Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Verzoek KLM tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat werkneemster zich bij herhaling niet heeft gehouden aan de regels die KLM heeft omtrent het uiterlijk van haar cabinepersoneel. Werkneemster heeft volgens KLM zichtbare tatoeages, draagt te veel ringen, heeft piercings en draagt haar haar extreem kort.

De kantonrechter oordeelt dat uitgangspunt is dat de werkgever gerechtigd is voorschriften te geven over de uiterlijke verzorging van het personeel en de door hen tijdens het werk te dragen kleding. Deze bevoegdheid is wel aan grenzen gebonden, namelijk de eisen van redelijkheid en billijkheid. De beoordeling hiervan geschiedt aan de hand van alle concrete omstandigheden van het geval. Het instructierecht van de werkgever wordt bovendien begrensd door algemeen verbindende voorschriften, zoals het EVRM en de Grondwet. Het hebben van zichtbare tatoeages, piercings en extreem kort haar bij cabinepersoneel past niet bij de uitstraling die KLM tegenover het publiek wil hebben en is om die reden ook door KLM verboden. Daarmee wordt weliswaar een zekere inbreuk gemaakt op de vrijheid die een werknemer heeft om zelf voor een bepaald uiterlijk te kiezen, maar die inbreuk oordeelt de kantonrechter in dit geval niet in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid.

Wie kiest voor het beroep van stewardess, accepteert volgens de kantonrechter daarmee ook dat tijdens het werk een uniform moet worden gedragen en dat strenge regels aan het uiterlijk worden gesteld. Werkneemster heeft dat in zekere zin ook geaccepteerd: naar aanleiding van waarschuwingen heeft zij keer op keer toegezegd dat zij de regels zou naleven. Vooral ook heeft zij toegezegd dat de lengte van haar haar tenminste 1 centimeter zou zijn. Door wederom het haar zodanig kort te laten knippen dat hierdoor discussie ontstond over de lengte, heeft werkneemster het vertrouwen van KLM zodanig beschaamd dat een vruchtbare samenwerking naar het oordeel van de kantonrechter niet meer mogelijk is. KLM heeft lang genoeg geduld betoond en werkneemster voldoende kansen gegeven om haar gedrag te verbeteren. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst. In de omstandigheid dat werkneemster, afgezien van de vele overtredingen van de uniformvoorschriften, gedurende haar lange dienstverband verder goed heeft gefunctioneerd, het gelet op haar leeftijd niet eenvoudig zal zijn om een andere baan (als stewardess) te vinden en het feit dat KLM heeft nagelaten om bij het laatste incident de lengte van het haar van werkneemster te meten om iedere twijfel uit te sluiten, ziet de kantonrechter aanleiding om werkneemster ten laste van KLM een vergoeding toe te kennen van € 7.500,-- bruto. (KLM heeft geen vergoeding aangeboden en wordt daarom nog in de gelegenheid gesteld haar verzoek in te trekken.)

Uitspraak



RECHTBANK HAARLEM

Sector kanton

Locatie Haarlem

zaak/rep.nr.:474801 AO VERZ 10-478

datum uitspraak: 24 september 2010

BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST

inzake

de naamloze vennootschap

Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.

te Amstelveen

verzoekster

hierna: KLM

gemachtigde: mr. N.P. van Tekelenburg

tegen

[werkneemster]

te [woonplaats]

verweerster

hierna: [werkneemster]

gemachtigde: mr. M.A. Visser

De procedure

Op 15 juli 2010 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van KLM. [werkneemster] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 17 september 2010. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigden hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.

De feiten

1. [werkneemster] (Ilse), 45 jaar oud, is sinds 25 maart 1998 bij KLM in dienst, laatstelijk in de functie van cabin attendant tegen een salaris van € 3.019,87 bruto per maand exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.

2. KLM heeft cabin attendants (pursers, stewards en stewardessen) in dienst die zorgdragen voor onder andere de catering in het vliegtuig.

3. Voor de cabin attendants gelden strikte kleding- en verzorgingsregels. Deze regels zijn opgenomen in het boek “uniform regulations”. Ten aanzien van de haardracht is opgenomen:

“When you are in uniform, your hair must be neatly styled. This means that:

- Extravagant hairstyles (i.e. not current) and unusual colors (i.e. other than natural hair colors) are not permitted.”

4. Ten aanzien van tatoeages en piercings is bepaald:

- Tattoos and piercings are allowed, but may not be visible.

5. Op 14 januari 2005 heeft KLM naar aanleiding van een klacht van een senior purser over onder meer het uiterlijk van [werkneemster] een gesprek met haar gehad. In de aan [werkneemster] toegezonden gespreksbevestiging is vermeld: “Tijdens ons gesprek hebben wij de volgende afspraken gemaakt: Indien u het KLM uniform draagt dient u zich te houden aan de uniformvoorschriften. Wij hebben afgesproken dat u tijdens het dragen van het uniform geen oorpiercing meer zult dragen. Ook zult u er voor zorgdragen dat uw tatouages niet zichtbaar zijn als u het KLM uniform draagt.”

6. Op 6 oktober 2005 heeft KLM wederom een gesprek gevoerd met [werkneemster]. In de aan [werkneemster] toegezonden gespreksbevestiging van 7 oktober 2005 is vermeld: “Aanleiding tot dit gesprek was een derde te laat melding dit jaar. Daarnaast hebben signalen over uw uniformering en uw gedrag aanleiding gegeven tot het voeren van dit gesprek. (…) Voor wat betreft uw uniformering hebben wij opnieuw afgesproken dat u zich dient te houden aan de uniformvoorschriften. (…) Tevens hebben wij afgesproken dat u er voor zorg zult dragen dat u uw haar niet meer extreem kort zal dragen bij het dragen van het uniform.”

7. In een aan [werkneemster] toegezonden schriftelijke waarschuwing van 22 februari 2006 is vermeld: “(…)- Wij hebben aangegeven dat de regels rondom het dragen van piercings en tatoeages duidelijk zijn en dat wij in de klacht van [A.] lezen dat u zich niet aan deze regels heeft gehouden. (…) - U draagt uw haar zeer kort hetgeen reacties teweeg kan brengen bij collega’s en passagiers, - Wij hebben aangegeven wat hiervan het effect is, – U heeft aangegeven dat dit absoluut niet uw bedoeling is, (…) Gezien de overtreding en de bovenstaande feiten hebben wij besloten u een schriftelijke waarschuwing te geven. Daarnaast hebben wij het volgende afgesproken: (…) – Vooral van toepassing uit deze voorschriften is het niet dragen van zichtbare piercings (in neus of oor), het afplakken van tatoeages die zichtbaar zijn en het dragen van slechts 2 ringen per hand (simpel design), - U denkt na over de effecten die uw haardracht tot gevolg hebben en zult hierop passende maatregelen nemen”

8. Bij brief van 16 maart 2006 heeft KLM aan [werkneemster] bericht: “(…) Op 14 maart 2006 bent u weer gesignaleerd met een afwijkende uniformdracht in het Bemanningencentrum. Voor de goede orde wil ik u er op wijzen dat het de tweede keer binnen vijf maanden is dat u gesignaleerd wordt met een afwijkende uniformdracht en dat dit onacceptabel is.”

9. In een door [werkneemster] ondertekende gespreksbevestiging van 4 mei 2007 staat: “(…) Aanleiding voor dit gesprek waren signalen die ik heb ontvangen over uw uniformering tijdens uw vluchten. Met name het zichtbaar zijn van een tatoeage op uw hand gaf aanleiding om u hier persoonlijk op aan te spreken. (…) Tijdens het gesprek hebben wij daarom de volgende afspraken gemaakt; * U gaat ervoor zorgdragen dat de tatoeage, die u op uw linkerhand heeft zitten, tijdens het dragen van uw KLM-uniform gecamoufleerd wordt. Hiervoor zult u gebruik maken van een pleister of camouflage make-up. * U zult zich in de toekomst beperken tot het dragen van twee ringen per hand. (…) Tijdens het gesprek hebben wij tevens uw haardracht besproken. U draagt uw haar zeer kort en bent af en toe volledig kaal. Ik adviseer u uw haardracht aan te passen, zodat u hiermee aan boord geen problemen kunt krijgen.”

10. In een schriftelijke waarschuwing van 6 juli 2007 is aan [werkneemster] bericht: “Op 5 juli jl. is wederom geconstateerd dat uw uniformering en uiterlijk voorkomen niet cf. de gemaakte afspraken en geldende regelgeving was. In het bijzonder in verband met het feit dat uw hoofd volledig kaal is geschoren. Wij hebben u hierop aangesproken en wij hebben u een bijzonder vliegverbod opgelegd. Naar aanleiding van bovenstaande en omdat uw uniformering en uiterlijk voorkomen in het verleden meerdere malen met u is besproken, hebben wij besloten om u een schriftelijke waarschuwing te geven. (…) Om herhaling in de toekomst te voorkomen, hebben wij de volgende afspraken met u gemaakt: - Van 5 juli 2007 tot en met 16 juli 2007 is een vliegverbod van kracht, omdat u uw dienst- en uniformkleding niet op de voorgeschreven wijze heeft gedragen en in verband met uw uiterlijk voorkomen; - De periode van het bijzonder vliegverbod wordt in het bijzonder ingezet zodat uw haar kan aangroeien. Richtlijn hiervoor is dat uw hoofdhuid bedekt is; (…)

11. In een aan [werkneemster] toegezonden gespreksbevestiging van 30 juli 2007 is opgenomen: (…) Op 16 juli jl. is het vliegverbod dat op u van toepassing was door ondergetekende opgeheven, omdat u zich aan de betreffende afspraken had gehouden. Van 17 t/m 20 juli jl. stond u ingedeeld voor de vluchten KL713/714 AMS-PBM-AMS. De betreffende Senior Purser (SP) heeft op de route in Paramaribo geconstateerd dat u naar de kapper was geweest en dat uw haar korter was dan op 5 juli jl. met u was afgesproken. De SP heeft u hierop aangesproken en hij heeft aangegeven dat hij uw uiterlijk voorkomen niet acceptabel vond om de terugvlucht werkend te kunnen uitvoeren. U hebt vervolgens voorgesteld om op de terugvlucht een pruik te dragen. Bij wijze van experiment heeft de SP hiermee ingestemd. Tijdens het gesprek hebben wij aan u medegedeeld dat wij een kaalgeschoren hoofd extravagant en niet gangbaar vinden voor de functie van Cabin Attendant zoals omschreven in de uniformvoorschriften. Tevens hebben wij aan u medegedeeld dat het dragen van een pruik geen structurele oplossing is, maar bedoeld is om uw haar te laten groeien. Omdat wij nog geen ondergrens hebben gesteld ten aanzien van de lengte van uw haar, hebben wij besloten om geen passende maatregel te nemen. Wij zullen u op korte termijn informeren over deze ondergrens.”

12. In een aan [werkneemster] toegezonden gespreksbevestiging van 3 september 2007 staat: (…) Wij hebben u op 31 augustus jl. medegedeeld dat, om te komen tot een acceptabele haardracht, de ondergrens van de lengte van uw haar is gesteld op 1 centimeter. (…) Wij hebben u uitgelegd dat het aan KLM is om te bepalen hoe de medewerker er tijdens de dienstuitoefening uit dient te zien indien er sprake is van een functie waar uniformiteit van belang is. De KLM uniformvoorschriften hebben tevens tot doel om de medewerker er eenduidig en herkenbaar (uniform) voor de klant uit te laten zien. Eerder al hebben wij u verteld dat een kaalgeschoren hoofd door KLM als extravagant wordt gezien hetgeen niet strookt met de uniform voorschriften. (…) Zoals eerder aangegeven voeren wij deze discussie – rondom de uniformvoorschriften – reeds sinds eind 2004. Wij gaan er dan nu ook vanuit dat u doordrongen bent van de ernst van deze zaak. Wij verwachten dat u zich met ingang van heden houdt aan de geldende uniformvoorschriften. Indien u zich hier niet aan houdt overwegen wij ernstigere maatregelen.”

13. Bij brief van 3 april 2008 heeft KLM aan [werkneemster] geschreven: “(…) Er is met u overeengekomen dat uw haar 1 cm of langer zou zijn als u moet vliegen. Aangezien uw haar korter oogde dan de overeengekomen lengte hebben wij, samen met u, uw haar opgemeten. De lengte bleek echter niet te voldoen aan de overeengekomen 1cm wat ons heeft doen besluiten u van uw geplande vlucht af te halen.”

14. Bij brief van 21 april 2008 heeft KLM aan [werkneemster] bevestigd dat haar een berisping is opgelegd. In de brief is vermeld: “Sinds 2005 bent u herhaaldelijk herinnerd aan de uniformvoorschriften. U hebt tweemaal een schriftelijke waarschuwing ontvangen in verband met de overtreding van de uniformvoorschriften. Wij hebben meerdere gesprekken met u gevoerd om duidelijke afspraken te maken en om tot een oplossing te komen. Wij hebben duidelijkheid gegeven met betrekking tot de uniformvoorschriften en de voor de KLM acceptabele haarlengte van (minimaal) 1 centimeter. U hebt ruim voldoende gelegenheid gehad om uw gedrag te veranderen. Er is geconstateerd dat u zich herhaaldelijk niet heeft gehouden aan de uniformvoorschriften en dat u zich herhaaldelijk niet heeft gehouden aan eerder gemaakte afspraken. (…) De ernst van de feiten en omstandigheden zijn voor ons aanleiding tot het nemen van een disciplinaire maatregel. Wij hebben dan ook besloten om u een berisping op te leggen, zoals is bedoeld in artikel 12.1 (2)a van de CAO voor KLM cabinepersoneel. Tevens delen wij u mee dat bij herhaling van het in strijd handelen met de u bekende voorschriften c.q. bij enig plichtsverzuim in welke vorm dan ook, wij ernstig overwegen ernstiger maatregelen te treffen, waarbij beëindiging van uw dienstverband, indien de omstandigheden ons daartoe aanleiding geven, niet is uitgesloten.”

15. KLM heeft bij brief van 15 mei 2009 aan [werkneemster] geschreven: “(…) Voor wat betreft uw haardracht beweert u dat uw haar wel degelijk de overeengekomen 1 cm was. Wij hebben aangegeven vaste meetmomenten met u af te willen spreken om dit soort onduidelijkheden in de toekomst te voorkomen. (…)”

16. Bij brief van 6 juli 2009 heeft KLM aan [werkneemster] bericht: “In uw mail van 13 juni 2006 draagt u enkele ideeën aan omtrent uw huidige haardracht en de controle hierop te weten; (…) Alternatief idee 3: Het instellen van een maandelijks meetmoment aansluitend aan een van mijn vluchten, uitgevoerd door de afdeling Human Resources, gedurende zes maanden. In dat halfjaar verwacht ik bewezen te hebben dat mijn werkhouding positief en professioneel is, zodat daarna meting niet meer nodig blijkt te zijn.”

17. In een schriftelijke aan [werkneemster] toegezonden laatste waarschuwing van 27 augustus 2009 is vermeld: “(…) De directe aanleiding voor dit gesprek is het feite dat in uw beoordeling d.d. 22 mei 2009 (vluchtuitvoering KL 587) opmerkingen zijn gemaakt over uw uiterlijk: er waren bij u tatoeages zichtbaar, ondanks make-up. Dit is in strijd met de binnen KLM geldende uniformvoorschriften. (…) Gelet op al het voorafgaande hebben wij u het volgende medegedeeld: * vanaf heden accepteren wij geen enkele klacht of melding meer over uw uiterlijk of andere zaken die betrekking hebben op het niet naleven van de uniformvoorschriften; * het is uw eigen verantwoordelijkheid is om de uniformvoorschriften letterlijk op te volgen. * u dient deze brief te beschouwen als allerlaatste waarschuwing: houdt u zich niet aan de bovenstaande 2 punten, dan zullen wij overgaan tot beëindiging van uw dienstverband.”

18. In een gesprek van 11 december 2009 met [werkneemster] heeft KLM nogmaals het belang van het naleven van de uniformvoorschriften benadrukt.

19. KLM heeft op 1 april 2010, toen ook een nieuw uniform werd geïntroduceerd, nieuwe uniformregels bekend gemaakt, waarin is opgenomen dat vrouwelijke medewerkers geen kaal hoofd mogen hebben.

20. Op 25 juni 2010 is [werkneemster] geschorst omdat er weer een klacht zou zijn over haar haardracht.

21. Bij brief van 29 juni 2010 heeft [werkneemster] aan KLM geschreven: “(…) Al geruime tijd gebruik ik mijn eigen tondeuse, zoals afgesproken en dit ging goed. Echter, na 3 maanden niet thuis te kunnen zijn geweest, ben ik in mijn vakantie eindelijk weer naar mijn vriend in Suriname geweest waar ik naar de kapper ben gegaan en mijn haar heb laten egaliseren en weer netjes heb laten maken. Helaas is het toch minder gegroeid als verwacht (…) wat deze schorsing tot gevolg heeft gehad. Hierover toon ik mijn berouw omdat mijn baan mij heilig is en er mij alles aan gelegen is deze te kunnen behouden. (…) Ik hoop dan ook dat u mij nog één keer de kans wilt geven u te kunnen laten zien dat deze ooit eigenwijze Ilse [werkneemster] haar lesje nu eindelijk geleerd heeft (…)”

22. Bij brief van 12 juli 2010 heeft KLM aan [werkneemster] medegedeeld: “(…) Helaas hebben wij, ondanks alle eerdere afspraken, waarschuwingen en gespreksbevestigingen, voorafgaand aan uw vertrek met vlucht KL735 op 25 juni 2010 geconstateerd dat uw haardracht opnieuw niet voldoet aan de overeengekomen haarlengte. U hebt zich hiermee niet als goed werkneemster gedragen waardoor het vertrouwen van KLM in u als werknemer onherstelbaar beschadigd is. Gelet op al het voorafgaande is KLM voornemens om de arbeidsovereenkomst met u te beëindigen. (…)”

Het verzoek

KLM verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding.

KLM stelt dat zij duidelijke en gedetailleerde regels heeft omtrent het uiterlijk van haar cabinepersoneel en dat zij strikte naleving van die regels nastreeft omdat KLM uniformiteit en herkenbaarheid (van het merk KLM) nastreeft. Hierdoor wil zij betrouwbaarheid en veiligheid uitstralen. Gedurende meerdere jaren is [werkneemster] veelvuldig aangesproken op het feit dat zij zich niet aan de uniformregels houdt: zij heeft zichtbare tatoeages, draagt te veel ringen, heeft piercings en draagt haar haar extreem kort. Ondanks vele waarschuwingen, twee officiële schriftelijke waarschuwingen en een berisping en ondanks vele toezeggingen van [werkneemster] om zich aan de regels te houden, bleek het haar van [werkneemster] op 25 juni 2010 wederom korter dan was overeengekomen. Daardoor heeft KLM het vertrouwen in [werkneemster] verloren en acht zij een vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk .

Het verweer en het tegenverzoek

[werkneemster] bestrijdt de gronden waarop KLM ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoekt.

[werkneemster] voert aan dat zij altijd goed heeft gefunctioneerd en dat haar werk heel belangrijk voor haar is. Voorts stelt zij zich op het standpunt dat haar haar op 25 juni 2010 niet korter was dan 1 cm: KLM heeft alleen met het blote oog geconstateerd dat het haar te kort was, maar heeft niet gemeten. Verder wijst [werkneemster] erop dat zij al bij indiensttreding zeer kort haar had en dat KLM (tot 1 april 2010) uitsluitend in haar uniformregels had opgenomen dat het haar niet extravagant mocht zijn, terwijl niet zonder meer vast staat dat het korte haar van [werkneemster] extravagant is.

Door het stellen van eisen aan de haardracht van haar medewerkers maakt KLM inbreuk op de grondrechten van die medewerkers, terwijl die inbreuk de eisen van noodzakelijkheid, subsidiariteit en proportionaliteit niet kan doorstaan. Volgens [werkneemster] weegt het bedrijfsbelang van KLM bij het stellen van eisen aan de haardracht niet op tegen de vrije “haarkeuze” van [werkneemster]. Bovendien ziet [werkneemster] er altijd representatief uit. Daarbij komt dat mannelijke medewerkers van KLM wel heel kort haar mogen hebben en dat KLM in haar optreden tegen medewerkers die de uniformregels hebben overtreden, niet consequent is.

Indien de arbeidsovereenkomst desondanks wordt ontbonden, maakt [werkneemster] aanspraak op een vergoeding conform de kantonrechterformule waarbij de C-factor wordt gesteld op 1,5.

De beoordeling

De ontbinding

De kantonrechter stelt vast dat het verzoek geen verband houdt met een opzegverbod.

In deze is aan de orde de vraag of de arbeidsovereenkomst van een werknemer die zich volgens de werkgever niet houdt aan de door die werkgever gestelde voorschriften omtrent het uiterlijk, ontbonden kan worden. Daaraan vooraf gaat de vraag of een werkgever überhaupt eisen mag stellen aan het uiterlijk van de werknemers.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uitgangspunt is dat de werkgever gerechtigd is voorschriften te geven met betrekking tot de uiterlijke verzorging van het personeel en de door hen tijdens het werk te dragen kleding. Het is immers de werkgever die op het punt van de representativiteit naar buiten het beeld van zijn onderneming bepaalt. Deze bevoegdheid is wel aan grenzen gebonden, namelijk de eisen van redelijkheid en billijkheid. De beoordeling hiervan geschiedt aan de hand van alle concrete omstandigheden van het geval, waarbij van belang zijn de aard van het bedrijf, de functie van de werknemer, de vraag of de gestelde eisen noodzakelijk zijn voor een deugdelijke uitoefening van de functie, de plaats van vestiging, de klantenkring en de maatschappelijke opvattingen. Het instructierecht van de werkgever wordt bovendien begrensd door algemeen verbindende voorschriften, zoals het EVRM en de Grondwet.

In deze staat vast dat de keuze van [werkneemster] voor het zeer korte haar uitsluitend is ingegeven door haar persoonlijke voorkeur en niet is gebaseerd op godsdienstige of levensbeschouwelijke opvattingen. Hetzelfde geldt overigens voor haar tatoeages, ringen en piercings.

KLM heeft de uniformregels duidelijk en gedetailleerd vastgelegd en deze waren voor [werkneemster] van meet af aan kenbaar. Het is in de vliegtuigbranche volstrekt gebruikelijk dat iedere vliegtuigmaatschappij een eigen kledinglijn voor het cabinepersoneel heeft en dat regels worden gesteld aan het uiterlijk van het cabinepersoneel. Mede daardoor kunnen vliegtuigmaatschappijen van elkaar worden onderscheiden. KLM heeft onvoldoende weersproken aangevoerd dat zij door handhaving van regels omtrent het uiterlijk van cabinepersoneel een uniforme zakelijke en professionele uitstraling nastreeft, waarmee zij KLM als een betrouwbare vliegtuigmaatschappij in de markt tracht te zetten.

Cabinepersoneel heeft veelvuldig klantencontact, waarbij het niet alleen de taak van het cabinepersoneel is om passagiers van eten en drinken te voorzien, maar ook om hen gerust te stellen en een zekere mate van veiligheid te bieden. Het uiterlijk van het cabinepersoneel kan daarbij een rol spelen en mag niet afleiden van het imago van betrouwbare vliegtuigmaatschappij dat KLM nastreeft. Het hebben van zichtbare tatoeages, piercings en extreem kort haar bij cabinepersoneel past niet bij de uitstraling die KLM jegens het publiek wil hebben en is om die reden dan ook verboden. Daarmee wordt weliswaar een zekere inbreuk gemaakt op de vrijheid die een werknemer heeft om zelf voor een bepaald uiterlijk te kiezen, maar die inbreuk is naar het oordeel van de kantonrechter niet in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Tatoeages kunnen tijdens werktijd immers worden bedekt en piercings kunnen worden uitgedaan. Het hebben van langer hoofdhaar dan gewenst, heeft uiteraard wel consequenties voor de vrije tijd van de werknemer, maar het bijna kaalscheren van het hoofd bij vrouwen is maatschappelijk nog niet zo algemeen aanvaard of gebruikelijk dat een dergelijke haardracht niet als extravagant kan worden beschouwd. Bovendien: wie kiest voor het beroep van stewardess, accepteert daarmee ook dat tijdens het werk een uniform moet worden gedragen en dat strenge regels aan het uiterlijk worden gesteld.

[werkneemster] heeft dat in zekere zin ook geaccepteerd: naar aanleiding van waarschuwingen heeft zij keer op keer toegezegd dat zij de regels zou naleven. Vooral ook heeft zij toegezegd dat de lengte van haar haar tenminste 1 centimeter zou zijn.

De vraag is dan vervolgens of het haar op 25 juni 2010 daadwerkelijk korter was dan 1 centimeter zoals KLM stelt, maar door [werkneemster] wordt betwist. Op die dag is met het blote oog geconstateerd dat het haar van [werkneemster] te kort was, maar een meting heeft niet plaatsgevonden. Derhalve kan in deze niet (meer) worden vastgesteld of het haar echt korter was dan de overeengekomen 1 centimeter.

Uit de brief die [werkneemster] meteen na de schorsing van 25 juni 2010 heeft geschreven, volgt echter wel dat zij haar haar kort voordien in Suriname heeft laten knippen en dat het minder hard is gegroeid dan zij had verwacht. Derhalve heeft zij wederom discussie opgeroepen omtrent de lengte van haar haar, terwijl KLM haar in een brief van 27 augustus 2009 had laten weten geen enkele klacht over haar haar meer te zullen accepteren. Mede gelet op de vele waarschuwingen die zij vanaf 2005 heeft ontvangen over haar uiterlijk, waaronder twee officiële schriftelijke waarschuwingen en een berisping en de toezeggingen die [werkneemster] naar aanleiding daarvan heeft gedaan, was het aan [werkneemster] om ver te blijven van de grens die KLM haar had gesteld en deze niet op te zoeken. Door wederom het haar zodanig kort te laten knippen dat hierdoor discussie ontstond over de lengte, heeft [werkneemster] het vertrouwen van KLM zodanig beschaamd dat een vruchtbare samenwerking naar het oordeel van de kantonrechter niet meer mogelijk is. De spijtbetuigingen van [werkneemster] kunnen daaraan niet af doen: KLM heeft lang genoeg geduld betoond en [werkneemster] voldoende kansen gegeven om haar gedrag te verbeteren. Ook de stelling van [werkneemster] dat zij verder altijd goed functioneerde en er, ondanks het korte haar, representatief uitzag, kan in het voorgaande geen verandering brengen. Het gaat hier immers om overtreding van specifieke regels betreffende het uiterlijk.

Gelet op het voorgaande is de conclusie dan ook dat de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden wegens gewichtige redenen bestaande uit een verandering van omstandigheden.

Vergoeding

KLM heeft geen vergoeding aangeboden, stellende dat de vertrouwensbreuk door toedoen van [werkneemster] is ontstaan. [werkneemster] heeft een vergoeding gevraagd conform de kantonrechterformule waarbij factor C op 1,5 wordt gesteld. Zij voert daartoe aan dat haar ten onrechte wordt verweten dat zij zich niet aan de uniformvoorschriften heeft gehouden, dat zij altijd goed heeft gefunctioneerd en dat het voor haar moeilijk zal zijn om een nieuwe baan te vinden.

De kantonrechter is van oordeel dat uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de verstoring van de arbeidsrelatie in hoge mate aan [werkneemster] is te wijten. In de omstandigheid dat [werkneemster], afgezien van de vele overtredingen van de uniformvoorschriften, gedurende haar lange dienstverband verder goed heeft gefunctioneerd, het gelet op haar leeftijd niet eenvoudig zal zijn om een andere baan (als stewardess) te vinden en het feit dat KLM heeft nagelaten om op 25 juni 2010 de lengte van het haar van [werkneemster] te meten om iedere twijfel daarover uit te sluiten, ziet de kantonrechter aanleiding om [werkneemster] ten laste van KLM een vergoeding toe te kennen van € 7.500,-. Nu KLM geen vergoeding heeft aangeboden, wordt zij in de gelegenheid gesteld het verzoek in te trekken.

Vanwege de aard van de procedure draagt iedere partij de eigen kosten, tenzij KLM het verzoek intrekt, in welk geval de kosten voor haar rekening komen.

Beslissing

De kantonrechter:

stelt partijen ervan in kennis van plan te zijn de arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van 1 oktober 2010 en aan [werkneemster] ten laste van KLM een vergoeding toe te kennen zoals hierna is vermeld;

bepaalt dat KLM de gelegenheid heeft het verzoek in te trekken door middel van een uiterlijk op 30 september 2010 om 15.00 uur ter griffie ontvangen schriftelijke mededeling met gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan de wederpartij;

voor het geval KLM het verzoek niet intrekt wordt nu vast als volgt beslist:

ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 oktober 2010;

kent aan [werkneemster] ten laste van KLM een vergoeding toe van € 7.500,- bruto, ineens te voldoen, als aanvulling op een uitkering op grond van een sociale verzekeringswet of een lager inkomen uit arbeid;

veroordeelt KLM tot betaling van die vergoeding;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;

wijst af wat meer of anders is verzocht;

voor het geval KLM het verzoek intrekt:

bepaalt dat KLM de kosten van deze procedure draagt die aan de zijde van [werkneemster] worden begroot op € 400,-.

Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Dijk, bijgestaan door mr. K. Wolt, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature