhaling

van de op 15 december 2010 opgemaakte latere vermelding betreffende de wijziging van de voornamen van de minderjarige;

gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage aan de onder hem berustende akte van geboorte van de minderjarige een latere vermelding toe te voegen, inhoudende dat de voornamen van de minderjarige zullen luiden:

[voornamen zonder spelfout];

verstaat dat de griffier niet eerder dan drie maanden na heden en slechts indien geen cassatie is ingesteld een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand zendt, onder wie de akte berust waaraan de latere vermelding van deze beschikking dient te worden toegevoegd.

Deze beschikking is gegeven door mrs. Kamminga, Van Dijk en Hulsebosch, bijgestaan door mr. Veldmans als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 mei 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature