Klacht tegen een kandidaat-notaris. Klaagsters verwijten de kandidaat-notaris dat hij bij de intrekking van de volmacht en de legalisatie de belangen van klaagster 1 onvoldoende heeft behartigd en dat hij op een niet respectvolle wijze met klaagsters heeft gecommuniceerd. Verder wordt de kandidaat-notaris verweten dat hij, door zijn onzorgvuldig handelen, klaagster 2 financieel heeft benadeeld.
De kamer heeft de klachten deels gegrond verklaard en de kandidaat-notaris opgelegd de maatregel van schorsing als waarnemer in de uitoefening van het ambt voor de duur van twee weken.
Het hof verklaart de klachten in alle onderdelen ongegrond.