Uitspraak
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.165.530/01
(zaaknummer rechtbank Overijssel 3413371 CV EXPL 14-7116)
arrest van de eerste kamer van 1 september 2015
in de zaak van
[appelant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: [appelant],
advocaat: voorheen mr. H. Killi, kantoorhoudend te Arnhem, die zich heeft onttrokken,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiser,
hierna: [geïntimeerde],
advocaat: mr. J.S. Staijen, kantoorhoudend te Deventer.
Het tussenarrest van 9 juni 2015 wordt hier overgenomen.
1 De verdere loop van het geding in hoger beroep
1.1Een brief van [appelant] is door de griffie aan hem geretourneerd met de mededeling dat het hof hiervan geen kennis neemt. Op de rol van 21 juli 2015 is de zaak één week aangehouden teneinde [appelant] gelegenheid te geven alsnog een advocaat voor zich te doen stellen.
1.2
Op de rol van 28 juli 2015 heeft zich geen nieuwe advocaat voor [appelant] gesteld. Bijgevolg is de memorie van grieven niet genomen. [geïntimeerde] heeft arrest gevraagd en hij heeft op de rol van 11 augustus 2015 daartoe de stukken overgelegd.
2 De verdere beoordeling
2.1[appelant] heeft de hem door het hof gestelde termijnen voor het nemen van de memorie van grieven ongebruikt laten verstrijken. Hierdoor is het recht van [appelant] om alsnog van grieven te dienen, komen te vervallen.
2.2
Nu [appelant] geen grieven heeft ontwikkeld tegen het vonnis waarvan beroep, en in aanmerking nemend dat het vonnis van de kantonrechter van 6 januari 2015 niet in strijd is met rechtsregels die van openbare orde zijn, zal het hoger beroep van [appelant] worden verworpen.
2.3
[appelant] moet in hoger beroep worden beschouwd als de in het ongelijk te stellen partij. Het hof zal [appelant] dan ook veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: ½ punt in tarief II).
De beslissing
Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
verwerpt het hoger beroep van [appelant] ;
veroordeelt [appelant] in de kosten van het geding in hoger beroep en stelt die kosten aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak vast op € 311,- aan verschotten en op € 447,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. B.J.H. Hofstee en mr. D.H. de Witte, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 1 september 2015.