de Belastingdienst heeft aan appellant de alleenstaande ouderkorting over het jaar 2005 toegekend. Daaruit kan echter naar het oordeel van de Raad niet worden afgeleid dat deze toekenning in dat jaar heeft plaatsgevonden. Van appellant kon bij die stand van zaken niet verlangd worden aannemelijk te maken dat hij in die periode niet beschikt heeft over de alleenstaande ouderkorting. Het College heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat te veel bijstand is verleend ten gevolge van de schending van de inlichtingenverplichting. Het besluit van 8 april 2008 berust dus niet op een deugdelijke motivering. De rechtbank heeft dit niet onderkend. Vernietiging uitspraak. Vernietiging besluit. Nieuw besluit op bezwaar.