U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Incident. Verzet tegen schorsing na rechtsopvolging. Kwaliteit van verhuurder overgegaan op de koper. Art. 225 Rv.

Uitspraak



Arrest d.d. 23 oktober 2012

Zaaknummer 200.071.256/01

(zaaknrs. rechtbank: 386050 / CV EXPL 08-16677 en

382624 / 08-120)

HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN

Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in het incident tot schorsing ex art. 225 Rv, zoals ingeroepen door:

De gemeente Eemsmond,

zetelende te Uithuizen,

eiseres in het incident,

hierna te noemen: de gemeente,

advocaat: mr. J. Werle, kantoorhoudende te Leeuwarden,

in de zaak van

[appellanten],

laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats],

appellanten,

verweerders in het incident,

in eerste aanleg: gedaagden in conventie, eisers in reconventie,

hierna te noemen: de erfgenamen,

advocaat: mr. J.F. Koenders, kantoorhoudende te Groningen,

tegen

stichting Zielhoes Noordpolderzijl,

gevestigd te Usquert (gemeente Eemsmond),

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in reconventie,

hierna te noemen: de stichting,

advocaat: mr. J. Werle, kantoorhoudende te Leeuwarden.

Het geding in eerste instantie

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het provisionele vonnis van 19 november 2008, het tussenvonnis van 26 februari 2009 en het eindvonnis van 29 april 2010 (zoals hersteld bij vonnis van 20 mei 2010) van de rechtbank Groningen, sector kanton, locatie Groningen (hierna: de kantonrechter), gewezen tussen de erfgenamen als eiseressen en de stichting als gedaagde.

Het geding in hoger beroep

Bij exploot van 14 juli 2010 is door de erfgenamen hoger beroep ingesteld van genoemde vonnissen met dagvaarding van de stichting tegen de zitting van 28 september 2010.

De erfgenamen hebben ter rolle van 14 december 2010 een memorie van grieven (met producties) genomen waarvan de conclusie luidt:

"(...) bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis (…) van 29 april 2010 (hersteld 20 mei 2010) (…) te vernietigen, in zoverre de vorderingen van de Stichting alsnog volledig af te wijzen, eventueel onder verbetering van gronden (in conventie) en de vorderingen van de erven in reconventie alsnog toe te wijzen (…), een en ander met veroordeling van de Stichting in de kosten van alle tot nu toe gevoerde procedures."

Nadien heeft de zaak op de parkeerrol gestaan in verband met schikkingsonder¬handelingen.

De erfgenamen hebben op de rol van 19 juni 2012 een akte (met producties) genomen.

Op de rol van 21 augustus 2012 heeft de gemeente een akte tot schorsing van het geding genomen (met producties).

Bij antwoordakte van 4 september 2012 hebben de erfgenamen bezwaar gemaakt tegen de schorsing.

Ter rolle van 18 september 2012 is door de gemeente pleidooi gevraagd in de hoofdzaak en hebben partijen de stukken overgelegd voor arrest in het incident.

De beoordeling

1 Het gaat in deze zaak in het kort om het volgende.

1.1 [A.] huurde met ingang van 13 juli 1996 café-restaurant 't Zielhoes met onzelfstandige bedrijfswoning c.a., gelegen aan de Zijlweg 4 te Noordpolderzijl, van de stichting. Na het overlijden van [A.] op 4 juni 2008 hebben de stichting en de erfgenamen geen overeenstemming kunnen bereiken over de vragen of de huurovereenkomst zou worden voortgezet en zo ja: op wiens naam, en wie 't Zielhoes zou gaan exploiteren. De stichting wilde niet meewerken aan de door de erfgenamen gewenste indeplaatsstelling en heeft de huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik opgezegd tegen 1 augustus 2009.

1.2 In eerste aanleg heeft de stichting in de hoofdzaak in conventie gevorderd (samengevat) ontbinding en ontruiming van het gehuurde wegens wanprestatie van de erfgenamen, subsidiair vaststelling van de datum waarop de huurovereenkomst zal eindigen.

1.3 In reconventie hebben de erfgenamen (samengevat) een machtiging tot indeplaatsstelling gevorderd, een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst na 1 augustus 2009 zal worden verlengd met vijf jaar en - ingeval de subsidiaire vordering van de stichting zou worden toegewezen - toekenning van een vergoeding van € 150.000.

1.4 In zijn eindvonnis van 29 april 2010 (zoals hersteld bij vonnis van 20 mei 2010) heeft de kantonrechter (in conventie) de primaire vorderingen tot ontbinding en ontruiming afgewezen, maar de subsidiaire vordering toegewezen en het tijdstip waarop de huurovereenkomst eindigt, vastgesteld op 1 augustus 2010, en (in reconventie) bepaald dat de stichting € 100.000 aan de erfgenamen dient te betalen indien later mocht blijken dat de wil om het gehuurde persoonlijk in duurzaam gebruik te nemen in werkelijkheid niet aanwezig is geweest. De overige vorderingen zijn afgewezen en de proceskosten zijn tussen partijen gecompenseerd. De beslissingen zijn door de kantonrechter niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

in het incident

2 De gemeente heeft aangevoerd dat zij 't Zielhoes van de stichting heeft gekocht en geleverd gekregen op 14 juni 2012. Hierdoor is de gemeente thans verhuurster van 't Zielhoes. Als opvolgster onder bijzondere titel berust de zeggenschap over het procesbeleid thans bij haar en heeft de gemeente er belang bij dat de procedure op haar naam wordt voortgezet, aldus de gemeente.

3 De erfgenamen verzetten zich tegen de schorsing van het geding omdat de vorderingen, die strekken tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde dan wel tot vaststelling van het einde van de huurovereenkomst, volgens hen sterk aan de persoon van de oorspronkelijk verhuurder, de stichting, zijn verbonden. Nu de stichting geen belang meer heeft bij haar vorderingen, dienen deze volgens de erfgenamen alsnog te worden afgewezen. Voor het geval het hof toch mocht besluiten om tot schorsing over te gaan, wijzen de erfgenamen er op dat ingevolge art. 7:226 BW na overdracht van het gehuurde geen ontbinding meer kan worden gevorderd op basis van een wanprestatie ten opzichte van de vervreemder en dat dit eveneens geldt voor de beëindiging door opzegging. De erfgenamen hebben er geen bezwaar tegen dat de gemeente het geding overneemt ten aanzien van de gevorderde indeplaatsstelling en de overige reconventionele vorderingen.

4 Het hier aan de orde zijnde incident moet worden beoordeeld aan de hand van art. 225 Rv. Hierin is bepaald -voor zover in dit geval relevant- dat gronden voor schorsing van het geding zijn het ophouden van de betrekkingen waarin een partij het geding voerde, hetzij ten gevolge van rechtsopvolging onder algemene titel op een ander, hetzij door een andere oorzaak. De schorsing vindt plaats door betekening van de ingeroepen grond voor de schorsing aan de wederpartij dan wel door een daartoe strekkende akte ter rolle. Bij gebreke hiervan wordt het geding op naam van de oorspronkelijke partij voortgezet.

5 Het hof overweegt dat de erfgenamen niet betwisten dat de gemeente thans eigenaar van 't Zielhoes is en daarmee, nu de huurovereenkomst nog niet is geëindigd, de hoedanigheid van verhuurster van de stichting heeft overge¬nomen. Hierdoor is de betrekking waarin de stichting het geding voerde, namelijk die van verhuurster, opgehouden. Dat is een grond voor schorsing van het geding, welke schorsing door de gemeente conform het bepaalde in art. 225 lid 2 Rv is aangezegd. Het hof oordeelt dan ook dat de gemeente een geldige aanzegging tot schorsing heeft gedaan. De schorsing biedt de gemeente de gelegenheid om onderzoek te doen naar de stand van de zaak en zich te beraden over voortzetting dan wel stopzetting ervan. De overige argumen¬ten van de erfgenamen, die erop neerkomen dat de overdracht van 't Zielhoes aan de gemeente gevolgen heeft voor de toewijsbaarheid van de oorspronkelijke vorderingen (in conventie) van de stichting, doen niet af aan de geldigheid van de schorsing van het geding door de gemeente, maar zullen door het hof worden betrokken bij de beoordeling (na hervatting van het geding) van de hoofdzaak.

6 De conclusie luidt dat het verzet van de erfgenamen tegen de schorsing van het geding zal worden verworpen. Na hervatting zal het geding aan de zijde van geïntimeerde worden voortgezet op naam van de gemeente.

7 Aangezien de zaak geschorst is vanaf de datum waarop de schorsing conform art. 225 lid 2 Rv is aangezegd (HR 11 december 2009, LJN: BK0857), in dit geval door de akte ter rolle van 21 augustus 2012, zijn latere proceshandelingen nietig (art. 225 lid 3 Rv). Het pleidooiverzoek van 18 september 2012 is derhalve in beginsel nietig, tenzij partijen na de hervatting van het geding deze proceshandeling met wederzijds goedvinden aanmerken als een geldige.

8 Gelet op de aard van het incident zijn er geen termen voor het uitspreken van een kostenveroordeling ten laste van één van de partijen, zodat iedere partij de eigen kosten dient te dragen.

De beslissing

Het gerechtshof:

in het incident:

verwerpt het verzet van de erfgenamen tegen schorsing van het geding;

bepaalt dat iedere partij de eigen kosten dient te dragen;

in de hoofdzaak:

verstaat dat de zaak geschorst is met ingang van 21 augustus 2012 en dat de gemeente bij hervatting van de zaak dient te worden aangemerkt als appellante.

Aldus gewezen door mrs. J.H. Kuiper, voorzitter, H. de Hek en A.M. Koene, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 23 oktober 2012 in bijzijn van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature