Erfrecht. De vader verwerpt de nalatenschap van zijn echtgenote/moeder van
zijn twee dochters. Tussen de vader en één van de dochters ontstaat geschil
over de consequenties daarvan. Centraal staat daarbij het in het testament van de
erflaatster voor de vader voorziene keuzelegaat ingeval van verwerping van de
nalatenschap. Het betoog van de vader dat in dit geval grond bestaat voor toepassing
van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, wordt door het hof niet
gevolgd.