E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHARN:2007:BC7391
LJN BC7391, Gerechtshof Arnhem, AVNR 10343

Inhoudsindicatie:

591a Sv: De kosten van rechtsbijstand die door raadsman A en raadsvrouw B in rekening zijn gebracht, worden zeer bovenmatig geacht, zowel wat betreft de gedeclareerde tijd als wat betreft de gehanteerde uurtarieven. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat raadsvrouw B bevestigd heeft dat door haar (kantoor) in verschillende strafzaken van het rekeningenproject rechtsbijstand wordt verleend en dat raadsvrouw B eerst sinds 2003 als advocaat en procureur is ingeschreven.

Door het kantoor van raadsvrouw B zijn met verzoeker afspraken gemaakt over een gemiddeld uurtarief van € 335,- en over integrale toepassing van een opslag bij een vrijspraak. Het hof is niet gebonden aan dit soort afspraken. Dergelijke afspraken zijn een keuze van verzoeker die in beginsel voor zijn rekening blijven.

Verzoeker heeft gevraagd om rentevergoeding over de opgevoerde kosten van rechtsbijstand. Voor een rentevergoeding is echter in deze procedure geen plaats. Deze rentekosten zijn niet aan te merken als kosten van de raadsman in de zin van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Voorts merkt het hof op dat de wettelijke rente in dit geval pas is verschuldigd als de Staat in verzuim is een verschuldigd bedrag te betalen. Dat is pas aan de orde als de rechter tot het oordeel is gekomen dat op gronden van billijkheid aan verzoeker een vergoeding voor de kosten van rechtsbijstand wordt toegekend en de Staat nalatig blijft die vergoeding uit te keren.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie