Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaatsen:

Deze rechterlijke uitspraak is tegenwoordig bekend onder ECLI:NL:RBLEE:2007:BB8040 , LJN BB8040

Inhoudsindicatie:

Rechtmatigheid bewijs, alcohol, cocaïne, bloedonderzoek, persoonlijke levenssfeer

Uitspraak



RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector straf

parketnummer 17/840066-07

ad informandum gevoegd parketnummer 17/840066-07

verkort vonnis van de politierechter d.d. 5 november 2007 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],

wonende te [adres].

De politierechter heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 13 juli 2007, 27 juli 2007 en 22 oktober 2007.

De verdachte is op 13 juli 2007 en 27 juli 2007 verschenen. Op 22 oktober 2007 is de verdachte niet verschenen.

Telastelegging

Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.

In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Bewijsoverweging

Overweging met betrekking tot de rechtmatigheid van de bewijsgaring

De feiten

Uit het proces-verbaal nr. 2007002369 d.d. 22 februari 2007, opgemaakt door [verbalisanten], respectievelijk agent en hoofdagent van politie, dat zich bij de stukken bevindt, blijkt het navolgende.

De verbalisanten hebben op 6 januari 2007 om 19.20 uur het eerste directe contact met verdachte gehad, nadat deze door hen was aangetroffen in een auto die tegen een boom was gereden. Verbalisanten namen waar dat verdachte bloeddoorlopen ogen had, dat hij met dubbele tong sprak, dat hij onvast ter been was en dat zijn adem riekte naar alcoholhoudende drank. Verbalisanten leidden hieruit af dat bij verdachte sprake was van een verdenking van een gedraging in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW). Verdachte heeft volgens de verbalisanten, nadat hij was overgebracht naar het ziekenhuis in Dokkum, aan de dienstdoende arts verklaard dat hij cocaïne had gebruikt. Verbalisanten vermoedden op grond hiervan dat verdachte onder invloed van een andere in artikel 8 lid 1 WVW bedoelde stof dan alcoholhoudende drank verkeerde. Het proces-verbaal vermeldt dat hierop is overgegaan tot een bloedonderzoek. Aan verdachte is gevraagd, toestemming te verlenen tot een dergelijk onderzoek; verdachte heeft die toestemming verleend. Een arts heeft van verdachte een bloedmonster afgenomen, dat is opgezonden naar het Nederlands Forensisch Instituut in Den Haag. Het bijbehorend aanvraagformulier, dat zich bij de stukken bevindt, draagt als opschrift "Aanvraag van de bepaling van alcohol en/of andere stoffen* in bloed. *Doorhalen wat niet van toepassing is." Een doorhaling is niet aangebracht. In de rubriek "Redenen voor dit onderzoek kort aangeven" is vermeld: "Onderzoek rijvaardigheid". Uit een rapport d.d. 11 januari 2007 van [naam], apotheker-toxicoloog, verbonden aan het NFI, dat zich bij de stukken bevindt, blijkt dat het bloedmonster 2,09 milligram alcohol per milliliter bloed bevatte. Verdachte, ondervraagd door de verbalisant [verbalisant], heeft blijkens eerder genoemd proces-verbaal verklaard dat hij in de voetbalkantine van Noordburgum wat heeft gedronken en daarna volgens hem in zijn auto is gestapt en een ongeluk heeft gehad. Verbalisanten hebben tenslotte nog opgemerkt dat het NFI geen verder onderzoek zal instellen naar de verdenking dat verdachte onder invloed zou zijn [geweest] van verdovende middelen, anders dan alcoholhoudende dranken.

In rechte

Op grond van artikel 163, eerste lid WVW waren verbalisanten bevoegd, verdachte te bevelen zijn medewerking te verlenen aan een ademonderzoek. Zij waren niet bevoegd aan verdachte te vragen of hij zijn toestemming gaf tot het verrichten van een bloedonderzoek, voor zover de verdenking was gebaseerd op het gebruik van alcoholhoudende drank. Niet is immers gebleken dat het verlenen van medewerking aan een ademonderzoek voor verdachte om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk was, noch deed zich de situatie voor dat medewerking van de verdachte niet heeft geleid tot een voltooid ademonderzoek. Op grond van artikel 163, vierde lid, tweede volzin WVW waren verbalisanten bevoegd aan verdachte te vragen of hij zijn toestemming gaf tot het verrichten van een bloedonderzoek, indien het vermoeden bestond dat de verdachte onder invloed van een andere stof dan alcoholhoudende drank verkeerde. Verbalisanten hebben hiertoe aangevoerd dat verdachte aan de dienstdoende arts in het ziekenhuis heeft verklaard dat hij cocaïne had gebruikt. Opmerking verdient dat deze verklaring niet terug te vinden is in de schriftelijke weergave van het verhoor van verdachte op 6 januari 2007.

Wel bevindt zich bij de stukken een proces-verbaal van bevindingen van 8 januari 2007, waarin de verbalisanten [verbalisant], [verbalisant] en [verbalisant] relateren dat verdachte op 6 januari 2007 verklaarde tegenover de dienstdoende arts dat hij cocaïne en alcohol had gebruikt. Nu verbalisant [verbalisant] verdachte heeft verzocht om medewerking aan een bloedonderzoek en verdachte deze toestemming heeft gegeven, waarna bloed van hem is afgenomen, moet worden aangenomen dat dit bloedonderzoek uitsluitend kon strekken ter bepaling van een of meer andere stoffen die verdachtes rijvaardigheid konden beïnvloeden dan alcohol, nu uit geen wettig bewijsmiddel blijkt dat de afname van bloed mede strekte ter bepaling van alcohol. Blijkens het relaas van de verbalisanten [verbalisanten], weergegeven in proces-verbaal nummer 2007002369-2 d.d. 22 februari 2007 heeft verdachte toestemming gegeven tot het verrichten van een bloedonderzoek met het oog op het bepalen van cocaïne. Het bloedmonster is evenwel zonder gerichte vraagstelling ingezonden bij het NFI. Ten onrechte is de aanvraag ook gericht op bepaling van alcohol. Naar bepaling van cocaïne is niet specifiek gevraagd en daarnaar is blijkbaar ook geen onderzoek gedaan. Ook na bepaling van het alcoholgehalte in het bloedmonster is niet alsnog gevraagd om een onderzoek naar cocaïne; daarvan is integendeel blijkens het proces-verbaal uitdrukkelijk afgezien. Onder deze omstandigheden is het bloedonderzoek onrechtmatig geweest, namelijk in strijd met de artikelen 8 en 163 WVW. De bepalingen met betrekking tot het hier bedoelde bloedonderzoek zijn door de wetgever met strikte waarborgen omkleed. Het verplicht afstaan van bloed betekent immers een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De persoonlijke levenssfeer is ingevolge de artikelen 10 van de Grondwet en 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden als grondrecht beschermd. Indien voornoemde strikte waarborgen niet in acht genomen worden is geen sprake van een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid WVW en kan het resultaat van dat onderzoek niet als bewijs worden gebruikt. In de onderhavige zaak is bloed van verdachte afgenomen voor een ander doel dan waarvoor het is gebruikt. De inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte was daarom onrechtmatig. Er is geen sprake geweest van een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid WVW. De uitslag van het bloedonderzoek is daarom voor het bewijs onbruikbaar. Verdachte dient derhalve van het hem telastegelegde te worden vrijgesproken.

DE UITSPRAAK VAN DE POLITIERECHTER LUIDT, RECHTDOENDE:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.H. Severein, politierechter, bijgestaan door mr. E. Haitsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 november 2007.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature