U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Vrijheid van meningsuiting. In feitenmateriaal voldoende steun voor uitlatingen met betrekking tot bestuurder Buma/Stemra. Geen onrechtmatige daad.

Uitspraak



GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer: 200.125.725/01

zaak-/rolnummer rechtbank: 511471 /HA ZA 12-245 (Amsterdam)

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 23 december 2014

inzake

1 [appellant sub 1],

wonend te [woonplaats],

2. HIGH FASHION MUSIC B.V.,

appellanten,

advocaat: mr. J.G.J. van Groenendaal te Amsterdam,

tegen:

de vereniging POWNED,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde,

advocaat: mr. J.P. van den Brink te Amsterdam.

1. Het geding in hoger beroep

Appellanten worden hierna gezamenlijk [appellanten] en afzonderlijk [appellant sub 1] en HFM genoemd, geïntimeerde wordt Powned genoemd.

[appellanten] zijn bij dagvaarding van 23 januari 2013 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 oktober 2012, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen [appellanten] als eisers en Powned als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, met producties;

- memorie van antwoord, met producties.

Partijen hebben hun zaak ter zitting van 20 januari 2014 doen bepleiten, [appellanten] door mr. Van Groenendaal voornoemd alsmede door mr. M. Leopold, advocaat te Amsterdam, en Powned door mr. Van den Brink voornoemd, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.

Vervolgens is arrest gevraagd.

[appellanten] hebben geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en haar vorderingen - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten.

Powned heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met - uitvoerbaar bij voorraad - hoofdelijke veroordeling van [appellanten] in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.

[appellanten] hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.24 een aantal in dit geding vaststaande feiten vermeld. Deze feiten zijn niet in geschil en worden derhalve ook door het hof als uitgangspunt genomen. Rechtsoverweging 3.1 bevat de weergave daarvan.

3 Beoordeling

3.1 (

i) [appellant sub 1] is oprichter en enig aandeelhouder van HFM. HFM beheert en exploiteert de exploitatierechten van geluidsopnamen van diverse artiesten en labels. [appellant sub 1] is sinds mei 2010 bestuurslid van Buma/Stemra, de auteursrechtenorganisatie van (onder meer) muziekauteurs in Nederland.

(ii) Powned is een publieke omroepvereniging die haar nieuwsprogramma Pownews uitzendt op Nederland 3 (thans NPO 3). Ook brengt zij nieuws naar buiten via haar website, pownet.tv. In het uittreksel van de Kamer van Koophandel Amsterdam staat bij “Activiteiten”:

“Het verzorgen en uitzenden van programma’s voor radio, televisie en internet; het bieden van een tegenwicht aan de gevestigde politieke, bestuurlijke en journalistieke belangen in Nederland, door een eigenzinnige manier van nieuws, infotainment en satire maken, zoals die door de website Geen Stijl is ontwikkeld; community-based werken, inclusief de directe, inter- actieve deelname van reaguurders, een groep die zich niet beperkt tot het consumeren van informatie, maar die zelf informatie verzamelt, verspreidt en checkt.”

(iii) De componist [A.] (verder: [A.]) heeft in 2006 een muziekstuk gecomponeerd voor een anti-piraterij filmpje voor Filmwereld. Filmwereld is een platform van partijen in de filmwereld dat onder meer strijdt tegen het illegaal kopiëren van films. Dit filmpje werd voorafgaand aan de hoofdfilm vertoond in onder meer bioscopen en op huur- en koop-dvd’s. [A.], die is aangesloten bij Buma/Stemra, heeft zijn werk in januari 2007 geregistreerd bij Buma/Stemra. [A.] heeft een geschil met Buma/Stemra over (het uitblijven van) inkomsten uit de exploitatie van zijn muziekstuk.

(iv) [A.] werd in het kader van bovengenoemd geschil sinds 2008 bijgestaan door een financieel adviseur/manager,[B.] (verder: [B.]).

( v) Op 26 mei 2011 mailde [B.] aan [appellant sub 1], voor zover relevant:

“Hierbij de hoofdlijnen van onze impasse bij STEMRA en onze actieve opvolging van de afgelopen 6 maanden.”

De bijlage vermeldt onder meer:

“jaar – 2010 (…) Na moeizame telefoontjes in september/oktober 2010, kunnen wij op audiëntie komen bij de BUMA. De meeting vindt plaats op 3-11-2010, met een rapport ter onderbouwing van de vordering. De vervolgafspraak vindt plaats op 6 december 2010, met een 5-tal medewerkers van BUMA, hierin belooft men voor de kerst met aantallen te komen, waaruit de correcte afrekening kan volgend. Deze belofte wordt verlegd na de kerst.

Jaar- 2011 (...) Vervolgens wordt deze belofte verlegd naar 1-2-2011. Vervolgens wordt aangegeven dat men geen aantallen kan achterhalen. In de meeting van 23-03-2011 wordt duidelijk dat de BUMA geen medewerking wil verlenen voor wereldwijde incasso.”

(vi) Via de heer [C.], een voormalig medewerker van een platenmaatschappij, kwamen [B.] en [appellant sub 1] met elkaar in contact.

(vii) Op 30 november 2011 belde [B.] met [appellant sub 1]. Het gesprek werd opgenomen door Powned. Uit de transcriptie (versie van Powned, productie 9 Powned) van dit telefoongesprek (verder: het telefoongesprek) blijkt dat [B.] ([B.]) en [appellant sub 1] ([appellant sub 1]) onder meer het volgende met elkaar bespraken:

“[appellant sub 1] [appellant sub 1].

[B.] Goedemiddag met[B.]. We hebben een aantal maanden geleden gesproken, en uh.. herken je mij nog, van [A.]?

[appellant sub 1] Ja, dat had iets te maken met een thema dat op een DVD verschenen was, uit mijn hoofd.

[B.] Ja, dat klopt. Een liedje, zo gezegd, op de DVDs. Ik bel u eigenlijk, u heeft een voorstel gedaan daarvan, en [A.] is daar toen niet op ingegaan. Hij zit nu eigenlijk een beetje in zak en as, om het zo maar te zeggen, en hij komt niet verder bij Buma/Stemra. Wat zou u nog kunnen betekenen in dit geheel, want…?

[appellant sub 1] Ik heb destijds een voorstel gestuurd omdat ik het liedje graag in mijn uitgeverij wil hebben, en omdat ik me dan vanuit de uitgeverijkant daarvoor sterk kan maken, wat inhoudt dat als ik wat zou ontvangen dan ontvangt hij nog altijd 2x zo veel. U weet wellicht de verdeelsleutel op het auteursrecht in Nederland is 66% voor de componist en 33 voor de uitgever.

[B.] Ja.

[appellant sub 1] Kijk, nu heeft ie niets.

[B.] Nee, dat klopt ja.

[appellant sub 1] En alles wat ik bij Buma/Stemra nog los zou kunnen peuteren, daar pakt ie dan toch mooi 66% op mee.

[B.] Eh ja, dat is op zich mooi, alleen aan welk eh… hoe snel kunt u dat doen?

[appellant sub 1] Nou, het toeval wil dat ik morgen naar Nederland vlieg, dan kan ik dat gelijk oppakken, zodra ik de overeenkomst binnen heb zal ik mij ook gelijk melden bij Buma/Stemra, en zeggen jongens, wat is hier aan de hand? Dan ga ik mij ook nog even in het dossier verdiepen, van hoe zat het nou precies in elkaar, met wie is er gesproken, etc. Welke dragers, welke beeld- en /of geluidsdragers zijn bekend, en dan zal ik zeggen van ja jongens, daar moet toch wat op geregeld worden.

(…)

[appellant sub 1] [A.] is aangesloten bij Buma/Stemra hè?

[B.] Ja, sinds 1978, dus dat is al een hele tijd. Maar ja, het bedrag is natuurlijk voor [A.] van belang. Stel dat er een miljoen of twee miljoen euro binnenkomt, met wie wordt die opbrengst dan gedeeld? Hoe gaat dat?

[appellant sub 1] Nou, het is heel simpel. Stel dat voor het totaal der rechten een bedrag x wordt opgehaald, dan gaat 2/3 van bedrag x naar uw client toe en 1/3 van bedrag x gaat naar mij toe.

(…)

[B.] Dan wordt het een rechtszaak, ja. Maar ja kijk, hij heeft ook een andere uitgeverij benaderd, [A.], en de vraag is hoe snel kunt u reageren, want als het bedrijf gewoon daar naar toe gaat dan is dat hetzelfde als wat hij 1,5, wat zeg ik, 5 jaar heeft ie zelf dat geregeld. Met van alles en nog wat.

[appellant sub 1] Dat heeft hem kennelijk weinig gebracht.

[B.] Ja, dat heeft hem heel weinig gebracht, dus hoe gaat u dat vlottrekken?

[appellant sub 1] Nou, dat is heel simpel namelijk. Kijk, ik zal ze 1 of 2 keer aanschrijven. Dan kunnen er 2 dingen mogelijk zijn. Er wordt contact opgenomen met Amerika, alle alarmbellen gaan af en ze krijgen vanuit Amerika de boodschap: jongens dit moet gesettled worden, want dit gaat verkeerd.

[B.] Maar dat is allemaal van de buitenkant. Kan het niet intern binnen Buma?

[appellant sub 1] Buma heeft niet geïncasseerd.

[B.] Nee, dat begrijp ik, maar kan er niet intern iets geregeld worden.

[appellant sub 1] Ik zet Buma gewoon buiten spel.

[B.] Zet Buma buiten spel?

[appellant sub 1] Ja, ik betrek Buma er pas bij, maar dat is dan iets wat ik met u zal overleggen, of we dat op dat ogenblik nog willen, ik breng Buma er pas bij op het moment dat partijen het erover eens zijn wat voor bedrag het zou moeten worden, dan kan het zijn dat ik in overleg met Buma zeg van, Buma zover zijn we gekomen, gaan jullie maar incasseren, wat impliceert dat Buma moet toegeven, of Stemra in dit geval, dat er wel degelijk incasso was. Dan zal ik waarschijnlijk tegen Stemra zeggen, nou kijk, deze zaak hebben we nu helemaal alleen gedaan. Twee rechthebbenden van u hebben nog een aantal appeltjes te schillen, dat is namelijk met die, met die, met die, met die, daar mag u dan zelf achteraan gaan. Dan hebben we u wel even voorgedaan hoe u het moet doen. Hoe het gedaan moet worden.

[B.] Ja, dat begrijp ik.

[appellant sub 1] Want naar mijn mening, er gaat geld komen, hoe dan ook.

(…)

[B.] Ja, nou ja, inderdaad, ik zeg Buma/Stemra maar het is een Stemra aangelegenheid, maar waarom moet hij nou bij u bij voorbeeld terechtkomen om eigenlijk zijn auteursrecht te krijgen. Ik vat dat niet.

[appellant sub 1] Geen idee. Kijk, ik vind het een merkwaardige zaak, maar daarom zou ik ook weleens het dossier willen lezen, van hoe is daar vanuit Stemra op gereageerd?

[B.] Ja, ze zeggen steeds, ik weet het niet. Maar ..

[appellant sub 1] Maar bij voorbeeld wie, want dan ga ik daar de persoon op aanspreken.

[B.] Ja, dat is een koppel van 5 man, inclusief [D.] van der Ree, de grootste baas. Dus waarom moet u er nou aan verdienen zodat hij zijn geld krijgt. Ik vat het niet.

[appellant sub 1] U vat het niet, ja nou eh eh eh.. hoe lullig het ook klinkt. Kijk, uw cliënt moet zijn rechten in principe zelf kunnen exploiteren. Daarvoor heeft hij een contract gesloten met Stemra Hij draagt dan aan Stemra over. Stemra is kennelijk niet bij machte om dat op te lossen.

[B.] Zeker, ja.

[appellant sub 1] Eh, gebruikelijk is overigens want dat is met 99% van de werken zo, 99% van de internationaal geëxploiteerde werken zijn allemaal uitgegeven, er hangt altijd een uitgever aan. Want over het algemeen is het zo dat artiesten vooral artistiek bezig zijn en zich weinig of niet met het zakelijk gedeelte bemoeien. Ik zeg altijd een goede uitgever die leest geen noot zo groot als een koe, heeft van muziek geen verstand, maar weet alles van rechten en dat is op zich natuurlijk een hele goeie combinatie, en daar verdienen wij nu eenmaal aan.

[B.] Maar waarom zou het u nou wel lukken en mij c.q. [A.] niet, ik eh eh ik begrijp het niet.

[appellant sub 1] Het zou wel eens kunnen zijn omdat een aantal mensen in de industrie weten dat als ik eenmaal mijn tanden er in zet, dat ze weten ook dat ze een probleem hebben. Dat geldt zowel voor Stemra, dat geldt voor Buma en dat geldt ook voor een aantal andere exploitanten binnen het veld van het auteursrecht.

[B.] Waarom hebben ze dan een probleem met u en waarom niet met [A.] zelf?

[appellant sub 1] Nou ze hebben vooralsnog geen probleem met mij. Zodra ik een getekend uitgavecontract heb dan hebben ze wel een probleem met mij.

(…)

[B.] Dus u kunt met uw kennis en functie iets bewerkstelligen op korte termijn intern.

[appellant sub 1] Nou kijk het zijn twee zaken die parallel aan elkaar gaan lopen. Ik bedoel, ik ga eerst sowieso de producent zelf aanschrijven om te zeggen je hebt dit en dat gedaan. Je hebt er een half miljoen, miljoen, 20 miljoen van verkocht in Europa. Jij ben verantwoordelijk voor de distributie van Harry Potter in Europa, ik wil even afrekenen. Als je dat vanuit een bedrijf doet en als je dat doet vanuit een bedrijf waarvan men inmiddels al weet dat er, en dat klinkt misschien wat populistisch “er valt gewoon niet mee te dollen” dan weet je dus, dan heb je een probleem en dat is een probleem dat je jarenlang blijft achtervolgen. Fox in Amerika weet dat inmiddels ook.

[B.] Ja ja ja, dus eigenlijk met de kennis en ervaring. En op korte termijn zou u ook vanuit uw rol bij Buma/Stemra gewoon een vuist kunnen neerleggen, want [A.] die…

[appellant sub 1] Ik wil het dossier inlezen en ik wil weten dus waarom Buma/Stemra niet de producent heeft aangeschreven. Nu gaat het mandaat van Buma/Stemra niet verder dan Nederland. Als nou blijkt dat Harry Potter, wie is daarvan de filmmaatschappij, weet u dat?

[B.] Vanuit mijn hoofd, Warner Brothers.

[appellant sub 1] Nou Warner Brothers zal in Europa een Europees kantoor hebben. Dat zal in Londen liggen of what ever. Dan moet Buma/Stemra dus naar een collega gaan in London om daar de opdracht neer leggen wil je die gelden incasseren. Nou ik sla die stap zelf als uitgever liever over. Ik ga het zelf wel halen.

[B.] U gaat het zelf halen?

[B.] Ja ja.

[appellant sub 1] Ja, want Amerikanen betalen voor hun films normaliter geen mechanische rechten. (…)

(…)

[B.] Het is handig om connecties te hebben bij Buma/Stemra etc. dat heb ik nu ook wel in de gaten. Is dat eigenlijk wel wettelijk toegestaan dat een bestuurder en een uitgever bij elkaar op 1 stoel zitten. Want als [A.] het aan u over doet zijn we dan wel ingedekt.

[appellant sub 1] 1/3 van het bestuur bestaat uit uitgevers.

[B.] 1/3 van het bestuur?

[appellant sub 1] 1/3 van het Buma en Stemra bestuur bestaat uit uitgevers en 2/3 van het Buma en Stemra bestuur bestaat uit auteurs en componisten.

[B.] Ja ja ja.

(…)

[B.] Maar in het contract staat, in [A.] z’n contract staat met Buma/Stemra staat dat wereldwijd wordt alles afgetikt. En ze doen het gewoon niet.

[appellant sub 1] Dat is ook een discrepantie. Ik kan u bijvoorbeeld ook melden dat High fashion Music als uitgever is aangesloten bij Stemra voor de gehele wereld met uitzondering van de Verenigde staten.

(…)

[appellant sub 1] Ze hebben wel het auteursrecht maar kunnen niet tot incasso overgaan.

[B.] Dat vind ik raar. Ik heb vernomen van de fabriek, er zijn 6 studio’s en daar kunnen ze zich melden.

[appellant sub 1] Zij kunnen zich melden bij de studio’s, Er zal voor Stemra een reden zijn geweest om dat niet te doen. Ik vind dat niet goed en als bestuurder, ja, ga ik daar ook zeker wat van zeggen. Want dat is a) een Stemra aangelegenheid, ik ben primair Stemra bestuurslid dus ik wel eens weten hoe dat zit.

[B.] En waarom doen ze dan niks? Stemra. Als ze al 5 jaar lang die klacht hebben liggen. We hebben het tot aan de directie neergelegd en niemand reageert daar. En waarom doen ze dan in Europa niks?

[appellant sub 1] En daarop moet ik u het antwoord schuldig blijven maar is wel iets wat in de vergadering van, en ik kan het u precies vertellen, van volgende week woensdag, dan zou willen meenemen.

[B.] Nou het verbaast mij ten zeerste. Nou ja.

[appellant sub 1] Eerlijk gezegd, ik vind het bijzonder vreemd, om niet te zeggen onacceptabel dat een Stemra aangeslotene in dit geval, een dergelijke casus heeft en dat daar niet adequaat op gereageerd wordt. En daarom zou ik eerst informeel willen weten met wie zeg maar de meeste correspondentie is geweest.

[B.] En informeel, is dat met [D.] [D.]? Want die, daar krijg … eh eh.

[appellant sub 1] Dat zou [D.]kunnen zijn maar dat is de directeur en ik bedoel, die heeft mensen onder zich werken die geacht worden dat te doen. Maar ik zou eerst willen weten wat die mensen die onder hem bedacht hebben. Dat wil ik eerst afgedekt hebben. En dan zeggen, goh jongens waarom is dat niet gedaan, en dan kan ik per ultimo bij [D.] aankaarten en zeggen “[D.] waarom is het niet gebeurd”.

[B.] Ja ik begrijp het. En wat gaat u daar zelf dan aan verdienen?

[appellant sub 1] Dat heb ik u, niet om vervelend te doen al drie keer gezegd, 1/3 van de opbrengsten.

[B.] 1/3 van de opbrengst.

(…)

[appellant sub 1] Kijk, hoe vervelend het ook klinkt, hij heeft een keus.

[B.] Ja, nee, hij heeft zeker een keus.

[appellant sub 1] Hij kan doorgaan op het vooralsnog ingeslagen pad en Stemra desnoods manen om tot actie en incasso over te gaan. Vooralsnog heeft dat niet de resultaten gegeven die uw client daarmee hoopt te bereiken. Los van het feit dat ik het als uitgever een op zijn minst merkwaardige zaak vind dat dat niet voortvarend is aangepakt heb ik als uitgever nog wel een bepaalde zienswijze hoe dat proces vanuit mijn professie bespoedigd zou kunnen worden. Dat zijn 2 dingen namelijk die ik daarin ook strikt gescheiden hou.

[B.] Dus u steunt [A.] hierin om, ja hoe moet ik dat zeggen..

[appellant sub 1] Zowel als uitgever als bestuurslid Stemra, ja.

[B.] Als beide.

[appellant sub 1] Ja, daar kan geen twijfel over bestaan.

[B.] (…) ik verwacht dat hij zeker een miljoen moet hebben en u gaat dan met 1/3 daar vandoor eigenlijk. Dat zie ik als cijferman natuurlijk met lede ogen toe.

[appellant sub 1] Ja, ultimo is dat het geval.

[B.] Ja, ultimo is dat het geval.

[appellant sub 1] Maar dan wel 6 ton rijker en nu heeft ie niets.

[B.] Ja, correct.

[appellant sub 1] Ja, dat is de andere kant. Kijk, je kunt zeggen het glas is half leeg, je kunt ook zeggen, en dat is een wat positievere denkwijze, het glas is half vol.

[B.] Het glas is halfvol.

[appellant sub 1] En wat dat betreft meer, het glas is voor 66% vol.

(…)”

(viii) Powned heeft in haar nieuwsprogramma van diezelfde dag, 30 november 2011, aandacht besteed aan het telefoongesprek. In beeld verschenen de woorden: “BESTUURDER BUMA STEMRA CORRUPT”. De presentator[E.] (verder: [E.]) kondigde het item als volgt aan:

“Zo werd [A.] onlangs benaderd door [appellant sub 1], een bestuurslid van Buma/Stemra. [appellant sub 1] zou wel even schot in de zaak kunnen brengen, maar daarvoor wilde hij als bestuurslid van Buma Stemra dan wel even één derde hebben van de opbrengst”

(ix) Een deel van het telefoongesprek is in dit nieuwsprogramma van 30 november 2011 uitgezonden (verder: het uitgezonden telefoongesprek). De transcriptie van het uitgezonden telefoongesprek is als volgt:

“[appellant sub 1] Met [appellant sub 1].

[B.] Goedemiddag met Rob [B.]. Herken je mij nog? Van [A.]?

[appellant sub 1] Ja, dat had iets te maken met een thema dat op DVD verschenen was, uit mijn hoofd.

[B.] Wat zou u nog kunnen betekenen in dit geheel?

[appellant sub 1] Ik heb destijds een voorstel gestuurd dat ik het liedje graag in de uitgeverij wil hebben en dat ik me daar vanuit de uitgeverijkant dan sterk voor kan maken, wat inhoudt dat als ik wat zou ontvangen, dan ontvangen zij altijd nog 2x zo veel. Kijk, nu heeft ie niets.

[B.] Nee, dat klopt ja.

[appellant sub 1] En alles wat ik bij Buma/Stemra nog los zou kunnen peuteren, daar pakt ie mooi 66% van mee.

[B.] Stel dat er 1 miljoen of 2 miljoen euro binnenkomt, met wie wordt die opbrengst dan gedeeld?

[appellant sub 1] Het is heel simpel. Stel dat voor het totaal der rechten een bedrag x wordt opgehaald, dan gaat 2/3 van bedrag x naar uw cliënt toe en 1/3 van bedrag x gaat naar mij toe. Ik zet Buma gewoon buiten spel. Naar mijn mening, er gaat geld komen, hoe dan ook.

[B.] Waarom moet u er nou aan verdienen, zodat hij zijn geld krijgt? Ik vat dat niet.

[appellant sub 1] U vat dat niet. Ja, het zou wel eens kunnen zijn, omdat een aantal mensen in de industrie weten dat als ik eenmaal mijn tanden erin zet, dat ze weten ook dat ze een probleem hebben. En dat geldt zowel voor Stemra, dat geldt voor Buma en dat geldt ook voor een aantal andere exploitanten binnen het veld van het auteursrecht.

[B.] Ja, waarom doen ze dan niks? Stemra? Als ze al 5 jaar lang die klacht hebben liggen?

[appellant sub 1] Ja, daarop moet ik u het antwoord schuldig blijven, maar is wel iets wat ik in de vergadering van, ik kan het u precies vertellen, volgende week woensdag, dan zou willen meenemen. Ik vind het bijzonder vreemd, om niet te zeggen onacceptabel dat een Stemra aangeslotene in dit geval een dergelijke casus heeft en dat daar niet adequaat op gereageerd wordt.

[B.] U steunt [A.] hierin om eh, ja, hoe moet ik het zeggen?

[appellant sub 1] Ja, zowel als uitgever en als bestuurslid Stemra.

[B.] Als beide.

[appellant sub 1] Daar kan geen twijfel over bestaan.

[B.] Nee. Dus dat betekent, ik verwacht dat hij zeker een miljoen moet hebben en u gaat er dan met 1/3 vandoor, eigenlijk. Dat zie ik als cijferman natuurlijk met lede ogen toe.

[appellant sub 1] Ja, ultimo is dat het geval.

[B.] Ja, ultimo is dat het geval.

[appellant sub 1] Maar dan wel 6 ton rijker en nu heeft ie niets.

[B.] Ja, correct.

[appellant sub 1] Ja, dat is de andere kant. Kijk je kunt zeggen het glas is half leeg, je kunt ook zeggen van, dat is een wat positievere denkwijze, het glas is half vol, en wat dat betreft meer, het glas is voor 66% vol.”

( x) [E.] heeft het telefoongesprek in de uitzending van 30 november 2011 vervolgens als volgt samengevat:

“Ja, voor de slechte verstaander. [appellant sub 1] is dus bestuurslid van Buma/Stemra. In ruil voor 33% van de opbrengst belooft hij volgende week woensdag in de bestuursvergadering van de auteursrechtenorganisatie de kwestie te zullen bespreken met zijn medebestuurders. Want hoe sneller Buma/Stemra overgaat tot uitbetaling, hoe sneller [appellant sub 1] minimaal 330.000 euro rijker is. (…)”

(xi) Als achtergrond bij dit nieuws was een foto van [appellant sub 1] zichtbaar.

(xii) Eveneens op 30 november 2011 verscheen een bericht op de website van Powned onder de titel: “Buma/Stemra bestuurder corrupt”. In dit bericht is onder meer het volgende opgenomen:

“Buma/Stemra bestuurder [appellant sub 1] maakt misbruik van zijn functie.

Bestuurslid [appellant sub 1] van Buma/Stemra gebruikt zijn functie om geld op te strijken van auteursrechten die nog uitbetaald moeten worden. [appellant sub 1] is naast bestuurslid van de rechtenorganisatie ook de eigenaar van muziekuitgever High Fashion Music en heeft aangeboden om in die hoedanigheid een claim van componist [A.] [A.] op Buma/Stemra over te nemen.

(…)

[appellant sub 1] heeft componist [A.] voorgesteld de rechten op de muziek over te dragen aan zijn eigen uitgeverij. Door zijn functie als bestuurslid bij Buma/Stemra zit hij dichter op het vuur en kan hij er naar eigen zeggen voor zorgen dat Buma/Stemra wél over de brug komt. Voor deze dienst ontvangt [appellant sub 1] één-derde van de claim. Dit bedrag kan oplopen tot enkele miljoenen. (…)”

(xiii) Na de uitzending van 30 november 2011 heeft Powned in nog zeven uitzendingen aandacht besteed aan het gesprek tussen [appellant sub 1] en [B.] en ook in meer algemene zin aan de (structuur van) de organisatie Buma/Stemra. Deze uitzendingen vonden plaats op respectievelijk 1, 2, 5, 8, 14, 15 en 16 december 2011.

(xiv) In het merendeel van deze uitzendingen heeft Powned [appellant sub 1] in verband gebracht met corruptie. Dit gebeurde op verschillende manieren. In de uitzending van 1 december 2011 noemde [E.] [appellant sub 1]: ‘zo corrupt als de neten’. In de uitzending van 2 december 2011 noemde[F.] (verder: [F.]) van Powned, [appellant sub 1] ‘een hele corrupte man’ en zegt hij over [appellant sub 1]: ‘corrupt as hell is ‘ie’. In de uitzending van 8 december 2011 werd [appellant sub 1] ‘de rotte appel’ genoemd. In een aantal van deze uitzendingen werd een foto van [appellant sub 1] getoond.

(xv) In de uitzending van 1 december 2011 interviewde [F.] een aantal bestuursleden van Buma/Stemra en een aantal leden van de Tweede Kamer. Verder kwam in deze uitzending naar voren dat het door Powned uitgezonden telefoongesprek volgens [appellant sub 1] zou zijn gemanipuleerd. In reactie daarop liet [F.] in deze uitzending weten dat het hele gesprek op de website staat.

(xvi) In de uitzending van 2 december 2011 besteedde Powned aandacht aan twee tegenargumenten van [appellant sub 1], namelijk dat er geknipt was in het telefoongesprek en dat het initiatief tot het leggen van contact niet van [appellant sub 1] maar van [A.] was uitgegaan.

(xvii) In de uitzendingen van 5, 8, 14 en 15 december 2011 besteedde Powned aandacht aan de structuur van de organisatie Buma/Stemra, onder meer door interviews met leden van Tweede Kamer, de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de woordvoerder van Buma/Stemra en bestuursleden van Buma/Stemra. Ook kwam de stand van zaken met betrekking tot het geschil tussen [A.] en Buma/Stemra aan de orde.

(xviii) Op de website van Powned zijn op 1 december 2011 vier publicaties over [appellant sub 1] en Buma/Stemra geplaatst. Bij de laatste publicatie van die dag is een link geplaatst waarmee het integrale telefoongesprek kon worden beluisterd.

(xix) Voorts werden er berichten gepubliceerd op de website van Powned op 5, 7 en 21 december 2011, waarbij aanvankelijk de nadruk lag op het telefoongesprek en later (ook) op de (nieuwe) bestuursstructuur van Buma/Stemra.

(xx) Op 1 december 2011 is [appellant sub 1] tijdelijk teruggetreden als bestuurslid van Buma/Stemra. Op 5 december 2011 heeft [appellant sub 1] ontslag genomen als bestuurslid van Buma/Stemra.

(xxi) De uitzending van 30 november 2011 heeft geleid tot vragen van leden van de Tweede Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. In antwoord op deze vragen verwees de staatssecretaris onder meer naar het op 1 december 2011 aangekondigde onderzoek door het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten (verder te noemen het College van Toezicht).

(xxii) Op 15 mei 2012 verscheen het “Rapport van bevindingen Buma/Stemra” van het College van Toezicht. Onder het kopje “Bevindingen” op bladzijde 8 staat onder meer:

“Indien er inderdaad een overeenkomst tot stand was gekomen tussen [appellant sub 1] en [A.], zoals besproken in het telefoongesprek dat op PowNews is uitgezonden, dan had [appellant sub 1] zich in een positie bevonden waarin hij te maken had met een mogelijke verstrengeling van belangen. Hij had dan als uitgever/rechthebbende immers een financieel belang gehad in de uitkomst van de discussie tussen [A.] en Stemra.

Als zodanig is het aangaan van een overeenkomst met een auteur door een bestuurder van Buma/Stemra, in de hoedanigheid van uitgever, niet onoorbaar. (…) De situatie waarin een bestuurslid de incasso van een claim ter hand neemt en zulks vervolgens aankaart in het bestuur of bij de directie, is echter evident onwenselijk.”

Onder het kopje “V. Conclusies en adviezen” staat onder meer:

“Met betrekking tot het handelen van [appellant sub 1], beperkt het College zich derhalve tot de feitelijke constatering dat [appellant sub 1] voor ogen had een uitgaveovereenkomst met [A.] te sluiten en daarbij bereid was om zijn positie als bestuurder bij Buma/Stemra in te zetten.”

(xxiii) Bij beslissing van 16 juli 2012 heeft de Raad voor de Journalistiek de klacht van [appellanten] tegen de hoofdredacteur van Powned gegrond geacht en geoordeeld dat Powned door op 30 november 2011 over [appellanten] te berichten en daarop in latere berichtgeving voort te borduren op de wijze zoals Powned dat heeft gedaan, journalistiek onzorgvuldig jegens [appellanten] heeft gehandeld. De Raad heeft in zijn beslissing overwogen dat voldoende aannemelijk was gemaakt dat Powned met het instrueren van [B.] bij het voeren van het telefoongesprek uitspraken heeft ontlokt aan [appellant sub 1], terwijl bovendien het telefoongesprek door de wijze van montage een andere lading heeft gekregen en geen recht doet aan de essentie van het gesprek. Ook overweegt de Raad dat uit de uitzending niet is gebleken van een nadere onderbouwing voor de beschuldiging van corruptie en dat niet is gebleken dat aan [appellanten] voorafgaand aan de uitzending de mogelijkheid is geboden tot wederhoor. Powned is op de zitting waar de klacht is behandeld, niet verschenen.

3.2.

[appellanten] vorderen in dit geding, kort samengevat, een verklaring voor recht dat Powned onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld, vergoeding van de door hen als gevolg daarvan geleden schade en een aantal voorzieningen die ertoe strekken dat Powned zich verder van jegens [appellanten] als onrechtmatig aan te merken uitlatingen onthoudt en dat de gevolgen van de gewraakte handelwijze van Powned ongedaan worden gemaakt.

De rechtbank heeft de vordering van [appellanten] afgewezen. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komen [appellanten] in hoger beroep met dertien grieven op.

3.3.

Het geschil van partijen spitst zich toe op de vraag of Powned, door [appellant sub 1] in genoemde uitzendingen/uitlatingen te beschuldigen van corruptie en te suggereren dat hij zijn bestuurslidmaatschap van Buma/Stemra wilde gebruiken voor eigen gewin, zich heeft uitgelaten op een wijze die jegens [appellant sub 1] onrechtmatig is.

3.4.1.

De rechtbank stelt in het bestreden vonnis terecht voorop dat het recht van Powned op vrijheid van meningsuiting in het geding is en dat de vorderingen van [appellanten] de strekking hebben om dat recht te beperken. Het hof sluit zich aan bij hetgeen de rechtbank daaromtrent in rechtsoverwegingen 4.1 tot en met 4.4 heeft overwogen met betrekking tot, kort gezegd, de vraag of die beperking in een geval als het onderhavige (op de voet van artikel 10 lid 2 EVRM) is toegestaan en de omstandigheden die een rol spelen bij belangenafweging die in het kader van de beantwoording van die vraag moet plaatsvinden.

3.4.2.

Ten aanzien van het door [appellant sub 1] gedaan beroep op artikel 8 EVRM (meer specifiek het recht op respect voor zijn privéleven) heeft de rechtbank terecht in aanmerking genomen dat de onderhavige kwestie geen privé aangelegenheid betreft doch betrekking heeft op het beroepsmatig functioneren van [appellant sub 1], met name als bestuurslid van Buma/Stemra. [appellant sub 1] heeft ook in hoger beroep geen feiten gesteld die de gevolgtrekking rechtvaardigen dat de schending van zijn reputatie hem zodanig persoonlijk heeft gekrenkt dat daardoor een belemmering is ontstaan van het genot van de rechten die door genoemd grondrecht gewaarborgd worden.

3.4.3.

Dat de rechtbank in rechtsoverweging 4.12 en 4.13 geoordeeld heeft dat [appellant sub 1] een publiek figuur is en dat hem om die reden geen beroep op artikel 8 EVRM zou toekomen, zoals [appellant sub 1] in grief IX betoogt, berust op een onjuiste lezing van het vonnis. De rechtbank heeft het antwoord op de vragen of [appellant sub 1] een publieke functie heeft en of zijn handelwijze die in de uitlatingen van Powned aan de kaak werd gesteld (mede) zijn functioneren in die hoedanigheid betreft, terecht als omstandigheden aangemerkt die een rol spelen bij de hierboven onder 3.4.1 bedoelde belangenafweging. De overweging van de rechtbank dat een bestuurder van Buma/Stemra - gelet op de maatschappelijke positie van deze collectieve beheersorganisatie - is aan te merken als een publiek figuur en dat daarom de grenzen van toelaatbare kritiek op zijn functioneren ruimer zijn, acht het hof juist.

3.5.1.

[appellant sub 1] stelt zich (in zijn grieven I tot en met VII) op het standpunt dat de beschuldiging van corruptie die Powned jegens hem in genoemde uitzendingen heeft geuit onvoldoende steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal.

Het hof is met de rechtbank van oordeel dat de kwalificatie ‘corrupt’ als waardeoordeel moet worden aangemerkt, dat het begrip een scala van meer of minder ernstige niet-integere handelingen omvat en dat voor de betekenis die daaraan in een voorkomend geval moet worden toegekend de context waarin die beschuldiging is geuit bepalend is. In het onderhavige geval ziet de beschuldiging erop dat [appellant sub 1] bereid was zijn positie als bestuurder van Buma/Stemra in te zetten bij de incasso van aan [A.] als auteur toekomende vergoedingen tegen betaling van een derde deel daarvan.

