E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHARL:2017:3338
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, WAHV 200.181.637

Inhoudsindicatie:

Niet is verzocht om te worden gehoord door de betrokkene, omdat hij gelet op de inadequate tekst op de inleidende beschikking geen gebruik wilde maken van de mogelijkheid om telefonisch te worden gehoord en veronderstelde dat een hoorzitting in persoon zou plaatsvinden.

Telefonisch horen is - tenzij daarover overeenstemming is bereikt - geen volwaardig alternatief voor een hoorzitting. Gelet hierop kon de officier van justitie op grond van artikel 7:17, sub d, Awb niet afzien van het horen van de betrokkene.

Verder: op de zaak betrekking hebbende stukken a.b.i. artikel 7:18, vierde lid, Awb en Wob-verzoek. Bevoegdheid verbalisant. Rechtmatigheid van trajectcontrole. Schending redelijke termijn van berechting en vergoeding van immateriƫle schade.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie