Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Vervolg op ECLI:NL:GHAMS:2016:5124

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht,

team III (familie- en jeugdrecht)

zaaknummer : 200.176.200/01

zaaknummer rechtbank Noord-Holland : C/14/155917 / HA ZA 14-256

locatie Alkmaar

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 4 april maart 2017

inzake

[appellante] ,

wonend te [woonplaats a] ,

APPELLANTE,

advocaat: mr. M.J.P. Schipper te Alkmaar,

tegen:

1 [geintimeerde sub 1] ,

wonend te [woonplaats b] ,

2. [geintimeerde sub 2], zowel in privé als in zijn hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van [erflater] ,

wonend te [woonplaats c]

3. [geintimeerde sub 3],

wonend te [woonplaats d] (Frankrijk)

GEÏNTIMEERDEN,

advocaat: mr. E. Sonneveld te Bleiswijk, gemeente Lansingerland.

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Appellante wordt hierna [appellante] genoemd. Geïntimeerden worden hierna afzonderlijk [geintimeerde sub 1] , [geintimeerde sub 2] en [geintimeerde sub 3] genoemd. Tezamen worden zij ook [geïntimeerden] genoemd.

Op 29 november 2016 is in dit geding een tussenarrest gewezen. Voor het verloop van de procedure tot aan die datum verwijst het hof naar dat arrest.

Vervolgens heeft [appellante] een akte genomen en [geïntimeerden] een akte na tussenarrest.

Ten slotte is wederom arrest gevraagd.

2. De verdere beoordeling in hoger beroep

2.1.

Bij het tussenarrest is het hof tot het oordeel gekomen dat [geintimeerde sub 1] zodanig ernstig is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen als vruchtgebruikster dat aanleiding bestaat nadere maatregelen te nemen. Het hof heeft beslist dat het vruchtgebruik onder bewind zal worden gesteld en partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over een bewindvoerder.

2.2.

[geïntimeerden] hebben het hof verzocht terug te komen van het oordeel dat een bewindvoerder moet worden benoemd. [geïntimeerden] voeren daartoe – samengevat – het volgende aan. Het verrekenbeding dat was opgenomen in de huwelijksvoorwaarden die golden tussen [geintimeerde sub 1] en erflater, hebben [geïntimeerden] uitgevoerd, althans voor zover het niet is uitgevoerd, is dit gebeurd met instemming van alle partijen. Verder is een boedelbeschrijving opgesteld door middel van de belastingaangifte. [geintimeerde sub 1] heeft de jaarlijkse rapportageplicht niet geschonden omdat de nalatenschap een geldvordering betreft waarover niet gerapporteerd kan worden, terwijl bovendien [appellante] daartoe een verzoek had moeten doen gelet op het bepaalde in artikel 3:206 lid 2 BW . [appellante] heeft echter nooit een verzoek gedaan. Voor het opnemen van gelden en de verkoop en aankoop van aandelen was geen aparte toestemming van [appellante] nodig omdat zij een volmacht had verstrekt. De verkoop van de aandelen was bovendien een kwestie van goed beheer, omdat risicovolle aandelen tijdig zijn verkocht. Een aantekening van vruchtgebruik op het appartementsrecht was niet nodig omdat de waarde van de oude woning in [woonplaats a] voldoende was om de waarde van de nalatenschap te garanderen. Tenslotte blijkt uit het overzicht van de beheeradministratie, dat als productie wordt overgelegd, dat niet is ingeteerd op het vermogen.

2.3.

Het hof stelt voorop dat zijn oordeel dat [geintimeerde sub 1] zodanig ernstig is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen als vruchtgebruikster dat aanleiding bestaat om een bewindvoerder te benoemen, een bindende eindbeslissing betreft. In beginsel kan in dezelfde instantie niet meer worden teruggekomen van een eerder gegeven binden eindbeslissing, behoudens indien bijzondere, nauwkeurig aan te geven omstandigheden het onaanvaardbaar zouden maken dat het hof aan de eindbeslissing in kwestie zou zijn gebonden. Voor het aldus terugkomen van een niet in een einduitspraak vervatte eindbeslissing is met name plaats indien de eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag.

Hetgeen door [geïntimeerden] is aangevoerd ter onderbouwing van hun verzoek leidt niet tot de conclusie dat daarvan in dit geval sprake is. Het hof blijft derhalve bij zijn tussenarrest, waaronder de hier bedoelde bindende eindbeslissing, van 29 november 2016.

2.4.

[geïntimeerden] hebben in hun akte verzocht om, als het hof van oordeel blijft dat [geintimeerde sub 1] is tekortgeschoten in haar verplichtingen, geen bewindvoerder aan te stellen maar in plaats daarvan vast te stellen dat het vruchtgebruik door [geintimeerde sub 1] wordt beëindigd op het moment van verkoop en levering van de woning in [woonplaats a] . Verder verzoeken zij om de artikelen 3:300 en 3:301 BW van toepassing te verklaren zodat het arrest van het hof in de plaats treedt van een notariële akte tot beëindiging van het vruchtgebruik en als zodanig wordt ingeschreven.

2.5.

[geïntimeerden] hebben in eerste aanleg geen eis in reconventie ingesteld. Zij kunnen deze niet voor het eerst in hoger beroep instellen. Het hof zal dan ook voorbij gaan aan de vorderingen van [geïntimeerden] en overgaan tot benoeming van een bewindvoerder.

2.6.

[appellante] draagt mr. A. Dunselman, advocaat te Alkmaar, voor als bewindvoerder. Hij heeft zich bereid verklaard op te treden als bewindvoerder. [geïntimeerden] stellen voor een bewindvoerder te benoemen van Goedhart Bewind te Hilversum.

Partijen hebben derhalve geen overeenstemming kunnen bereiken over de te benoemen bewindvoerder. Het hof is van oordeel dat het in het belang van [geintimeerde sub 1] is dat een bewindvoerder wordt benoemd die bij haar in de buurt woont of gevestigd is. Het kantoor Verkerk & Vos Bewindvoeringen Minnelijk Traject B.V. te Nieuw-Lekkerland heeft zich schriftelijk bereid verklaard als bewindvoerder op te treden. Het hof zal dit kantoor benoemen.

Nu de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht, sectie kanton toezicht zal gaan houden op de werkzaamheden van de bewindvoerder, zal een afschrift van dit arrest aan de rechtbank worden gezonden.

2.7.

Het voorgaande leidt ertoe dat de tweede grief slaagt. Dit brengt mee dat het bestreden vonnis niet in stand kan blijven. Het hof zal het bestreden vonnis vernietigen, voor zover een deel van de subsidiaire vordering van [appellante] werd afgewezen en [appellante] in de proceskosten werd veroordeeld. In zoverre zal het hof opnieuw recht doen.

[geïntimeerden] zullen als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in beide instanties en worden veroordeeld tot terugbetaling van de proceskosten in eerste aanleg.

3 Beslissing

Het hof:

verklaart [appellante] niet-ontvankelijk in haar beroep tegen het vonnis van 22 oktober 2014;

vernietigt het vonnis van 1 juli 2015, voor zover daarbij de vordering van [appellante] om het vruchtgebruik van [geintimeerde sub 1] over de nalatenschap van [erflater] onder bewind te stellen is afgewezen en [appellante] in de proceskosten is veroordeeld

en in zoverre opnieuw rechtdoende:

stelt het vruchtgebruik van [geintimeerde sub 1] over de nalatenschap van [erflater] onder bewind;

benoemt met ingang van 1 april 2017 tot bewindvoerder:

Verkerk & Vos Bewindvoeringen Minnelijk Traject B.V.

Bezoekadres:

Lekdijk 297

2957 CL Nieuw-Lekkerland

Postadres:

Postbus 36

2957 ZG Nieuw-Lekkerland;

bepaalt dat de griffier een afschrift van deze uitspraak zal toezenden aan de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht, sectie Kanton;

veroordeelt [geïntimeerden] tot terugbetaling van de door [appellante] aan [geïntimeerden] betaalde proceskosten in eerste aanleg van € 3.103,=, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 11 augustus 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;

veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van het geding in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van [appellante] begroot op € 967,72 aan verschotten en € 2.235,= voor salaris en in hoger beroep tot op heden op € 1011,30 aan verschotten en € 2.682,= voor salaris;

verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

bekrachtigt het vonnis van 1 juli 2015 voor het overige.

Dit arrest is gewezen door mrs. G.B.C.M. van der Reep, M.F.G.H. Beckers en

M.C. Schenkeveld en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op

4 april 2017.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature