U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Uitspraak



Uitspraak : 25 april 2001

Rekestnummer : 868-H-00

Rekestnr. rechtbank : Ad 00-873

GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE

FAMILIEKAMER

B e s c h i k k i n g

in de zaak van

[naam man],

wonende te [woonplaats man],

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

procureur mr. E. Grabandt.

Als belanghebbenden zijn aangemerkt:

1. [naam vader],

wonende te [woonplaats vader],

hierna te noemen: de vader,

procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,

2. [naam moeder],

wonende te [naam moeder],

hierna te noemen: de moeder.

PROCESVERLOOP

Verzoeker is op 27 november 2000 in hoger beroep gekomen van de beschikking van de rechtbank te ’s-Gravenhage van 27 september 2000.

De vader heeft op 24 januari 2001 een verweerschrift ingediend.

Van de zijde van verzoeker is bij het hof een brief met een bijlage ingekomen, gedateerd

2 februari 2001.

Namens de Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Den Haag is bij het hof een brief ingekomen gedateerd 3 januari 2001, onder meer inhou-dende de mededeling dat de Raad in deze geen rapporten en/of adviezen heeft uitge-bracht en om die reden niet ter terechtzitting vertegenwoordigd zal zijn.

Op 14 maart 2001 is de zaak mondeling behandeld. Daarbij zijn de kinderen buiten de aanwezigheid van partijen gehoord.

VASTSTAANDE FEITEN

Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzit-ting staat - voor zover in hoger beroep van belang - tussen de partijen het volgende vast.

De moeder en de vader zijn op 1 augustus 1986 met elkaar gehuwd. Uit hun huwelijk zijn geboren [naam kind 1], geboren op 15 november 1987, verder te noemen: [naam kind 1], en [naam kind 2], geboren op 8 juni 1989, verder te noemen: [naam kind 2].

In 1989 of daaromtrent is de vader voor een periode van 13 weken gedetineerd geweest. De moeder en de vader hebben hun samenwoning in het najaar van 1991 beëindigd toen de vader voor de tweede maal was gearresteerd. De vader heeft [naam kind 2] voor het laatst in 1997 gezien. Het contact met [naam kind 1] was al veel eerder verbroken.

Bij vonnis van 19 januari 1993 van de rechtbank te Haarlem is tussen de vader en de moeder de echtscheiding uitgesproken, die is ingeschreven op 25 mei 1993. Bij beschikking van 5 augustus 1993 is de moeder benoemd tot voogdes over de minderjarigen en de vader tot toeziend voogd en tevens is er een omgangsregeling vastgesteld.

De man en de moeder zijn op 21 oktober 1996 met elkander gehuwd. De man heeft de minderjarigen tenminste drie aaneengesloten jaren verzorgd en opgevoed. De moeder steunt het adoptieverzoek.

Op 7 februari 2000 heeft de man de rechtbank te ‘s-Gravenhage verzocht de adoptie uit te spreken van de minderjarigen door hem en de geslachtsnaam van de minderjarigen te wijzigen in [famlienaam man].

De rechtbank heeft bij beschikking van 27 september 2000 het verzoek van de man afgewezen.

BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

In geschil is de adoptie van de kinderen door de man.

1. De man verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en alsnog zijn inleidend verzoek toe te wijzen. De vader verzoekt de bestreden beschikking, zo nodig onder verbetering van de gronden, te bekrachtigen.

2. [naam kind 1 en naam kind 2] willen graag door de man geadopteerd worden.

3. De man heeft in de eerste grief aangevoerd dat de periode dat de vader met [naam kind 1 en naam kind 2] heeft samengewoond te kort is om te spreken van leven in gezinsverband in de zin van art. 1:228, lid 2, sub a. Hij voert aan dat de vader in de periode van 1987 tot 1992 veel van huis was en zich weinig gelegen heeft laten liggen aan de opvoeding van de kinderen.

Deze grief wordt verworpen. Naar het oordeel van het hof is de periode van samenleving lang en intensief genoeg geweest om leven in gezinsverband van de vader met de kinderen aan te nemen.

4. In zijn tweede grief stelt de man dat de vader geen enkel contact meer heeft met de kinderen en dat het er naar uitziet dat dat niet zal worden hersteld, dat hij zelf al negen jaar de rol van vader vervult en dat de vader daarom geen enkel belang heeft bij zijn weigering toe-stem-ming te geven voor de adoptie. Het hof begrijpt dat de man bedoelt te stellen dat de vader met zijn weigering om in te stemmen met de adoptie misbruik maakt van zijn bevoegdheid tot tegenspraak en dat daarom aan zijn tegenspraak voorbij kan worden gegaan.

Ook deze grief faalt. De wetgever heeft strenge eisen gesteld aan het voorbijgaan aan de tegenspraak van een ouder, omdat een adoptie onomkeerbare gevolgen met zich meebrengt. De banden met de ouder worden volledig verbroken. De vader heeft onbetwist aangevoerd dat de moeder eenzijdig de omgang met de kinderen heeft afgebroken en dat hij hoopt op herstel van het contact. Hij zou het gevoel hebben dat hij de kinderen voorgoed kwijt zou zijn als nu ook nog de juridische band met de kinderen definitief zou worden doorgesneden, hij zou dit zeer betreuren. De vader heeft er dan ook belang bij zich te verzetten tegen het doorsnijden van deze juridische band, zodat van misbruik van bevoegdheid geen sprake is.

Deze grief wordt verworpen.

5. Dit leidt ertoe dat de bestreden beschikking dient te worden bekrachtigd.

BESLISSING

Het hof:

bekrachtigt de bestreden beschikking.

Deze beschikking is gegeven door mrs. De Bruijn-Lückers, Pannekoek-Dubois en Van Montfoort, bijge-staan door mr. Dorhout als griffier en uit-gespro-ken ter openba-re terechtzit-ting van 25 april 2001.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature