U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Geen kennelijk onredelijk ontslag

Uitspraak



locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.157.804 en 200.160.742

(zaaknummer rechtbank Gelderland, 880659 en 3439290)

arrest van 24 mei 2016

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Action Learning Business School Europe B.V.,

gevestigd te Buren, gemeente Buren,

appellante,

hierna: BSN,

advocaat: mr. R.J. Voorink,

tegen:

[geïntimeerde] ,

wonende te [plaatsnaam],

geïntimeerde,

hierna: [geïntimeerde],

advocaat: mr. J.J. van Vliet.

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1

Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 22 september 2015 hier over.

1.2

Het verdere verloop blijkt uit:

- het bericht van BSN waarbij zij op de roldatum 11 december 2015 vier producties in het geding heeft gebracht;

- het proces-verbaal van de comparitie van partijen die op 18 december 2015 heeft plaatsgevonden. Ter gelegenheid van de comparitie zijn de hiervoor genoemde producties besproken. Vervolgens heeft de raadsheer-commissaris de zaak verwezen voor arrest.

1.3

Het hof heeft arrest bepaald.

2 De verdere beoordeling van de grieven en de vordering

2.1

Zoals in rechtsoverweging 6.6 van het tussenarrest van 22 september 2015 is overwogen, staat tussen de partijen vast dat de grondslag van de opzegging van de arbeidsovereenkomst in hoofdzaak werd gevormd door:

i) het verlies van de gemeente Rotterdam als opdrachtgever van BSN;

ii) de terugloop van het aantal inschrijvingen voor het Hoger Management Programma (verder: HMP), waarvoor [geïntimeerde] als vaardigheidstrainer werkzaamheden verrichtte;

iii) een andere opzet van HMP, die meebracht dat BSN om redenen van didactiek anderen dan [geïntimeerde] wilde gaan inzetten voor intervisiewerkzaamheden. Overigens behoorden deze werkzaamheden volgens BSN niet tot het takenpakket van [geïntimeerde];

iv) de herhaalde discussies over terugbetaling van volgens BSN teveel betaald salaris.

Volgens [geïntimeerde] heeft BSN opzettelijk een onvolledige of onjuiste schets van de feiten en omstandigheden ter zake van i) tot en met iii) gegeven. Zo betoogt zij dat ten tijde van haar ontslag (nog) geen sprake was van verlies van de gemeente Rotterdam als opdrachtgever en dat zij voor het HMP niet alleen blok 1, maar ook blok 2 had kunnen verzorgen. Volgens [geïntimeerde] zijn de intervisiewerkzaamheden niet overgenomen door MBA studenten (of alumni), maar door collega-docenten. Zij verwijst daartoe naar productie 11 bij de conclusie van repliek in conventie. Volgens [geïntimeerde] had zij deze werkzaamheden ook kunnen (blijven) verrichten.

2.2

Het hof heeft een comparitie van partijen bepaald omdat het behoefte had aan nadere inlichtingen.

2.3

Ter gelegenheid van de comparitie van partijen zijn de door BSN overgelegde jaarstukken over de jaren 2011 tot en met 2013 besproken. Daarbij is aan de orde geweest dat, zoals in rechtsoverweging 6.12 van het tussenarrest is overwogen, de door BSN bij de akte van 23 april 2014 en bij de memorie van grieven in het geding gebrachte cijfers over de jaren 2011 tot en met 2013 niet gelijk zijn met betrekking tot de in 2012 voor de gemeente Rotterdam gegeven cursussen en de overige in company gegeven cursussen. BSN heeft ter comparitie verklaard dat de in hoger beroep overgelegde cijfers over 2012 juist zijn. Het hof zal uitgaan van die laatste cijfers, die op het punt van de omzet van voor de gemeente Rotterdam gegeven cursussen gunstiger zijn (€ 30.915,- en niet € 30.195,-, zoals vermeld in het tussenarrest) dan die zijn overgelegd bij de akte van 23 april 2014 (€ 9.705,-). Wat de cijfers over 2013 - die zijn overgelegd bij de akte van 10 juli 2014 en bij de memorie van grieven - betreft, heeft BSN eveneens verklaard dat de in hoger beroep overgelegde cijfers de juiste zijn. De in eerste aanleg en in hoger beroep met betrekking tot 2013 overgelegde cijfers zijn, wat de omzet van voor de gemeente Rotterdam gegeven cursussen betreft (€ 0,-), identiek.

2.4

Naar het oordeel van het hof is voldoende komen vast te staan dat de omzet van de voor de gemeente Rotterdam gegeven cursussen na 2011 sterk is teruggelopen (in 2011 nog

€ 68.375,- en in 2012 € 30.915,-) en in 2013 nihil was, zodat het betoog van [geïntimeerde] dat BSN op dit punt een onjuiste schets van de feiten en omstandigheden heeft verstrekt, faalt. Dat geldt ook voor het betoog van [geïntimeerde] dat die schets onvolledig was. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat BSN heeft toegelicht dat zij de inschrijvingen aanvankelijk direct kreeg van de gemeente Rotterdam, maar dat de gemeente de desbetreffende werkzaamheden op een gegeven moment heeft overgedragen aan een extern bureau en dat de omzet vanaf dat moment drastisch gedaald is.

2.5

De in rechtsoverweging 2.1 genoemde punten ii) en iii) bespreekt het hof tezamen. Uitgaande van de in hoger beroep overgelegde cijfers ter zake van HMP, die wat 2011 en 2012 gelijk zijn aan de in eerste aanleg overgelegde cijfers maar wat 2013 betreft gunstiger zijn dan de in eerste aanleg overgelegde cijfers, was de omzet ter zake van HMP met betrekking tot de jaren 2011 (niet opgenomen in het tussenarrest), 2012, 2013 en 2014 (tot en met november) als volgt:

2011 2012 2013 2014

€ 294.082,- € 137.628,- € 224.470,- € 56.250,-.

Uit deze cijfers volgt dat de omzet over 2012 sterk is gedaald ten opzichte van die over 2011. Aan [geïntimeerde] kan worden toegegeven dat de omzet over 2013 is gestegen ten opzichte van de omzet over 2012, maar de omzet over de eerste elf maanden van 2014 is weer sterk gedaald, zodat in ieder geval niet aannemelijk is dat ten tijde van het ontslag van [geïntimeerde] een stijging van de omzet te voorzien was. Volgens BSN impliceerde de omzetstijging in 2013 echter geen vermeerdering van het aantal dagdelen voor [geïntimeerde], omdat dat aantal mede werd bepaald door de grootte van de groepen waaraan zij les gaf. Wat de intervisiewerkzaamheden betreft heeft [geïntimeerde] ter gelegenheid van de comparitie verklaard dat zij zich de keuze van BSN voor alumni als coaches kan voorstellen. Verder bleek ter comparitie dat er slechts één docent was, die nog intervisiewerkzaamheden heeft verricht, maar dat het daarbij ging om een oudere docent die, anders dan [geïntimeerde], steeds was opgetreden als contactpersoon en studiebegeleider. Wat blok 2 van HMP betreft, heeft [geïntimeerde] bij de comparitie verklaard dat zij dat blok vanaf 2007 niet meer heeft gegeven. Volgens BSN is het wenselijk dat de blokken 1 en 2, indien mogelijk , door verschillende docenten worden gegeven. Bovendien beschikte [geïntimeerde] volgens BSN niet over de licentie voor een onderdeel van blok 2 van HMP.

2.6

Gelet op het voorgaande faalt het betoog van [geïntimeerde] dat BSN met betrekking tot de hiervoor genoemde punten ii) en iii) een onvolledige en onjuiste schets van de feiten en omstandigheden heeft verstrekt. Of de discussies tussen [geïntimeerde] en BSN terugbetaling van volgens BSN teveel betaald salaris betroffen, zoals BSN heeft aangevoerd, of de vraag of [geïntimeerde] al dan niet meer kon worden ingezet, zoals [geïntimeerde] heeft betoogd, kan naar het oordeel van het hof in het midden blijven, omdat de discussie over terugbetaling van teveel betaald salaris samenhing met de discussie over de inzetbaarheid van [geïntimeerde]. [geïntimeerde] diende immers salaris terug te betalen omdat zij voor minder dagdelen inzetbaar was. Overigens staat tussen de partijen vast dat [geïntimeerde], na begin 2012 juridisch advies te hebben ingewonnen, zich op het standpunt heeft gesteld dat er op grond van de arbeidsovereenkomst met BSN geen terugbetalingsverplichting voor haar bestond.

2.7

Naar het oordeel van het hof is aldus onvoldoende komen vast te staan dat BSN onvolledige of onjuiste inlichtingen heeft verstrekt en aldus een valse of een voorgewende reden ten grondslag heeft gelegd aan de opzegging van de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde].

2.8

Nu de desbetreffende grief van BSN slaagt, zal het hof, zoals is overwogen in rechtsoverweging 6.9 van het tussenarrest, dienen te beoordelen of de gevolgen van de opzegging, mede in aanmerking genomen de (niet) voor [geïntimeerde] getroffen voorzieningen en de voor haar bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, voor haar te ernstig zijn in vergelijking met het belang van BSN bij de opzegging.

2.9

Zoals in rechtsoverweging 6.10 van het tussenarrest is overwogen, zijn de gevolgen van de opzegging voor [geïntimeerde] ernstig. Zij is er financieel flink op achteruit gegaan en het niveau van haar werkzaamheden is sterk gedaald. Naar het oordeel van het hof had BSN op haar beurt belang bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Zoals in rechtsoverweging 2.4 is overwogen, is immers voldoende komen vast te staan dat de omzet van de door [geïntimeerde] voor de gemeente Rotterdam gegeven cursussen na 2011 sterk is teruggelopen (in 2011 nog € 68.375,- en in 2012 € 30.915,-) en in 2013 nihil was. Ook het aantal door [geïntimeerde] te geven dagdelen blok 1 van HMP heeft een dalende tendens te zien gegeven.

Ten slotte heeft BSN haar beleid met betrekking tot intervisiewerkzaamheden gewijzigd door daarvoor voornamelijk alumni in te schakelen in plaats van docenten, hetgeen BSN ook vrij stond. Ook de beslissing van BSN om [geïntimeerde] niet in te schakelen bij blok 2 van HMP acht het hof, gelet op het daarvoor door BSN aangevoerde argumenten, niet onredelijk.

2.10

Anders dan [geïntimeerde] is het hof van oordeel dat de gevolgen van de opzegging van de arbeidsovereenkomst voor haar niet te ernstig zijn in vergelijking met het belang van BSN bij de opzegging. Daarbij betrekt het hof de omstandigheid dat BSN [geïntimeerde] het in de brief van 15 maart 2013 (productie 6 bij de inleidende dagvaarding, geciteerd in rechtsoverweging 4.7 van het tussenarrest) geformuleerde voorstel heeft gedaan, waarmee [geïntimeerde] haar werkzaamheden voor BSN in ieder geval nog een jaar lang had kunnen voortzetten en waarbij haar de terugbetalingsverplichting over 2012 gedeeltelijk zou zijn kwijtgescholden. Weliswaar zou in dat geval niet hebben vastgestaan wat haar inkomsten bij BSN zouden zijn geweest - omdat alleen een maximaal aantal dagdelen is aangeboden - maar in die onzekerheid zou zij ook hebben verkeerd wanneer BSN de arbeidsovereenkomst niet zou hebben opgezegd. Voor [geïntimeerde] bestond immers een terugbetalingsverplichting ter zake van minder gewerkte dagdelen.

2.11

Het voorgaande brengt mee dat de grief van BSN tegen het tussenvonnis van 21 mei 2014 slaagt. Grief 1 tegen het vonnis van 12 november 2014, waarbij de incidentele vordering van [geïntimeerde] is toegewezen, slaagt ook.

2.12

De grief van BSN tegen het vonnis in reconventie van 12 november 2014 slaagt eveneens. Naar het oordeel van het hof heeft [geïntimeerde] de door BSN overgelegde berekeningen met betrekking tot 2012 en 2013 (producties C en D bij de conclusie van eis in reconventie) onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarmee staat vast dat [geïntimeerde] in 2012 en 2013 niet meer dan de in de genoemde producties gespecificeerde dagdelen heeft gewerkt. Voorts is in hoger beroep voldoende komen vast te staan dat de werkzaamheden voor de gemeente Rotterdam sterk zijn teruggelopen en in 2013 zelfs nihil waren, dat voor HMP niet meer werkzaamheden voor [geïntimeerde] met betrekking tot blok 1 voorhanden waren en dat BSN de intervisiewerkzaamheden na 2011 anders heeft georganiseerd.

3 De slotsom

3.1

De grieven slagen, zodat de bestreden vonnissen moeten worden vernietigd. De vorderingen van [geïntimeerde] in conventie zullen alsnog worden afgewezen. [geïntimeerde] zal verder worden veroordeeld tot betaling aan BSN van een bedrag van € 72.000,- bruto, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 november 2014, de proceskosten ad € 300,- en € 400,-, alsmede de deurwaarderskosten van € 92,93. De vordering in reconventie van BSN zal alsnog worden toegewezen.

3.2

Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties veroordelen.

De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van BSN zullen worden vastgesteld op € 300,- en € 400,- (in totaal € 700,-) ter zake van salaris advocaat.

De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van BSN zullen worden vastgesteld op:

- explootkosten € 158,30

- griffierecht € 704,-

subtotaal verschotten € 862,30

- salaris advocaat € 4.893,- (3 punten x tarief IV)

Totaal € 4.755,30.

4 De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:

vernietigt de tussen de partijen gewezen vonnissen van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem) van 21 mei 2014 en

12 november 2014 en doet opnieuw recht;

wijst de vorderingen van [geïntimeerde] alsnog af;

veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling aan BSN van een bedrag van € 15.696,-;

veroordeelt [geïntimeerde] tot terugbetaling aan BSN van hetgeen BSN aan [geïntimeerde] krachtens de vonnissen van 12 november 2014 heeft betaald, te weten € 72.000,- bruto, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 november 2014 tot aan de dag der algehele terugbetaling, alsmede de proceskosten van € 300,- en € 400,- en de deurwaarderskosten van € 92,93;

veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van BSN wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op € 700,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep vastgesteld op € 862,30 voor verschotten en op € 4.893,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;

verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Dit arrest is gewezen door mrs. I.A. Katz-Soeterboek, P.L.R. Wefers Bettink en A.A. van Rossum en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2016.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature