E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHAMS:2017:1682
Gerechtshof Amsterdam, 200.204.502/01 GDW

Inhoudsindicatie:

De klacht valt in de volgende onderdelen uiteen.

i. De gerechtsdeurwaarders hebben de voor klager geldende beslagvrije voet niet juist gehanteerd.

Klager heeft verschillende malen aan de gerechtsdeurwaarders te kennen gegeven dat in de jaren 2014 en 2015 zijn netto maandinkomen onder de voor hem geldende beslagvrije voet lag en het vakantiegeld 2014 en het vakantiegeld 2015 om die reden aan hem toekwam.

ii. Na opheffing van het derdenbeslag ten behoeve van de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarders en daarop de sluiting van het dossier van klager hebben de gerechtsdeurwaarders ten onrechte het van het UWV ontvangen vakantiegeld van klager niet aan het UWV teruggestort, maar aan collega-gerechtsdeurwaarders doorbetaald.

iii. Op de vragen en verzoeken van klager met betrekking tot de vakantiegelden hebben de gerechtsdeurwaarders laten weten dat klager niet moest zeuren en hebben zij ermee gedreigd het dossier met de vordering waarvoor finale kwijting was verleend te heropenen en opnieuw tot beslaglegging over te gaan.

iv. Ondanks verzoeken van klager hebben de gerechtsdeurwaarders hem geen inzage gegeven in de verdeling van de doorbetaalde ingehouden gelden uit het ten laste van klager gelegde derdenbeslag.

De kamer heeft de klacht gegrond verklaard en aan de gerechtsdeurwaarders ieder de maatregel van een geldboete van € 500,- opgelegd.

Het hof komt met betrekking tot de klachtonderdelen i. deels) en ii. tot een andere beslissing dan de kamer. Deze klachtonderdelen worden gegrond verklaard. Aan de gerechtsdeurwaarders elk wordt de maatregel van berisping opgelegd.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie