Uitspraak
7 april 2006
Eerste Kamer
Nr. C05/013HR
RM/JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DUPLICADO B.V.,
gevestigd te Breda,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
JURESTA NEDERLAND B.V., handelende onder de naam Juresta Creditmanagement,
gevestigd te Apeldoorn,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. H.A. Groen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: Juresta - heeft bij exploot van 20 juni 2001 eiseres tot cassatie - verder te noemen: Duplicado - gedagvaard voor de kantonrechter te Breda en gevorderd Duplicado te veroordelen aan Juresta te betalen een bedrag van ƒ 8.859,99, te vermeerderen met de contractuele rente over dit bedrag vanaf 24 mei 2001 tot aan de dag der algehele voldoening.
Duplicado heeft de vordering bestreden.
De rechtbank (sector kanton) heeft bij vonnis van 27 februari 2002, hersteld bij vonnis van 11 september 2002, Duplicado veroordeeld aan Juresta te betalen de som van € 4.020,31 te vermeerderen met contractuele rente en wettelijke rente.
Tegen dit vonnis heeft Duplicado hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 20 januari 2004 heeft het hof het beroepen vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Duplicado beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en het herstelexploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Juresta heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Duplicado in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Juresta begroot € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 7 april 2006.