Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Is verzoekster, tevens erfgename van de man, belanghebbende in een procedure, waarin is vastgesteld dat de man de vader is van een kind verwekt in een relatie met een andere vrouw dan verzoekster?

Uitspraak



Uitspraak : 30 juni 2004

Rekestnummer : 1123-R-03

Rekestnr. rechtbank : F1 RK 03-85

GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE

FAMILIEKAMER

B e s c h i k k i n g

in de zaak van

[eiseres],

wonende te [woonplaats], gemeente [x],

verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: de verzoekster,

procureur mr. M. Spaa,

tegen

[benadeelde partij], in haar hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigster van de hierna te noemen [kind],

wonende te [woonplaats],

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de moeder,

procureur mr. H.H.M. de Vries-Veringa.

Als belanghebbende is aangemerkt:

mr. G.E. van der Pols,

in zijn hoedanigheid van bijzondere curator over de hierna te noemen minderjarige [kind],

kantoorhoudende te Rotterdam,

hierna te noemen: de bijzondere curator.

PROCESVERLOOP

De verzoekster is op 17 december 2003 in hoger beroep gekomen van de beschikking van de rechtbank te Rotterdam van 17 september 2003.

De moeder heeft op 12 mei 2004 een verweerschrift ingediend.

Van de zijde van de verzoekster zijn bij het hof op 2 februari 2004 en 17 mei 2004 aanvullende stukken ingekomen.

Op 19 mei 2004 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de verzoekster, bijgestaan door haar advocaat, mr. P.A. de Lange en de moeder, bijgestaan door haar advocaat, mr. H.J. Roks. Verder is verschenen de bijzondere curator. Het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door de advocaat-generaal mr. J.P. Wittop Koning, heeft schriftelijk geconcludeerd.

VASTSTAANDE FEITEN

Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzit-ting staat - voor zover in hoger beroep van belang - tussen partijen het volgende vast.

De moeder en [vader], verder te noemen: de man, hebben een affectieve relatie met elkaar gehad. Op [geboortedatum] is uit de moeder geboren de minderjarige [kind], verder te noemen: [kind].

De man is op [x] te Rotterdam overleden.

Op 9 januari 2003 heeft de moeder bij de rechtbank te Rotterdam een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man over [kind] ingediend.

Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank vastgesteld dat de man de vader is van [kind].

DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET HOGER BEROEP

1. De verzoekster verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, het verzoek van de moeder alsnog af te wijzen, met veroordeling van de moeder in de kosten van beide instanties. De moeder bestrijdt haar beroep.

2. Het hof stelt voorop dat het beroepschrift, dat bij het hof is ingekomen op 17 december 2003, zich richt tegen een beschikking van 17 september 2003. Ingevolge artikel 358 lid 2 Rv was de termijn waarbinnen hoger beroep tegen die beschikking kon worden ingesteld op het moment van indiening nog niet verstreken. Het beroep is immers ingesteld binnen drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak, en derhalve tijdig.

3. De verzoekster meent primair dat zij ontvankelijk is in haar hoger beroep, nu zij als belanghebbende is aan te merken in de zin van artikel 358 Rv . Zij is door de rechtbank als informant aangemerkt. Zij heeft met de man (erflater) samengewoond als waren zij gehuwd. De man, waarvan door de rechtbank geoordeeld is dat hij de vader is van [kind], heeft bij testament van 10 oktober 2001 verzoekster benoemd tot enig erfgenaam en executeur-testamentair. Door de vaststelling van het vaderschap zal de aan de verzoekster toevallende nalatenschap moeten worden gedeeld met [kind].

4. De moeder stelt zich op het standpunt dat de verzoekster niet-ontvankelijk dient te worden verklaard aangezien zij geen belanghebbende is in de zin van artikel 798 lid 1 Rv en derhalve ook geen belanghebbende is in de zin van artikel 358 Rv .

5. Het openbaar ministerie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van verzoekster in haar hoger beroep omdat zij geen belanghebbende is in de zin van artikel 798 Rv juncto 358 Rv.

6. De bijzondere curator heeft ter zitting verklaard dat het in het belang van [kind] is om te weten wie zijn biologische vader is en dat al het nodige dient te worden gedaan om dit te bewerkstelligen. Uit dit oogpunt acht hij het niet opportuun om de verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep.

7. Het hof oordeelt als volgt. Ingevolge artikel 798 lid 1 Rv wordt onder belanghebbende in zaken betreffende het personen- en familierecht verstaan degene op wiens rechten of verplichtingen de zaak rechtstreeks betrekking heeft. Iemand die slechts een indirect belang of een puur emotioneel belang bij de zaak heeft is geen belanghebbende.

Het hof is, anders dan verzoekster, van oordeel dat verzoekster niet behoort tot de kring van belanghebbenden, nu zij geen rechtstreeks belang heeft bij de onderhavige zaak. Immers, de belangen van verzoekster zijn van een geheel andere aard dan de belangen die een rol spelen bij de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en hebben geen invloed op de beslissing ten aanzien van het vaderschap. Verzoekster staat niet in enige familierechtelijke betrekking tot de man. Het feit dat verzoekster, die met de man heeft samengeleefd, bij testament tot diens erfgenaam is benoemd, maakt het voorgaande niet anders. Het hof tekent hierbij aan dat blijkens de Memorie van Toelichting, Kamerstukken II, 24 649, nummer 6, pagina 5, zelfs de wettige echtgenote van de erkenner geen belanghebbende is en zich derhalve niet kan verzetten tegen een erkenning door haar echtgenoot. Nu verzoekster niet als belanghebbende is aan te merken in de zin van artikel 798 Rv juncto 358 Rv dient zij in het door haar ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard. De belangen van het kind nopen in het onderhavige geval overigens niet tot het maken van een andere afweging.

8. Mitsdien moet beslist worden als volgt.

BESLISSING

Het hof:

verklaart de verzoekster niet-ontvankelijk in haar hoger beroep.

Deze beschikking is gegeven door mrs. Stille, Verbeek en Van Leuven, bijge-staan door Lekahena als griffier en uit-gespro-ken ter openba-re terechtzit-ting van 30 juni 2004.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature