E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHARL:2016:6994
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 200.197.557/01

Inhoudsindicatie:

In eerste aanleg zijn de bewoners van een woning op het terrein van een proefboerderij veroordeeld tot ontruiming van de woning. Hangende (spoed)appel is bij wege van incident schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het veroordelende vonnis in eerste aanleg gevraagd. De incidentele vordering is door het hof beoordeeld op de voet van art. 351 Rv. Dit heeft geleid tot afwijzing van de vordering. Naar het oordeel van het hof berust het vonnis in eerste aanleg niet op een juridische misslag. Dat de bewoners geen aanspraak kunnen maken op huurbescherming, staat in dit incident niet ter discussie, zelfs niet nu het gerechtshof in een eerdere procedure tussen (deels andere) partijen heeft geoordeeld dat er mogelijk sprake is van een huurovereenkomst. Voorts wegen de belangen van de eigenaar bij executie van het beroepen vonnis zwaarder dan de belangen van de bewoners. De bewoners is al meer dan twee jaar geleden de ontruiming aangezegd. De termijn van één maand is daarom nu niet te kort. De eigenaar heeft de woning verkocht en heeft aannemelijk gemaakt dat hij er belang bij heeft om de levering, die al enige malen is uitgesteld, op korte termijn te laten plaatsvinden. Het belang van de bewoners om niet te hoeven ontruimen voordat het hof eindarrest heeft gewezen, weegt hier in dit geval niet tegen op, zelfs niet nu de ontruiming onomkeerbaar is.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie