Geen recht op een WW-uitkering. Met de rechtbank is de Raad van oordeel dat de werkzaamheden van appellant geen hobbymatig karakter hadden en door het Uwv terecht zijn gekwalificeerd als werkzaamheden uit hoofde waarvan appellant niet als werknemer kan worden beschouwd. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat de werkbriefjes een verkeerd beeld geven over het aantal gewerkte uren in de perioden waarop die werkbriefjes zien.