Dat [appellant sub 1] feitelijk werd beschuldigd van omkoping, afpersing, chantage en fraude, zoals hij in zijn memorie van grieven herhaaldelijk betoogt, vindt in de tekst van de gewraakte uitlatingen onvoldoende steun.

3.5.2.

Het aanbieden van diensten tegen een relatief hoge vergoeding met de suggestie dat voor het daarmee te behalen resultaat de publieke functie van de betrokken aanbieder zal worden ingezet, valt naar oordeel van het hof ontegenzeggelijk te kwalificeren als corruptie in de in de voorgaande alinea bedoelde ruime zin. Dat [appellant sub 1] zich aan de hier bedoelde wijze van niet-integer handelen schuldig heeft gemaakt, vindt voldoende steun in het feitenmateriaal. De diensten die [appellant sub 1] voor [A.] tegen betaling van één derde van de opbrengsten daarvan zou gaan verrichten betroffen (in ieder geval in eerste instantie) niet het uitgeven van diens werk - in de zin van het op de markt brengen daarvan - maar het (louter) incasseren via Buma/Stemra (die daartoe jegens [A.] gehouden was) van vergoedingen die aan [A.] toekwamen op grond van door derden reeds van zijn werk gemaakt gebruik. Dat [appellant sub 1] het deed voorkomen dat hij daarbij zijn toegang tot en zijn bijzondere positie bij Buma/Stemra zou inzetten, blijkt voldoende duidelijk uit (de transcriptie van) het door [appellant sub 1] met [B.] gevoerde gesprek, waarbij het hof met de rechtbank in aanmerking neemt dat [appellant sub 1] door [B.] in voorafgaande contacten op de hoogte was gesteld van het conflict van [A.] met Buma/Stemra over de incasso van de hem toekomende vergoedingen. De stelling van [appellant sub 1] dat hij als bestuurder van Buma/Stemra geen invloed kon uitoefenen op de behandeling van concrete claims, doet hier niet aan af.

Een en ander strookt met de conclusie waartoe het College van Toezicht in zijn rapport van 15 mei 2012 is gekomen (zie hierboven rechtsoverweging 3.1 xxii), terwijl aan de door de Raad voor Journalistiek genomen beslissing, waaraan de rechter niet is gebonden, in dit verband geen doorslaggevende betekenis kan worden toegekend.

3.5.3.

Hetgeen [appellant sub 1] in de toelichting op zijn grieven als verklaring van de door hem in het gesprek met [B.] gedane mededelingen geeft, is niet zodanig concludent en/of overtuigend, dat dit de indruk dat sprake was van (een voornemen tot) niet-integer handelen zijnerzijds kan wegnemen, althans leidt in ieder geval niet tot de gevolgtrekking dat in dat gesprek onvoldoende serieuze aanwijzingen voor (een voornemen tot) niet-integer handelen waren gelegen om de beschuldiging van corruptie van een toereikend fundament te voorzien.

3.6.

Mede in het licht van dit laatste acht het hof hetgeen de rechtbank (in rechtsoverweging 4.19) met betrekking tot, kort gezegd, de toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor heeft overwogen juist.

3.7.

De rechtbank heeft voorts terecht op de in rechtsoverweging 4.11 vermelde gronden geoordeeld dat de onderhavige kwestie als misstand valt te beschouwen en dit aspect betrokken bij de hierboven in 3.4.1 bedoelde belangenafweging.

3.8.

Het hof sluit zich voorts aan bij hetgeen de rechtbank (verder) heeft overwogen over de werkwijze van Powned, de beweerde onjuistheden met betrekking tot de voorgeschiedenis en de wijze waarop de uitlatingen zijn gepresenteerd. Ook sluit het hof zich aan bij de conclusie van de rechtbank dat - voor zover er grond is om aan Powned in dit kader enige mate van onzorgvuldig handelen te verwijten - daaraan in het licht van de maatschappelijke taak van Powned, de overdrijving die door de kijkers van Pownews als inherent aan die uitzendingen wordt ervaren en de aard van de misstand die Powned aan de kaak heeft willen stellen niet een zodanig gewicht toekomt dat de uitzendingen/uitlatingen van Powned daarmee als onrechtmatig jegens [appellant sub 1] kunnen worden gekwalificeerd.

3.9.

Dit brengt mee dat ook het hof tot de slotsom komt dat Powned niet onrechtmatig jegens [appellant sub 1] heeft gehandeld. De grieven van [appellant sub 1] treffen geen van alle doel en behoeven geen verdere bespreking. De vorderingen van [appellant sub 1] komen niet voor toewijzing in aanmerking. Het bewijsaanbod van [appellant sub 1] zal worden gepasseerd nu het geen betrekking heeft op feiten die indien bewezen tot een andere uitkomst kunnen leiden. Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd. [appellant sub 1] zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Voor hoofdelijke veroordeling in de proceskosten bestaat geen grondslag.

4 Beslissing

Het hof:

bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;

veroordeelt [appellanten] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Powned begroot op € 683,- aan verschotten en € 2.682,- voor salaris en op € 131,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris en met de kosten van het betekeningsexploot, ingeval niet binnen veertien dagen is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken proceskostenveroordeling en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;

verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit arrest is gewezen door mrs. M.P. van Achterberg, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell en C. Uriot en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 23 december 2014.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature