Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

art. 10 en 12 Auteurswet / art. 6:162 BW / via hyperlink verwijzen naar plaatsen op het internet waardoor derden gefaciliteerd worden in het vinden van publicaties waarmee een inbreuk wordt gemaakt op auteursrecht, geen openbaar maken maar wel in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid en derhalve onrechtmatig.

Uitspraak



arrest

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel en belastingrecht

zaaknummer: 200.095.838/01 :

zaaknummer rechtbank Haarlem: 173726

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 15 januari 2013

inzake

[ APPELLANT ],

wonend te [ woonplaats ],

APPELLANT,

advocaat: mr. M. Koudstaal te Haarlem,

t e g e n

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

NOORDHOFF UITGEVERS B.V.,

gevestigd te Groningen,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

THIEMEMEULENHOFF B.V.

gevestigd te Amersfoort,

GEÏNTIMEERDEN,

advocaat: mr. A. Knigge te Amsterdam.

De appellant wordt hierna [ Appellant ] genoemd, de geïntimeerden tezamen Noordhoff c.s. en ieder voor zich respectievelijk Noordhoff en Thieme.

1. Het geding in hoger beroep

1.1 Bij dagvaarding van 3 oktober 2011 is [ Appellant ] in hoger beroep gekomen van het vonnis van 17 augustus 2011 met het nummer 173726/HAZA 10-1325, dat de rechtbank Haarlem in deze zaak heeft gewezen tussen [ Appellant ] als gedaagde in de hoofdzaak/verweerder in het incident en Noordhoff c.s. als eiseressen in de hoofdzaak en in het incident (hierna: het vonnis).

1.2 [ Appellant ] heeft bij memorie tien grieven geformuleerd en bescheiden in het geding gebracht, met conclusie, kort gezegd, dat het hof het vonnis zal vernietigen en, alsnog, de vorderingen van Noordhoff c.s. zal afwijzen en hen uitvoerbaar bij voorraad- hoofdelijk zal veroordelen in de proceskosten.

1.3 Daarop hebben Noordhoff c.s. geantwoord, beschei¬den in het geding gebracht, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof het vonnis zal bekrachtigen, met veroordeling van [ Appellant ] in de volledige proceskosten van het appel op de voet van artikel 1019h Rv .

1.4 Op 27 februari 2012 is Noordhoff c.s. akte verleend van het depot (7/2012) van een drietal leerboeken van de methode Moderne Wiskunde voor HAVO respectievelijk VWO en de daarbij behorende uitwerkingenboeken.

1.5 De partijen hebben de zaak op 16 mei 2012 doen bepleiten, [ Appellant ] door zijn voornoemde advocaat, Noordhoff c.s. door mr. D.J.G. Visser en mr. M. Bakker, advocaten te Amsterdam. De advocaten hebben hun pleitnotities aan het hof overgelegd. Bij die gelegenheid zijn van weers¬zijden bij akte verdere bescheiden in het geding ¬ge¬bracht.

1.6 Ten slotte is arrest gevraagd.

2. Beoordeling

2.1 De rechtbank heeft in het vonnis onder 2.1 tot en met 2.8 een aantal feiten vastgesteld. Met grief I bestrijdt [ Appellant ] de juistheid van de overwegingen 2.5 en 2.6. Voor zover nodig zal het hof daarop hierna ingaan. Voor het overige bestaat geen geschil over de feitenopsomming, zodat deze in zoverre ook het hof tot uitgangspunt dient.

2.2 Het gaat in deze zaak, samengevat, om het volgende.

2.2.1 Noordhoff c.s. zijn uitgevers van schoolboeken. Noordhoff geeft onder meer de lesmethodes Moderne Wiskunde, Getal en Ruimte, Netwerk, Natuurkunde Overal, Pulsar en Scoop uit. Thieme is uitgever van de methodes Curie, Newton en Systematische Natuurkunde. Een lesmethode bestaat uit een leerboek/werkboek met oefenopgaven en een antwoordenboek met de uitwerkingen van de desbetreffende opgaven (hierna: uitwerkingenboek).

2.2.2 De servers van een aantal server hosts, waaronder Skydrive, Sqweebs en Nofeehost, bevatten internetadressen waar uitwerkingen (pdf-bestanden) van de opgaven van Noordhoff c.s. zijn opgenomen.

2.2.3 [ Appellant ] is leraar wiskunde (geweest). Hij beheert de website http://home.hccnet.nl/t.amerongen. Op de homepage van deze website stond een inhoudsopgave waarin een aantal van de onder 2.2.1 genoemde lesmethodes waren vermeld. Het was voor derden mogelijk om vanaf de website van [ Appellant ] met een aantal klikken de onder 2.2.2 bedoelde internetadressen te bereiken en de daar opgenomen pdf-bestanden te openen.

2.2.4 De voorzieningenrechter te Den Haag heeft [ Appellant ] bij beschikking van 30 oktober 2009 verboden inbreuk te maken op het auteursrecht van Noordhoff. [ Appellant ] heeft aan dit bevel voldaan, maar heeft –nadat Noordhoff niet binnen zes maanden na deze beschikking een eis in de hoofdzaak had ingesteld- vorenbedoelde uitwerkingen weer bereikbaar gemaakt via zijn website.

2.3 In het vonnis heeft de rechtbank op vordering van Noordhoff c.s. [ Appellant ] op straffe van verbeurte van een dwangsom kort en zakelijk weergegeven- verboden ieder openbaar maken en/of verveelvoudigen van de uitwerkingenboeken waarop aan Noordhoff c.s. auteursrecht toekomt, waaronder begrepen het beschikbaar stellen van die werken via een website of e mail .

2.4 Met grief II betoogt [ Appellant ], kort gezegd, dat op de uitwerkingenboeken geen auteursrecht rust.

Het hof neemt tot uitgangspunt dat van een auteursrechtelijk beschermd werk sprake is indien het gaat om een eigen intellectuele schepping van de maker die de persoonlijkheid van deze weerspiegelt en tot uiting komt door de door deze gemaakte vrije creatieve keuzen.

Niet in geschil is dat de les- en werkboeken van Noordhoff c.s. werken zijn als bedoeld in artikel 10 van de Auteurswet (Aw). Maar volgens [ Appellant ] geldt dat niet voor de daarbij horende uitwerkingenboeken. Volgens hem kunnen wis- en natuurkundige vraagstukken maar tot één juist antwoord leiden. De standaardberekeningen die daaraan ten grondslag liggen, zijn door wetenschappers en niet door Noordhoff c.s. bedacht. Noordhoff c.s. voeren daartegenover aan dat het niet slechts gaat om het uiteindelijke antwoord op een vraagstuk maar ook om de selectie van de te behandelen onderwerpen, de beschrijving van de uitwerking en de lay-out daarvan.

Het gelijk is aan de zijde van Noordhoff c.s. Niet alleen bij het formuleren van de lesstof en de opgaven moet de maker creatieve keuzen maken, maar ook bij de wijze van uitwerking van de opgaven kan dat het geval zijn. Dat er uiteindelijk maar één goed antwoord is, doet daar niet aan af. Anders dan de rechtbank, heeft het hof kennis kunnen nemen van één van de methodes, te weten Moderne Wiskunde. De uitwerkingenboeken daarvan moeten worden gekwalificeerd als werk in vorenbedoelde zin. [ Appellant ] heeft niet aangevoerd dat de gedeponeerde uitwerkingenboeken niet representatief zijn voor die van alle andere onder 2.2.1 genoemde methodes. Het hof kan daarom als vaststaand aannemen dat alle uitwerkingenboeken waar het in dit geschil om gaat, werken zijn in de zin van artikel 10 Aw . De tweede grief slaagt dus niet.

2.5 In zijn toelichting op grief III concludeert [ Appellant ] dat Noordhoff c.s. onbetwist niet de maker zijn van de uitwerkingenboeken.

Voor zover [ Appellant ] met deze grief bedoelt te herhalen hetgeen hij reeds in grief II heeft aangevoerd, kan de grief niet slagen. Ook overigens slaagt de derde grief niet, omdat [ Appellant ] niet heeft bestreden dat de makers van de methodes hun auteursrechten, met inbegrip van hun auteursrechten op de uitwerkingenboeken, aan Noordhoff c.s. hebben overgedragen, waardoor deze rechthebbenden op de auteursrechten van de uitwerkingenboeken zijn geworden.

2.6 In rov. 4.6 van het vonnis heeft de rechtbank overwogen dat [ Appellant ] niet voldoende heeft betwist dat de (delen van de) uitwerkingenboeken waarnaar hij op zijn website verwijst, letterlijke kopieën van de uitwerkingenboeken zijn die Noordhoff c.s. uitgeven.

Grief IV is tegen deze overweging gericht. Volgens [ Appellant ] heeft hij dit wel uitdrukkelijk betwist en ligt de bewijslast nu bij Noordhoff c.s.

Noordhoff c.s. hebben in eerste aanleg door overlegging van zogenoemde screenshots (vgl. productie 6) een aantal voorbeelden gegeven van de weg waarlangs [ Appellant ] de uitwerkingen toegankelijk maakt. Deze voorbeelden eindigen steeds met een aantal uitwerkingen die uiterlijk gelijk zijn aan uitwerkingen in de uitwerkingenboeken. [ Appellant ] heeft weliswaar aangevoerd dat het niet om letterlijke kopieën gaat, maar dat is door hem op geen enkele wijze onderbouwd of toegelicht. De rechtbank heeft daarom, met inachtneming van de tweede volzin van artikel 149 lid 1 Rv , en derhalve op goede grond als vaststaand aangenomen dat het om letterlijke kopieën gaat. Ook in hoger beroep heeft [ Appellant ] zijn betwisting niet nader toegelicht, zodat zijn vierde grief tevergeefs is opgeworpen.

2.7 Niet in geschil is dat degene die kopieën van uitwerkingen waarvan het auteursrecht bij Noordhoff c.s. berust, op internet openbaart inbreuk maakt op die auteursrechten. De rechtbank komt in het vonnis tot de conclusie (rov. 4.11) dat [ Appellant ] de uitwerkingen waarnaar hij op zijn website verwijst op eerderbedoelde servers heeft geplaatst.

Met zijn grieven V en VI bestrijdt [ Appellant ] dat oordeel door aan te voeren dat hij geen serverruimte heeft gehuurd bij de onder 2.2.2 genoemde server hosts noch daar anderszins over kan beschikken en evenmin de uitwerkingen daarop heeft geplaatst. Het ligt dan op de weg van Noordhoff c.s. hun desbetreffende stelling deugdelijk te adstrueren en zo nodig bewijs daarvan te leveren.

Noordhoff c.s. voeren in dat kader het volgende aan. [ Appellant ] is de enige is die links naar de desbetreffende servers aanbiedt. Uit zijn reacties op berichten in zijn gastenboek blijkt dat hij het in zijn macht heeft problemen op de servers op te lossen. Noordhoff heeft [ Appellant ] 12 oktober 2009 anoniem de uitwerkingen van de negende editie van Moderne Wiskunde VWO D hoofdstuk 3 toegezonden, die nog niet op internet stonden. Binnen enkele uren zijn deze uitwerkingen daarna op internet verschenen. Aan de hand van dit een en ander concluderen Noordhoff c.s. dat het niet anders kan dan dat [ Appellant ] de uitwerkingenboeken op internet heeft geopenbaard.

[ Appellant ]’s verweer tegen deze constateringen van Noordhoff c.s. is niet heel sterk. Volgens hem heeft hij de toegezonden uitwerkingen niet zelf geplaatst maar doorgestuurd aan een bekende die daarin was geïnteresseerd, maar hij weet niet meer wie dat was en hoe hij wist dat deze persoon geïnteresseerd was. Hij beschikt, naar zijn zeggen, niet meer over de e-mail waarmee hij het bestand heeft doorgestuurd maar merkwaardigerwijze nog wel over de e mail die hij via Noordhoff ontving.

De door Noordhoff c.s. genoemde feitelijkheden zijn onvoldoende om op grond daarvan hun stelling als bewezen behoudens tegenbewijs, te kunnen aanmerken. Dat het verweer van [ Appellant ] weinig oprecht lijkt, doet dat niet anders zijn. Noordhoff c.s. dienen derhalve verder bewijs bij te brengen. In eerste aanleg hebben zij bij gelegenheid van de comparitie gezegd niet over meer bewijs te beschikken en hun bewijsaanbod in hoger beroep is ook niet op dit punt gericht, zodat er geen aanleiding is hen tot verder bewijs toe te laten. Het hof komt daarom tot de conclusie dat tussen partijen niet vast staat dat [ Appellant ] de litigieuze uitwerkingenboeken zelf op internet heeft openbaar gemaakt, waardoor evenmin vast staat dat hij op die wijze inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Noordhoff c.s. De vijfde en zesde grief slagen derhalve in zoverre.

2.8 Op grond van de devolutieve werking van het appel dient het hof thans de oorspronkelijke subsidiaire en meer subsidiaire stellingen van Noordhoff c.s. te beoordelen die inhouden dat [ Appellant ] door het plaatsen van hyperlinks op zijn website het zodanig eenvoudig maakte voor derden om de uitwerkingenboeken in te zien of te downloaden dat dit moet worden gekwalificeerd als openbaren daarvan, althans als een onrechtmatige daad van [ Appellant ] jegens Noordhoff c.s.

Nu niet vast staat dat [ Appellant ] de uitwerkingen zelf op internet heeft gezet en het evenmin door middel van bijzondere technische faciliteiten mogelijk maakte dat derden kennis konden nemen van de uitwerkingen maar slechts door een eenvoudige hyperlink de weg daarnaar wees, kan dit niet worden aangemerkt als openbaar maken in de zin van artikel 12 Aw . Volgens [ Appellant ] is het downloaden uit illegale bron toegestaan, zodat het faciliteren daarvan evenmin onrechtmatig is. Deze stelling van [ Appellant ] kan in zijn algemeenheid niet als juist worden aanvaard. De door [ Appellant ] geplaatste hyperlinks maken het voor derden mogelijk of in ieder geval veel eenvoudiger enthousiaste reacties in het gastenboek op de website van [ Appellant ] getuigen daarvan om de illegaal op het internet geopenbaarde uitwerkingen te vinden. [ Appellant ] heeft niet weten te concretiseren dat de uitwerkingen ook via zoekprogramma’s of andere links bereikbaar zijn, zodat het hof aan dat verweer, wat daar verder van zij, voorbij gaat. Dat [ Appellant ] door het plaatsen van de hyperlinks derden (in vergaande mate) behulpzaam is, is in dit geval in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt te achten. In dit verband is van betekenis dat bezwaarlijk anders kan worden aangenomen dan dat Noordhoff c.s. doordat de uitwerkingen op internet zijn gepubliceerd en bereikbaar zijn gemaakt minder uitwerkingenboeken zullen verkopen en daardoor inkomsten derven. Dat zijn website voor [ Appellant ] een niet commerciële hobby is in welk kader hij belangeloos naar informatie zoekt die nuttig is voor zijn bezoekers en om leerlingen van dienst te zijn, neemt niet weg dat hij er aan meewerkt dat afbreuk wordt gedaan aan de normale exploitatie van de uitwerkingenboeken door Noordhoff c.s. Dat Noordhoff c.s. zelf andere uitwerkingen openbaar maken mag zo zijn zij zijn daartoe als rechthebbende op de desbetreffende auteursrechten ook bij uitstek gerechtigd maar dat rechtvaardigt niet dat [ Appellant ] handelt zoals hij doet. Daarmee faalt ook grief VIII.

2.9 Grief VII is gericht tegen rechtsoverweging 4.12 van de rechtbank. Het hof acht deze overweging juist en maakt deze tot de zijne. Anders dan [ Appellant ] kennelijk meent is het op verzoek aan iedere willekeurige derde toesturen van een kopie van een of meer uitwerkingen een vorm van openbaar maken van de uitwerkingenboeken waartoe hij niet gerechtigd is. Ook de zevende grief treft dus geen doel.

2.10 De omstandigheid dat de vijfde en zesde grief van [ Appellant ] slagen heeft niet tot gevolg dat het vonnis moet worden vernietigd. Het dictum onder 5.1 is nog steeds juist, omdat uit het falen van de zevende grief voortvloeit dat [ Appellant ] inderdaad inbreuk maakte op auteursrechten van Noordhoff c.s. Nu voorts de oorspronkelijke meer subsidiaire grondslag van Noordhoff c.s. –onrechtmatige daad- alsnog deugdelijk is bevonden brengt dat mee dat het vonnis aanvulling behoeft zoals hierna te doen.

2.11 [ Appellant ] maakt met zijn grief IX bezwaar tegen de door de rechtbank gegeven proceskostenveroordeling, omdat de kosten niet zijn aangetoond en de uurlonen voor nota bene drie advocaten overdreven hoog zijn.

Het hof stelt voorop dat nu de rechtbank [ Appellant ], in het licht van hetgeen hierboven onder 2.9 is overwogen, op goede grond heeft bevolen zijn inbreuk op auteursrechten van Noordhoff c.s. te staken, zij hem op even goede grond heeft veroordeeld in de kosten van het geding. [ Appellant ] bestrijdt niet dat de rechtbank op goede grond toepassing heeft gegeven aan artikel 1019h Rv. In het licht daarvan acht het hof, gelet op de omvang van de procedure, een bedrag van € 5.216,87 redelijk en evenredig ook wanneer slechts één advocaat tegen een gemiddeld honorarium aan de zaak zou hebben gewerkt. De negende grief is dus eveneens tevergeefs opgeworpen.

2.12 Grief X heeft geen zelfstandige betekenis en behoeft derhalve geen bespreking.

3. Slotsom en kosten

Alleen de vijfde en de zesde grief slagen gedeeltelijk, maar dat leidt niet tot vernietiging van het vonnis. Wel brengt de omstandigheid dat de meer subsidiaire grondslag van Noordhoff c.s. voor hun oorspronkelijke vordering alsnog deugdelijk is bevonden mee dat het vonnis moet worden aangevuld. [ Appellant ] wordt in hoger beroep voor het overgrote deel in het ongelijk gesteld, waarbij echter overwegende betekenis toekomt aan de door Noordhoff c.s. gestelde onrechtmatige daad. Het hof vindt daarin aanleiding in hoger beroep geen toepassing te geven aan artikel 1019h Rv , maar [ Appellant ] te belasten met de gebruikelijke te liquideren kosten die zullen worden begroot als hierna te doen.

4. Beslissing

Het hof:

bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;

beveelt [ Appellant ] in aanvulling op het vonnis met onmiddellijke ingang na betekening van dit arrest te staken en gestaakt te houden iedere verwijzing op zijn website door middel van hyperlinks naar plaatsen op het internet waar in strijd met auteursrechten van Noordhoff c.s. (delen van) uitwerkingenboeken zijn openbaar gemaakt;

bepaalt dat [ Appellant ] voor iedere overtreding van voormeld bevel op gelijke voet een dwangsom verbeurt als bedoeld in rechtsoverweging 5.2 van het vonnis zonder dat het daar genoemde maximum bedrag wordt verhoogd;

verwijst [ Appellant ] in de proceskosten van het hoger beroep en begroot die kosten voor zover tot heden aan de kant van Noordhoff c.s. gevallen, op € 649,-- voor verschotten en € 2.682,-- voor salaris;

verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Huijzer, mr. R.J.F. Thiessen en mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2013.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature