E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHARL:2016:10113
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 200.128.854/01

Inhoudsindicatie:

Een v.o.f. met twee vennoten heeft zakelijke kredieten en lease-overeenkomsten bij dezelfde bank waar de vennoten ook privé leningen hebben.

De genoemde woonhuizen zijn belast met het recht van hypotheek ten gunste van de bank als zekerheid voor terugbetaling van zowel bedrijfsmatige als privé schulden.

De akte waarbij het recht van hypotheek voor al deze schulden is gevestigd is tot stand gekomen in het kader van een (nadere) zakelijke kredietverlening.

Het woonhuis van een van de vennoten van de (inmiddels beëindigde) v.o.f. wordt verkocht nadat de bank de executie daarvan was aangevangen.

De bank lost uit de opbrengst eerst de bancaire privéschuld van de geëxecuteerde vennoot af en pas uit het surplus ook (een deel van) de bedrijfsmatige schuld.

Voor het nog resterende deel van de bedrijfsmatige schuld zijn de beide vennoten hoofdelijk aansprakelijk.

De andere vennoot verzet zich tegen deze wijze van verdeling.

Het hof is van oordeel dat het de bank als zekerheidseigenaar is beginsel vrijstaat hoe zij de opbrengst omslaat over de aanwezige schulden en dat er i.c. geen redenen zijn van dat vertrekpunt af te wijken.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie