E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHARL:2017:3703
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 200.181.329

Inhoudsindicatie:

pachtbeëindiging. Dringend eigen gebruik; belangenafweging. Proefprocedure.

Appellante exploiteert een landbouwbedrijf met 440 ha akkerbouwgrond waarvan ongeveer 65 ha in reguliere pacht. Zij stuurt buiten rechte aan op beëindiging van de pacht van het verpachte areaal. In onderhavige (proef)procedure wenst zij 1,7 ha verpachte grond zelf in gebruik te nemen om haar bedrijfsresultaten en de toekomst van het bedrijf te dienen.

Hof wijst de vordering af. Dat en waarom onderhavig perceel van 1,7 ha dringend nodig is om bedrijfsresultaten te verbeteren is niet toegelicht. Bovendien blijkt uit de door appellante overgelegde boekhoudstukken dat zij vanaf 2012 meer dan aanzienlijke winsten na belastingen maakt. Ook in dat licht is niet begrijpelijk toegelicht dat zij onderhavig perceel dringend nodig heeft. Ten aanzien van de belangenafweging overweegt het hof dat het een feit is van algemene bekendheid in de agrarische praktijk dat melkveehouders vanwege de eis van grondgebondenheid thans groot belang hebben bij behoud van de grond die zij gebruiken; afname van het areaal heeft directe gevolgen voor de omvang van de veestapel en daarmee verband houdende rechten. De beëindiging van de pachtovereenkomst zal voor pachtster een inkrimping van de veestapel meebrengen, minder mestplaatsingsruimte en minder eigen ruwvoer alsmede (nog) minder zicht op uitbreiding van het bedrijf. In dit licht is het belang van appellante ondergeschikt.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie