U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Artikelen 6, 7 en 8 WVW 1994. Onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Uitspraak



parketnummer: 23-001285-16

datum uitspraak: 11 november 2016

TEGENSPRAAK

Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 maart 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-679022-15 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,

adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van

28 oktober 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de opgelegde straf – in zoverre zal het vonnis worden vernietigd – en met dien verstande dat het hof na te melden verbetering aanbrengt in de kwalificatie ter zake van feit 1.

Kwalificatie feit 1

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:

overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 , terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht.

Oplegging van straffen

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder de feiten 1 primair, 2 en 3 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met aftrek van het voorarrest en een ontzegging van de rijbevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van

30 maanden.

Tegen voormeld vonnis is door de verdachte en het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een ontzegging van de rijbevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 4 jaren.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.

Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan aanmerkelijk onvoorzichtig en onachtzaam rijgedrag door als bestuurder van een bedrijfsauto, terwijl hij onder invloed van alcoholhoudende drank was, een fietser op een fietsstrook van achteren aan te rijden. Zij is hierdoor ten val gekomen en zwaar gewond geraakt. Haar 11e rugwervel is gebroken, waarvoor medische behandeling noodzakelijk was, en zij heeft een hersenschudding opgelopen. Uit de verklaringen van het slachtoffer die zich in het dossier bevinden blijkt dat zij nog altijd veel hinder van de gevolgen van het verkeersongeval ondervindt. De verdachte is na het ongeval, zonder zich om het slachtoffer te bekommeren, doorgereden en door dienstdoende verbalisanten slapend achter het stuur aangetroffen. Het hof rekent de verdachte zijn onverantwoordelijke rijgedrag, door in een emotionele toestand en beschonken achter het stuur van zijn bestelbus plaats te nemen en deel te nemen aan het verkeer, zwaar aan.

Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 18 oktober 2016 is de verdachte in Nederland niet eerder veroordeeld. Uit een uittreksel uit het strafregister uit België van

11 mei 2016 blijkt dat de verdachte meerdere keren is veroordeeld wegens verkeersdelicten. Dit wordt in het nadeel van de verdachte meegerekend. Daar tegenover staat dat de verdachte de bewezen geachte feiten ondubbelzinnig heeft bekend en dat hij spijt heeft betuigd. Daarnaast heeft de verdachte op vrijwillige basis een verkeerscursus gevolgd.

Gezien de bijzondere ernst van de feiten rechtvaardigt het bewezen verklaarde, mede gelet op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van aanzienlijke duur. Het hof ziet gelet op al het voorgaande geen aanleiding om een forsere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan door de rechtbank is opgelegd.

Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur en een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 22c, 22d, 57 en 60 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 7, 8, 175, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994 .

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straffen en doet in zoverre opnieuw recht.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 1 primair bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 (twee) jaren.

Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 (zes) maanden.

Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 (zes) maanden.

Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. M.M. van der Nat en mr. R.M. Vennix, in tegenwoordigheid van

mr. M. Venderbosch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van

11 november 2016.

Mrs. Van der Nat en Vennix zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

[…]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature