U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

De Raad overweegt dat de functie van facilitair medewerker in relevante mate verschilt van die van alfahulp. Aan dat verschil komt betekenis toe, temeer nu appellante niet zonder enige grond vreesde dat het werk als alfahulp niet- verzekeringsplichtige arbeid betrof en nu zij vanwege allergische klachten juist het werkzaam zijn bij mensen thuis bezwaarlijk vond. Ter zitting van de Raad heeft appellante aangegeven dat die bezwaren zich niet of in mindere mate voordoen bij het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden op kantoren. Het Uwv had bij zijn besluitvorming geen juist beeld van de aard van de aan appellante aangeboden werkzaamheden. Aangezien de feiten waarvan het Uwv uit is gegaan, onjuist blijken te zijn, is eveneens de conclusie onjuist dat de aangeboden arbeid passend was. Daarbij wijst de Raad er nog op dat de beschrijving van de werkzaamheden die het Uwv thans, in hoger beroep, hanteert, afwijkt van de gegevens die ten grondslag hebben gelegen aan het bestreden besluit. Vernietiging uitspraak. Nieuw besluit op bezwaar.

Uitspraak



08/4620 WW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellante], wonende te [woonplaats], (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 19 juni 2008, 07/2139 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 28 oktober 2009.

I. PROCESVERLOOP

Appellante heeft hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 19 maart 2009 heeft het Uwv vragen van de Raad beantwoord.

Appellante heeft hierop gereageerd.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 september 2009. Appellante is verschenen, bijgestaan door R. Hof. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. R.M.H. Rokebrand.

II. OVERWEGINGEN

1. De Raad stelt voorop dat het in dit geding aan de orde zijnde geschil wordt beoordeeld aan de hand van de Werkloosheidswet (WW) en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden ten tijde als hier van belang.

2. Voor een uitgebreide weergave van de relevante feiten verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat thans met het volgende.

2.1. Aan appellante is met ingang van 3 januari 2006 een uitkering ingevolge de WW toegekend, berekend naar een arbeidsurenverlies van 14 uur. In augustus 2006 is appellante een aanbod gedaan tot het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden. Volgens een notitie van de re-integratiecoach van appellante ging het om werkzaamheden als alfahulp. Appellante heeft dit aanbod afgewezen. Dit heeft geleid tot een besluit van het Uwv van 3 oktober 2006, waarbij de WW-uitkering van appellante met ingang van 28 augustus 2006 blijvend geheel is geweigerd op de grond dat appellante heeft nagelaten passende arbeid te aanvaarden. Dit besluit is, na bezwaar, gehandhaafd bij beslissing op bezwaar van 2 juli 2007 (hierna: het bestreden besluit).

3. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit bij de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard. De rechtbank overwoog daarbij onder meer dat de aangeboden functie van alfahulp als passend moet worden aangemerkt, gezien het grote werkloosheidsrisico van appellante.

4.1. Appellante heeft in hoger beroep herhaald dat de functie van alfahulp niet passend was, omdat het daarbij gaat om niet-verzekeringsplichtige arbeid, zij fysiek en geestelijk niet in staat is om dit werk te doen en omdat die functie geen recht doet aan haar in Afghanistan behaalde universitaire opleiding. Appellante heeft herhaald dat zij ondanks haar bedenkingen tegen de aangeboden arbeid voornemens was om de functie te aanvaarden, omdat haar re-integratiecoach haar mondeling had toegezegd dat hij haar in dat geval in het kader van een individuele re-integratieovereenkomst in aanmerking zou brengen voor een door haar gewenste boekhoudcursus. Volgens appellante is de re-integratiecoach op deze toezegging teruggekomen en heeft zij daarom de aangeboden functie afgewezen. Appellante heeft verder gewezen op onduidelijkheden en tegenstrijdigheden in het standpunt van het Uwv ten aanzien van de aard van de aangeboden arbeid en de naam van de werkgever. Ter zitting van de Raad ten slotte heeft appellante nog aangevoerd dat de omvang van de aangeboden arbeid geen 14, maar slechts 10 uur bedroeg.

4.2. Het Uwv heeft naar voren gebracht dat de aangeboden functie niet die van alfahulp was en ook niet, zoals is vermeld in het verweerschrift in de procedure bij de rechtbank, bij werkgever [naam werkgever A], maar dat het ging om de functie van facilitair medewerkster bij [naam werkgever B] (hierna: [werkgever B]). Deze functie betrof schoonmaakwerkzaamheden op de zakelijke markt, aangevuld met werkzaamheden als alfahulp bij mensen thuis, indien op de zakelijke markt niet voldoende werk voorhanden zou zijn. Het Uwv heeft benadrukt dat het om verzekeringsplichtige arbeid voor 14 uur per week ging.

5. De Raad, oordelend over de aangevallen uitspraak, overweegt als volgt.

5.1. In artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, ten tweede, van de WW is bepaald dat de werknemer voorkomt dat hij werkloos is of blijft doordat hij nalaat aangeboden passende arbeid te aanvaarden of door eigen toedoen geen passende arbeid verkrijgt. Indien de werknemer deze verplichting niet nakomt weigert het Uwv ingevolge artikel 27, tweede lid, van de WW de uitkering blijvend geheel over het aantal uren waarover de uitkering zou zijn geëindigd of niet zou zijn ontstaan indien de werknemer de betreffende arbeid zou hebben aanvaard of verkregen.

5.2. Om te kunnen beoordelen of appellante bovengenoemde verplichting heeft overtreden dient te worden onderzocht of de aangeboden werkzaamheden zijn aan te merken als passende arbeid. Daarvoor is, mede gezien de omschrijving in artikel 24, vierde lid, van de WW van het begrip passende arbeid, duidelijkheid vereist over de aard en de omvang van de aangeboden arbeid.

5.3. Blijkens de in 2.1 genoemde gespreksnotitie van de re-integratiecoach die ten grondslag heeft gelegen aan het besluit van het Uwv tot een blijvend gehele weigering van de WW-uitkering van appellante, is aan haar de functie van alfahulp aangeboden. Appellante heeft ter zitting van de Raad bevestigd dat in het sollicitatiegesprek dat zij heeft gevoerd met [werkgever B] is gesproken over werk als alfahulp. Uit een in hoger beroep door appellante overgelegde verklaring van [werkgever B] blijkt evenwel dat appellante niet als alfahulp maar als facilitair medewerker in dienst had kunnen komen. Nader onderzoek door het Uwv bij [werkgever B] heeft tot een bevestiging hiervan geleid. Tevens heeft dit nadere onderzoek uitgewezen dat de functie van facilitair medewerker schoonmaakwerk-zaamheden op de zakelijke markt betreft waarbij, indien er niet voldoende werk beschikbaar is, de medewerker wordt ingezet als alfahulp. In feite gaat het dus om een gecombineerde functie.

5.4. De Raad leidt uit het vorenstaande af dat de functie van facilitair medewerker in relevante mate verschilt van die van alfahulp. Aan dat verschil komt betekenis toe, temeer nu appellante niet zonder enige grond vreesde dat het werk als alfahulp niet- verzekeringsplichtige arbeid betrof en nu zij vanwege allergische klachten juist het werkzaam zijn bij mensen thuis bezwaarlijk vond. Ter zitting van de Raad heeft appellante aangegeven dat die bezwaren zich niet of in mindere mate voordoen bij het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden op kantoren.

5.5. Uit 5.4 volgt dat het Uwv bij zijn besluitvorming geen juist beeld had van de aard van de aan appellante aangeboden werkzaamheden. Aangezien de feiten waarvan het Uwv uit is gegaan, onjuist blijken te zijn, is eveneens de conclusie onjuist dat de aangeboden arbeid passend was. Daarbij wijst de Raad er nog op dat de beschrijving van de werkzaamheden die het Uwv thans, in hoger beroep, hanteert, afwijkt van de gegevens die ten grondslag hebben gelegen aan het bestreden besluit. Gelet hierop komt de Raad tot het oordeel dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven en voor vernietiging in aanmerking komt. Aangezien het bestreden besluit bij de aangevallen uitspraak in stand is gelaten moet ook de aangevallen uitspraak worden vernietigd.

5.4. Nu niet gebleken is dat aan appellante kenbaar was dat de aangeboden functie die van facilitair medewerker was, zoals omschreven in 5.3, kan niet geoordeeld worden dat appellante heeft nagelaten aangeboden passende arbeid te aanvaarden. Gelet hierop ziet de Raad geen aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te bepalen dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Het Uwv zal een nieuw besluit moeten nemen op het bezwaar van appellante. Voor zover nodig zal daarbij ook de ter zitting van de Raad door appellante naar voren gebracht stelling dat de aangeboden arbeid geen 14 uur, maar slechts 10 uur betrof, onderzocht moeten worden.

6. Nu de aangevallen uitspraak wordt vernietigd bestaat aanleiding het Uwv met toepassing van artikel 8:75 van de Awb te veroordelen in de proceskosten van appellante. Deze worden begroot op € 27,10 aan reiskosten in beroep en in hoger beroep.

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Vernietigt de aangevallen uitspraak;

Verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond en vernietigt dat besluit;

Bepaalt dat het Uwv opnieuw op het bezwaar van appellante beslist met inachtneming van deze uitspraak;

Veroordeelt het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 27,10;

Bepaalt dat het Uwv aan appellante het door haar betaalde griffierecht van in totaal

€ 146,-- (€ 39,-- + € 107,--) vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door H.G. Rottier als voorzitter en B.M. van Dun en F.J.L. Pennings als leden, in tegenwoordigheid van I. Mos als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2009.

(get.) H.G. Rottier.

(get.) I. Mos.

BvW


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature