Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Ter uitvoering van de tussenuitspraak (ECLI:NL:CRVB:2014:3275) is aan appellante een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend. Toekenning wettelijke rente. Afwijzing verzoek om vergoeding van belastingschade.

Uitspraak



12/6210 WIA

Datum uitspraak: 3 februari 2016

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak als bedoeld in artikelen 8:73a, 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet respectievelijk artikel 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht en in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van

2 november 2012, 12/2290 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

De Raad heeft op 8 oktober 2014 een tussenuitspraak gedaan, gepubliceerd onder ECLI:NL:CRVB:2014:3275.

Bij gewijzigde beslissing op bezwaar van 8 december 2014 heeft het Uwv appellante meegedeeld dat zij met ingang van 29 september 2010 in aanmerking komt voor een loongerelateerde WGA-uitkering in de zin van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) voor de duur van vijf maanden en wel tot 1 maart 2011.

Bij brieven van 30 december 2014 en 21 januari 2015 heeft mr. E.M. Pommé namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten. Tevens is verzocht om schadevergoeding in verband met de wettelijke rente over de na te betalen WIA-uitkering en de toegekende toeslag in het kader van de Toeslagenwet. Tot slot heeft appellante om schadevergoeding verzocht van de te zijner tijd hoogstwaarschijnlijk door haar te lijden belastingschade ten gevolge van de nabetaling.

Bij brief van 5 augustus 2015 heeft het Uwv laten weten dat de wettelijke rente over de nabetaalde WIA-uitkering en toeslag over de periode vanaf 14 december 2011 tot

1 januari 2015 betaalbaar is gesteld op 24 februari 2015.

De meervoudige kamer heeft de zaak verwezen naar een enkelvoudige kamer.

Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

1. Op 1 juli 2013 is de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Stb. 2013, 50) in werking getreden. Op grond van het overgangsrecht blijft op deze zaak het recht van toepassing zoals dat gold vóór 1 juli 2013.

2.1.

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld door de bestuursrechter.

2.2.

Ingevolge artikel 21, eerste lid, van de Beroepswet (oud) was deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep. Per 1 januari 2013 is artikel 8:108 van de Awb in de plaats gekomen van het tot die datum geldende artikel 21, eerste lid, van de Beroepswet. Op grond van het overgangsrecht is artikel 8:108 van de Awb eerst van toepassing op een hoger beroep tegen een op of na 1 januari 2013 bekendgemaakte rechtbankuitspraak en blijft artikel 21, eerste lid, van de Beroepswet van toepassing op rechtbankuitspraken van eerdere datum.

2.3.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 8 december 2014 volledig aan haar bezwaren tegemoet is gekomen. Gelijktijdig heeft zij de Raad verzocht om het Uwv te veroordelen in de proceskosten en heeft zij om schadevergoeding verzocht.

2.4.

Er wordt aanleiding gezien om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De te vergoeden kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op € 980,- voor verleende rechtsbijstand in beroep (1 punt voor het indienen van een beroepschrift en 1 punt voor het bijwonen van de zitting) en € 980,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het bijwonen van de zitting), waarmee het totaalbedrag aan te vergoeden kosten wegens verleende rechtsbijstand komt op € 1.960,-. De te vergoeden reiskosten van appellante worden conform haar opgave begroot op in totaal € 39,40.

2.5.

Ten aanzien van de belastingschade wordt overwogen dat van enig causaal verband tussen de gestelde, toekomstige schade en het onrechtmatige besluit van 5 december 2011 niet is gebleken, nog daargelaten dat - zoals appellante reeds zelf heeft aangegeven - niet zeker is dat de gestelde belastingschade ook daadwerkelijk geleden zal worden en de omvang hiervan evenmin vaststaat. Dit schadevergoedingsverzoek moet daarom worden afgewezen.

2.6.

Voor vergoeding van het betaalde griffierecht in eerste aanleg en hoger beroep kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep

wijst het verzoek om vergoeding van belastingschade af;

veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van totaal € 1.960,- voor verleende rechtsbijstand en van totaal € 39,40 aan reiskosten.

Deze uitspraak is gedaan door E.W. Akkerman, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 februari 2016.

(getekend) E.W. Akkerman

(getekend) P. Boer

MK

» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature