U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Huwelijksvermogensrechtelijke zaak. Benoeming van de notaris door de rechtbank in stand gelaten. Notaris krijgt wel een meeromvattende opdracht ex artikel 677 Rv. met benoeming van raadsheer-commissaris om voortgang te bewaken.

Uitspraak



Uitspraak : 23 augustus 2006

Rekestnummer : 059-H-06

Rekestnr. rechtbank : 05.1798

GERECHTSHOF TE ’S-GRAVENHAGE

FAMILIEKAMER

B e s c h i k k i n g

in de zaak van

[verzoekster],

wonende te Wassenaar,

verzoekster, tevens incidenteel verweerster, in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

procureur mr. E. Schenkius,

tegen

[verweerder],

wonende te Wassenaar,

verweerder, tevens incidenteel verzoeker, in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

procureur voorheen mr. H.C. Grootveld, thans mr. W. Heemskerk.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De vrouw is op 13 januari 2006 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank te ‘s-Gravenhage van 14 oktober 2005.

De man heeft op 2 maart 2006 een verweerschrift tevens houdende incidenteel appel ingediend.

De vrouw heeft op 23 maart 2006 een verweerschrift op het incidenteel appel ingediend.

Van de zijde van de vrouw zijn bij het hof op 31 januari 2006 en 17 maart 2006 aanvullende stukken ingekomen.

Op 31 maart 2006 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de vrouw, bijgestaan door haar procureur, en de man, bijgestaan door zijn advocate, mr. J.M. Spronk. Partijen en hun raadslieden hebben het woord gevoerd. Mr. Spronk heeft dit onder meer aan de hand van de bij de stukken gevoegde pleitnotitie gedaan.

VASTSTAANDE FEITEN EN HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.

De echtscheidingsbeschikking is op 22 november 2005 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

BEOORDELING VAN HET PRINCIPALE EN HET INCIDENTE-LE HOGER BEROEP

1. In geschil is de vordering van de vrouw op de man om een bedrag te voldoen van € 352.184,-, alsmede de partneralimentatie ten behoeve van de vrouw. Voorts is in geschil de afgifte door de vrouw aan de man van een aantal bankafschriften en een aantal goederen.

2. De vrouw verzoekt de bestreden beschikking voor wat betreft de afwijzing van het door haar verzochte, door de man aan haar te betalen bedrag, voor zover dat het bedrag van € 35.000,- te boven gaat in het kader van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden te vernietigen en, opnieuw beschikkende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

- een deskundige te benoemen om de financiële geldstromen te onderzoeken en ter bepaling van het bedrag dat de man wegens onttrekking aan het vermogen van de vrouw aan haar dient te betalen;

- de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden tussen partijen, mede op basis van het deskundigenrapport en het bepaalde in de huwelijkse voorwaarden, vast te stellen.

3. De man bestrijdt haar beroep en verzoekt in het incidenteel hoger beroep de bestreden beschikking met betrekking tot het bedrag dat hij man aan de vrouw dient te betalen wegens toescheiding aan hem van de BMW te vernietigen en, opnieuw beschikkende:

- het bedrag zoals door de man te betalen vast te stellen op de helft van de waarde van de auto op het moment van indiening van het verzoekschrift echtscheiding , te weten 31 maart 2005, dan wel op een bedrag als het hof meent te behoren;

- de vrouw te veroordelen tot afgifte van de bankafschriften van de rekening bij de ING met nummer 680748121, alsmede van de ING-rekening waarvan de man het nummer niet weet, van de ABN AMRO bankrekening met nummer 513812598, alsmede eventuele onbekende ABN AMRO rekeningen en tot slot van de Fortis rekening, zoals door de man in prima gevorderd;

- (naar het hof begrijpt: voorwaardelijk) de alimentatiebeslissing te wijzigen en een bedrag vast te stellen zoals het hof meent te behoren vanaf het moment dat de man een uitkering inzake van verrekening/afrekening aan de vrouw zal dienen te voldoen;

- de vrouw te veroordelen tot afgifte aan de man van het gereedschap, zijn bureau, en de geluidsinstallatie B&O en nog nader aan te geven goederen uit de inboedel.

4. De vrouw verzet zich daartegen.

5. De vrouw stelt in haar appelschrift dat zij het niet eens is met hetgeen de rechtbank heeft gesteld en beslist met betrekking tot de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden tussen partijen. Zij erkent dat de door haar overgelegde gegevens, zoals het rapport van Van Wezel accountants en diverse bankafschriften, niet volledig zijn, maar zij meent wel te hebben aangetoond dat een nader onderzoek naar het verloop van het door haar geërfde vermogen door een deskundige geïndiceerd is. Voorts geeft zij in haar appelschrift aan hoe volgens haar het verloop van het door haar geërfde vermogen is geweest en op welke punten daarover volgens haar nog onduidelijkheid bestaat.

Ten aanzien van het verzoek van de man tot afgifte van een aantal goederen stelt de vrouw dat de man dient aan te tonen dat die goederen zijn eigendom zijn en beschouwt zij, wanneer zij van de man het eenpersoonsbed zal ontvangen, de verdeling van de roerende zaken als geregeld.

6. De man stelt in zijn verweerschrift voorop dat het volstrekt irreëel is dat hij verantwoording aflegt over het verloop van het door de vrouw geërfde vermogen. Partijen hebben na het verkrijgen van de erfenis gezamenlijke beslissingen genomen omtrent de bestedingen casu quo de vrouw heeft zelfstandig uitgaven verricht. Wanneer hij ten aanzien van dat vermogen transacties verrichtte, informeerde hij de vrouw altijd. Voorts geeft ook de man aan hoe volgens hem het verloop is geweest van het geërfde vermogen en op welke punten daarover volgens hem nog onduidelijkheid bestaat.

Ten aanzien van zijn verzoek tot afgifte van een aantal goederen merkt de man op dat hij zich ervan bewust is dat een groot deel van de inboedel bekostigd is uit de erfenis alsmede de verhoging van de hypothecaire lening, maar dat hij toch graag zijn gereedschap, zijn eigen bureau en de B&O installatie, alsmede nog enkele nog nader vast te stellen goederen wenst te ontvangen.

7. Het hof overweegt als volgt. Nu de standpunten van partijen ter zake van het verloop van het door de vrouw geërfde vermogen ver uit elkaar liggen en er – ook in hoger beroep – teveel onduidelijkheden zijn, acht het hof zich onvoldoende voorgelicht. In eerste aanleg heeft de rechtbank met betrekking tot de verdeling van de gemeenschappelijk inboedel een notaris en twee onzijdige personen benoemd. Ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat deze notaris nog niet met haar werkzaamheden is aangevangen, nu partijen met haar nog geen contact hebben opgenomen. Gelet op het vorenstaande ziet het hof aanleiding om de zaak met betrekking tot de afwikkeling van artikel 3 van de huwelijkse voorwaarden casu quo het verloop van het door de vrouw geërfde vermogen, alsmede met betrekking tot het verzoek van de man tot afgifte van de goederen zoals weergegeven onder 3, laatste gedachtestreepje, te verwijzen naar de door de rechtbank benoemde notaris. Het hof overweegt hierbij dat ook de notaris de bevoegdheid zal hebben om in geval deze partijen ten aanzien van een of meer geschilpunten niet zal kunnen verenigen, het hof te berichten dat een beslissing daarop noodzakelijk is.

8. Nu de man slechts voor het geval hij door het hof in het kader van de afwikkeling van artikel 3 van de huwelijkse voorwaarden veroordeeld mocht worden tot betaling van een geldbedrag, hoger beroep heeft ingesteld tegen de partneralimentatie en het hof voor partijen de mogelijkheid wil laten bestaan om op dit punt bij voornoemde notaris tot overeenstemming te komen, zal het hof de beslissing ten aanzien van de partneralimentatie - alsmede iedere andere beslissing – aanhouden. Met het oog op een goede voortgang van de werkzaamheden die tot verdeling moeten leiden zal het hof voorts een raadsheer-commissaris benoemen.

9. Mitsdien moet als volgt worden beslist.

BESLISSING OP HET PRINCIPALE EN HET INCIDENTELE HOGER BEROEP

Het hof:

verwijst de zaak met betrekking tot de huwelijksvermogensrechtelijke afwikkeling naar de door de rechtbank in de bestreden beschikking benoemde notaris;

beveelt de griffier de notaris van deze verwijzing schriftelijk in kennis te stellen;

bepaalt dat de man en de vrouw met het oog op de verdeling voor de notaris voornoemd moeten verschijnen op door deze te bepalen tijd en plaats;

houdt de overige beslissingen met betrekking tot de verdeling aan tot dat ofwel de meest gerede partij door tussenkomst van diens procureur en met afschrift aan de procureur van de wederpartij en aan de notaris, dan wel de notaris schriftelijk en met afschrift aan de procureur van elk van partijen, het hof heeft bericht dat een nadere beslissing op een of meer geschilpunten noodzakelijk is omdat de notaris partijen niet heeft kunnen verenigen;

bepaalt dat de notaris in geval zij haar werkzaamheden heeft beëindigd het hof daarvan schriftelijk in kennis zal stellen;

benoemt tot raadsheer-commissaris mr A.L.G.A. Stille;

houdt de behandeling inzake de verdeling pro forma aan tot zaterdag 30 december 2006;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Deze beschikking is gegeven door mrs. Pannekoek-Dubois, Stille en Kleykamp-van der Ben, bijgestaan door mr. Janssen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 augustus 2006.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature