Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Recht op vergoeding van overige kosten naast vergoeding van de transportkosten. Als is besloten om een tegemoetkoming in de verhuiskosten te verlenen, zoals in dit geval, dan volgt uit artikel 12 van het VBD dat die tegemoetkoming bestaat uit, onder meer, transportkosten en overige kosten. Noch uit de VRD, noch uit het VBD volgt dat is vereist dat bewijsstukken worden overgelegd om voor vergoeding van overige kosten in aanmerking te komen. Daarbij acht de Raad, evenals de rechtbank, van belang dat in het VBD wel is toegelicht welke kosten onder transportkosten vallen, terwijl een dergelijke toelichting voor overige kosten ontbreekt.

Uitspraak



16/6966 AW

Datum uitspraak: 4 mei 2017

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van

14 oktober 2016, 16/1727 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

de Directeur Defensie Materieel Organisatie (appellant)

[Betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

Namens betrokkene heeft mr. K.A.M. Korssen-van der Ruijt een verweerschrift ingediend.

Appellant en betrokkene hebben nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 maart 2017. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.D. Maassen. Betrokkene heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Korssen-van der Ruijt.

OVERWEGINGEN

1.1.

Bij rekest van 6 maart 2012 heeft betrokkene verzocht om een tegemoetkoming in de verhuiskosten en om vergoeding van de transportkosten van de inboedel. Betrokkene heeft diezelfde datum een declaratie ingediend voor de transportkosten à € 1.442,69. Deze verzoeken zijn bij besluiten van 6 maart 2012 goedgekeurd. Op 6 september 2012 is wederom een verzoek van betrokkene om vergoeding van de verhuiskosten goedgekeurd.

1.2.

Bij besluit van 2 november 2015 zijn de onder 1.1 genoemde besluiten ingetrokken, omdat betrokkene geen bewijsstuk had overgelegd van de sociaal/medische noodzaak van de verhuizing. Tegen dit besluit heeft betrokkene bezwaar gemaakt.

1.3.

Bij besluit van 10 december 2015 is het besluit van 2 november 2015 ingetrokken, omdat betrokkene het vereiste bewijsstuk had aangeleverd. Daarbij is meegedeeld dat alsnog uitvoering wordt gegeven aan de eerdere (herleefde) besluiten.

1.4.

Bij besluit van 12 februari 2016 (bestreden besluit) is het bezwaar van betrokkene tegen het besluit van 2 november 2015 niet-ontvankelijk verklaard. Daaraan is ten grondslag gelegd dat betrokkene geen belang meer heeft bij beoordeling van zijn bezwaar, omdat in de maand januari de door betrokkene aangevraagde verhuiskostenvergoeding à € 1.442,69 is uitbetaald. De stelling van betrokkene dat zijn aangevraagde vergoeding niet volledig is uitbetaald, is onjuist.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit. De rechtbank heeft vooropgesteld dat betrokkene belang heeft bij zijn bezwaar omdat hij daarmee tracht te bereiken dat zowel de transportkosten als de zogenoemde overige kosten van de verhuizing, bedoeld in artikel 11 van het Verplaatsingskostenbesluit militairen (VKBM), worden vergoed. In artikel 11 van het VKBM is bepaald dat een tegemoetkoming in de verhuiskosten gelijk is aan een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten, de transportkosten en de overige kosten. Bij de besluiten van 6 september 2012 (naar de Raad begrijpt: 6 maart 2012) is aan betrokkene een vergoeding van € 1.442,69 toegekend voor de door hem gemaakte transportkosten. Ook is een ongespecificeerde vergoeding toegekend voor ‘verhuiskosten’. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat hiermee nogmaals de transportkosten worden bedoeld. Uit het VKBM volgt niet dat om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming van de overige kosten vereist is dat bewijs wordt overgelegd van de gemaakte kosten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft betrokkene dan ook recht op vergoeding van overige kosten naast vergoeding van de transportkosten.

3. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

3.1.

Wat betreft de reikwijdte van het hoger beroep heeft appellant ter zitting desgevraagd te kennen gegeven dat het bereiken van finale geschillenbeslechting in de kwestie die partijen inhoudelijk verdeeld houdt voor hem voorop staat. Het geschil tussen partijen spitst zich derhalve toe op de vraag of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat betrokkene recht heeft op een vergoeding van overige kosten als bedoeld in artikel 11, onder c, van het VKBM.

3.2.

Appellant heeft betoogd dat betrokkene uitsluitend heeft verzocht om vergoeding van de transportkosten van de verhuizing en niet tevens heeft verzocht om vergoeding van overige kosten. Ook de toekenningsbesluiten zien uitsluitend op de transportkosten. Appellant heeft verder aangevoerd dat niet het VKBM maar het Verplaatsingskostenbesluit defensie (VBD) van toepassing is.

3.3.

In artikel 10 van het VBD is bepaald dat indien verhuizing in het belang van de defensieambtenaar of zijn gezinsleden naar het oordeel van de bedrijfsgeneeskundige dienst sociaal en of medisch noodzakelijk is, het bevoegd gezag aanspraak kan verlenen op een tegemoetkoming in de verhuiskosten.

3.4.

In artikel 12 van het VBD is bepaald dat ten aanzien van verhuizingen anders dan bedoeld in artikel 2, eerste lid, de tegemoetkoming in de verhuiskosten gelijk is aan een tegemoetkoming in: a. de reis- en verblijfkosten;b. transportkosten;c. overige kosten.

3.5.

In artikel 2, tweede lid, van de Verplaatsingskostenregeling defensie (VRD) is bepaald dat het bedrag, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder c, van het besluit, € 6.000,- bedraagt.

3.6.

Het VKBM gold weliswaar ten tijde van de verhuizing, maar was ten tijde van de nadien ingediende rekesten reeds vervangen door het VBD. Dat appellant het VBD van toepassing heeft geacht, acht de Raad daarom niet onjuist. Het VBD bevat gelijkluidende bepalingen ten aanzien van een tegemoetkoming in de verhuiskosten en voorziet in een hogere tegemoetkoming voor overige kosten dan het VKBM. De Raad zal de aangevallen uitspraak op dit onderdeel verbeteren.

3.7.1.

Met de declaratie van 6 maart 2012 heeft betrokkene verzocht om vergoeding van de transportkosten, waarbij een bedrag van € 1.442,69 is vermeld en facturen zijn bijgevoegd. Met het rekest van 6 maart 2012 heeft betrokkene verzocht om een tegemoetkoming in de verhuiskosten en transportkosten. Het had appellant redelijkerwijs duidelijk moeten zijn dat betrokkene met het verzoek om een tegemoetkoming in de verhuiskosten, naast zijn ingediende declaratie voor de transportkosten, heeft verzocht om een tegemoetkoming in de verhuiskosten als bedoeld in artikel 10 van het VBD. Zoals is bepaald in artikel 12 van het VBD, omvatten die verhuiskosten naast de transportkosten ook overige kosten. Met de rechtbank is ook de Raad van oordeel dat appellant door de goedkeuring van het rekest en de declaratie heeft besloten om betrokkene aanspraak te verlenen op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, bestaande uit zowel transportkosten als overige kosten. Daarbij merkt de Raad op dat betrokkene ook in zijn bezwaar en in zijn verzoek tot intrekking van het besluit van 2 november 2015 heeft vermeld dat het hem gaat om vergoeding van zowel de transportkosten als de verhuiskosten.

3.7.2.

Appellant heeft gewezen op de omstandigheid dat de behandeld ambtenaar in

e-mailcorrespondentie met betrokkene uitsluitend melding heeft gemaakt van het bedrag aan verhuiskosten. Dit doet niet af aan hetgeen onder 3.7.1 is overwogen. Het ter zitting ingenomen standpunt van appellant dat slechts uit coulanceoverwegingen is besloten om de transportkosten te vergoeden, vindt geen steun in de stukken. Verder kan betrokkene niet worden tegengeworpen dat de genomen besluiten door interne vergissingen niet de bedoeling van appellant weergeven, zoals appellant ter zitting heeft aangevoerd. Het had op de weg van appellant gelegen om in dat geval de besluiten in te trekken of te wijzigen.

3.8.

Appellant heeft betoogd dat betrokkene geen aanspraak maakt op vergoeding van overige kosten, omdat hij geen bewijsstukken van die kosten heeft overgelegd. Dit betoog slaagt niet. Uit artikel 10 van het VBD volgt dat appellant beoordelingsvrijheid heeft bij het toekennen van een tegemoetkoming in de verhuiskosten. In artikel 12 van het VBD is vervolgens bepaald uit welke posten die tegemoetkoming bestaat. Anders dan appellant veronderstelt, biedt artikel 12 geen ruimte voor een nadere afweging over het al dan niet vergoeden van die posten. Als is besloten om een tegemoetkoming in de verhuiskosten te verlenen, zoals in dit geval, dan volgt uit artikel 12 van het VBD dat die tegemoetkoming bestaat uit, onder meer, transportkosten en overige kosten. In de VRD is het bedrag aan overige kosten bepaald. Noch uit de VRD, noch uit het VBD volgt dat is vereist dat bewijsstukken worden overgelegd om voor vergoeding van overige kosten in aanmerking te komen. Daarbij acht de Raad, evenals de rechtbank, van belang dat in het VBD wel is toegelicht welke kosten onder transportkosten vallen, terwijl een dergelijke toelichting voor overige kosten ontbreekt.

3.9.

Uit het voorgaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd, met verbetering van gronden.

4. De Raad ziet aanleiding appellant te veroordelen in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 990,- voor verleende rechtsbijstand.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep

- bevestigt de aangevallen uitspraak;- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 503,- wordt geheven;

- veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 990,-.

Deze uitspraak is gedaan door K.J. Kraan, in tegenwoordigheid van J. Smolders als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 mei 2017.

(getekend) K.J. Kraan

(getekend) J. Smolders

HD

» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature