Intrekking en terugvordering kinderbijslag. Tussen partijen is in geschil of appellant op voor de Svb eenvoudig controleerbare wijze heeft aangetoond dat hij de - niet tot zijn huishouding behorende - kinderen over het tweede kwartaal van 1991 tot en met het tweede kwartaal van 1993 in belangrijke mate heeft onderhouden. De Raad is met de Svb van oordeel dat hiervan geen sprake is. De door appellant in bezwaar en laatstelijk bij brief van 25 november 2009 in hoger beroep overgelegde betalingsbewijzen zien niet op de periode in geding.