Uitspraak
Rolnummer: 22-004563-13
Parketnummer: 10-651096-13
Datum uitspraak: 9 december 2014
VERSTEK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 11 oktober 2013 in de strafzaak tegen de verdachte:
(Zich Noemende) [verdachte]
geboren te [geboorteplaats] (Somalië) op [geboortejaar] 1977,
zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
25 november 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Procesgang
In eerste aanleg is het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte verklaard.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk in de vervolging van de verdachte zal worden verklaard en dat de zaak zal worden teruggewezen naar de politierechter in de rechtbank Rotterdam.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging
Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat het Openbaar Ministerie in eerste aanleg ten onrechte niet-ontvankelijk in de vervolging is verklaard, nu door het destijds ontbreken van het bevel inverzekeringstelling in het geheel geen sprake was van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Het openbaar ministerie is derhalve ontvankelijk in de vervolging van de verdachte.
Terugwijzing
Nu de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep niet aanwezig is geweest en de dagvaarding niet in persoon is betekend en zich geen andere omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting aan de verdachte bekend was, volgt hieruit dat de zaak dient te worden teruggewezen naar de politierechter in de rechtbank Rotterdam, teneinde de zaak op de uitgebrachte inleidende dagvaarding verder te berechten.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart het Openbaar Ministerie ontvankelijk in de vervolging.
Wijst de zaak terug naar de politierechter in de rechtbank Rotterdam, teneinde met inachtneming van dit arrest recht te doen.
Dit arrest is gewezen door mr. Chr.A. Baardman, mr. J.T.F.M. van Krieken en mr. A.W.M. Bijloos, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 9 december 2014.
Mr. A.W.M. Bijloos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.